BETT 2007

Van woensdag 10 januari tot en met vrijdag 13 januari heft ABZHW ook dit jaar weer de studiereis naar de BETT in Londen georganiseerd. Dit jaar gingen er zo’n 180 mensen mee. (Maak hier de reis nog een keer in Google Earth)
De woensdag stond in het teken van de reis naar Londen en de rondetafelgesprekken. Hier waren twee rondes. In de eerste ronde mochten Harry Spoelstra en ik een presentatie houden over WikiKids. Het was leuk om hier te vertellen waar we mee bezig zijn. De presentatie hieronder hebben we tijdens deze bijeenkomst gebruikt.

Een onderdeel van de presentatie gaat over de vraag of WikiKids ook gevaarlijk is. Niet alleen als teaser gebruikt maar ook om aan te geven dat als je met WikiKids gaat werken je leerlingen bewust moet maken van een aantal zaken: mediawijsheid zou het genoemd kunnen worden. Het gaat bij WikiKids om:

  • Verkeerde informatie;
  • Kopiëren en plakken van teksten;
  • Gebruik van auteursrechtelijke afbeeldingen;
  • Aanmaken van vreemde pagina’s;
  • Online pesten.

Nu is WikiKids nog vooral een plek waar leerlingen informatie neer kunnen zetten. Ik hoop dat het over een tijd geschikt is om ook informatie te halen. Nu we in deze fase zitten denk ik dat het vooral de rol van de moderatoren belangrijk is in bovenstaande punten. Zij zullen bijvoorbeeld in de gaten moeten houden of er geen teksten en afbeeldingen van andere pagina’s gekopieerd en geplakt worden. Ik ben blij dat ik kan zeggen dat dit ook gebeurt.

Als ik het over moderatoren heb dan is dit niet helemaal gelijk aan de moderatorenrol zoals die op Wikipedia ingevuld wordt. Ik zie leerkrachten die met leerlingen aan de slag gaan namelijk ook als moderatoren. Deze leerkrachtmoderatoren begeleiden leerlingen in de klas als leerlingen aan een artikel werken. Dus voordat een artikel op WikiKids komt te staan. In deze fase moeten leerkrachtmoderatoren duidelijk maken wat wel en niet kan. Dat komt aardig overeen met de punten die ik hierboven heb genoemd:

  • Leerlingen moeten hun informatie checken voordat ze het op WikiKids zetten
  • Leerlingen moeten hun informatie in hun eigen woorden opschrijven
  • Leerlingen moeten toestemming vragen als ze afbeeldingen van iemand anders willen gebruiken
  • Het aanmaken van vreemde pagina’s is niet toegestaan
  • En op online pesten staat een onmiddellijke blokkering

Als ik het in tips op zou schrijven aan leerlingen zouden dit de volgende zijn:

  • Heb je de informatie gecheckt die je op WikiKids wilt zetten?
  • Heb je de informatie in je eigen woorden opgeschreven?
  • Heb je toestemming voor het gebruik van afbeeldingen van iemand anders?
  • Past het onderwerp wel in WikiKids?
  • Val je anderen niet lastig met wat je op WikiKids zet?

Op donderdag stonden de schoolbezoeken centraal. ’s Morgens zijn we naar het Kingwood City Learning Center gegaan. Er zijn zo’n 300 van deze centra in het land. Ze zijn opgezet om ICT te stimuleren. Ze maken gebruik van een zogenaamd TRIO-model. Een cursus heeft daarin de volgende opbouw: de medewerkers geven aan de leerkrachten een cursus op het centrum, de medewerkers geven een cursus aan de leerlingen (de leerkracht van de klas zit achterin) en tenslotte geven de leerkrachten de les aan de leerlingen (de medewerker van het centrum zit achterin). Dit model kent een groot nadeel: alle professionalisering vindt plaats in het centrum. In de school zelf gebeurt niets. We hebben hier een paar groepen aan het werk gezien: leerkrachten die bijscholing kregen in het gebruik van muziek en ICT en leerlingen die in Flash aan het programmeren waren.
Tenslotte hebben we een video-conferentie gehouden met Mike Griffith, directeur van Global Leap, een organisatie die het gebruik van video-conferencing in de klas ondersteunt. Ik vind dit wel speciaal. Een aparte organisatie voor dit deel van het ICT gebruik in de klas.

Op vrijdag stond het bezoek naar de BETT centraal. Dit jaar wilde ik vooral kijken naar de mogelijkheden van GIS-software en video-gebruik. GIS staat voor Geografische Informatie Systemen. Ik ben al een tijd bezig met de mogelijkheden van Google Earth en was benieuwd wat producenten van GIS-software van Google Earth vonden. Zoals je je kunt voorstellen waren ze niet echt heel erg te spreken hierover. Interessant vond ik de presentatie van David Mitchell van de Geographical Association.

Hij haalde in zijn presentatie een definitie van Diana Freeman aan: GIS heeft te maken met kaarten op de computer waar je data aan toe kunt voegen. Kaarten, computer en data staan dus centraal. Hij liet een paar eenvoudige manieren zien waarop je dat met bijvoorbeeld Google Earth voor elkaar kon krijgen.

Nu wist ik de meeste zaken al wel maar vond ik het verhelderd om te zien hoe hij met specifieke kaarten opdrachten voor leerlingen op zette. Daar ga ik de komende tijd ook mee aan de slag: wat moeten leerlingen precies weten van GIS in het basisonderwijs, welke mogelijkheden biedt Google Earth hiervoor, welke andere programma’s zouden gebruikt kunnen worden voor GIS. Ik weet van het bestaan van de website edugis.nl.

Die site zit gedegen in elkaar maar richt zich in principe op de middelbare school. Ik denk dat je ook goed met leerlingen van de basisschool hiermee aan de slag kunt. Een voorbeeld dat ik (trouwens niet voor basisschoolleerlingen) tegenkwam op de Google Earth Blog (aanrader) moet ik hier ook nog echt even noemen: Upper Green Valley Enviromental Issues. Het gebruik van Google Earth (onder andere) om te ver doorgevoerde industrialisering duidelijk te maken:

Programma’s die ik (ik zei het vorig jaar ook al, en ik hoop dat ik er nu echt aan toekom) nog verder wil bekijken zijn:

Zoals gezegd moet ik me nog verder verdiepen in de GIS-vaardigheden die basisschoolleerlingen moeten behalen. Ik heb wel het vermoeden dat de GIS-vaardigheden voor basisschoolleerlingen redelijk beperkt is. Misschien dat Google Earth voldoende is. Misschien dat Google Earth een goede start is en dat een apart pakket hier verder in kan gaan. Het grote voordeel van Google Earth is dat het een ontzettend aantrekkelijk programma is. En dat kan ik van de meeste GIS-pakketten nu nog niet zeggen (maar ik moet me nog meer verdiepen).

Zaterdag was de laatste dag. Tijd voor nog een bezoekje aan de BETT of een dagje Londen.