Een paar postings terug heb ik een voorbeeld gegeven van een les die we geven aan onze eerstejaars studenten. Deze les was een kennismaking met de mogelijkheden op het gebied van ICT in het onderwijs. Specifiek ging dit over Rekenen en ICT. Deze les past in het nieuwe curriculum zoals dat op Hogeschool Domstad wordt ingevoerd. Een nieuw curriculum waar we als hogeschool aan mee moeten doen omdat we te maken hebben met verschillende ontwikkelingen binnen het hoger onderwijs: de verdeling van de opleiding in een major (basis) en minor (specialisatie) deel en de invoering van competentiegericht gericht leren in combinatie met de SBL-competenties.
Over de plek van ICT in het nieuwe curriculum ben ik nog niet echt tevreden, tot nu toe. Volgend jaar zal het een nog stevigere plek moeten krijgen. Maar daar een andere keer meer over.

Naast het nieuwe curriculum zitten we ook nog met het bestaande programma. Ook hierin is ICT opgenomen. In plaats van de SBL-competenties werken studenten hier nog met startbekwaamheden. Een module die in het vierde jaar gegeven wordt heet Persoonlijk Meesterschap. Het is een module (waar we er wel meer van hebben in het bestaande programma) dat al wel vooruitloopt op vraaggericht onderwijs. In deze module gaan studenten uit van de een leervraag die ze zelf mogen opstellen. Voor verschillende vakken vullen studenten deze leervraag in. Ook kunnen ze verschillende vakken met elkaar combineren.

Mijn ervaring is dat studenten in de loop van de jaren steeds meer het nut in gaan zien van het gebruik van ICT. In het eerste jaar is alles nieuw voor hen. Ze maken kennis met zoveel verschillende nieuwe onderdelen. In het tweede jaar ligt de nadruk op het doorzien van het waarom. Waarom bied ik iets op een bepaalde manier aan? Hoe kan ik de leerlijnen die vanuit verschillende vakken worden aangeboden op een verantwoorde manier verwerken in de lessen die ik geef? In het derde jaar maken de studenten kennis met de zorgkant van het onderwijs. Hoe kan ik leerlingen ondersteunen die niet mee kunnen komen of die juist vooruit lopen? Kennis en inzicht in leerlijnen en leerlingen is nodig om een goed aanbod te doen. In het vierde jaar lijken de studenten de voorlopige balans op te maken over hun ontwikkeling. De leervragen die zij opstellen moeten een duideijke relatie hebben met de visie op onderwijs zoals ze die tot dan toe hebben ontwikkeld.

Persoonlijk meesterschap. Een module waarin verschillende onderdelen van de opleiding dus bij elkaar komen. Ik heb een voorbeeld als link opgenomen op te laten zien hoe dit uitgewerkt kan worden. Dit werkstuk is geschreven door Marije Makkinje. Ze loopt stage op een EGO-school. Het is leuk om te lezen hoe ze binnen deze school ICT toepassen en aan welke doelen de leerlingen werken.
Het verslag heeft een vaste opbouw: de inleiding waarin de leervraag wordt opgenomen, een verantwoording vanuit de theorie, de beschrijving van de praktijk en tenslotte de conclusies. Ook moet het werk van leerlingen worden opgenomen.
De leervraag van Marije luidt:

Op welke manier kan ik de kinderen op een variërende manier kennis laten maken met
PowerPoint als vakoverstijgend middel, waarbij coöperatief leren voorop staat?

In de theorie moeten studenten eerst ingaan op een aantal verplichte bronnen. Deze bronnen gaan in op verschillende competenties: schoolniveau (hiervoor gebruiken we de vier in balans), leerkrachtniveau (de ICT-assessmenttool) en leerlingniveau (het diamantmodel zoals dat door Vlamingen is opgesteld). Daar voegen ze hun eigen theorie nog toe. Daarin gaat ze in op het coöperatief leren en theorie over leren zelf.
Ik vind het mooi om te zien hoe ze in haar uitvoering gebruik heeft gemaakt van ICT om leerlingen te laten samenwerken waar dit in eerste instantie misschien niet zo logisch lijkt. Met prachtige resultaten. Zoals ze zelf al aangeeft gaat het hierbij niet zozeer om het resultaat maar om het proces dat hieraan is voorafgegaan. Maar de resultaten zelf zijn ook heel erg leuk om te zien. Heb tijdens het nakijken diverse malen erg moeten lachen om de creativiteit van de kinderen.

Ik ben benieuwd op wat voor manier dit straks opgenomen is in het nieuwe curriculum. Ik zie veel mogelijkheden om hier iets mooi van te maken.