In een filmpje legt een van onze studenten uit waarom je op Hogeschool Domstad zou moeten komen studeren.
Leuk gemaakt moet ik zeggen.
In een filmpje legt een van onze studenten uit waarom je op Hogeschool Domstad zou moeten komen studeren.
Vorig jaar is Hogeschool Utrecht en de universiteit Utrecht begonnen met een universtaire Pabo. Het blijkt dat hiervan alweer een kwart is gestopt, las ik in de Trouw:
Theo Wubbels, initiatiefnemer van de universitaire pabo, zegt in de krant dat de strenge selectie van studenten niet afdoende is geweest. De meeste afvallers zijn overgestapt naar de reguliere pabo op hbo-niveau. “Blijkbaar staat het universitaire niveau hun niet aan”, zegt Wubbels. “Die mensen had ik er graag van tevoren uitgehaald.”
Wubbels denkt dat de studenten meer praktijkvakken hadden verwacht en erkent dat de eerste cursus ‘misschien ook wel te theoretisch’ was. Toch is hij niet ontevreden met het aantal afvallers. Hij wijst erop dat het bij universitaire studies ‘gebruikelijk’ is dat ongeveer 35 procent van de studenten na het eerste jaar stopt. “We zitten dus nog goed, met ‘maar’ 22 procent.”
Aangezien we op Hogeschool Domstad ook bezig zijn met een universitaire variant is het goed om te kijken waardoor zoveel studenten bij de Hogeschool Utrecht afhaken op deze variant. Stof tot nadenken weer.
Zo staat het bericht op de website van Beeld en Geluid aangekondigd. Een project waarbij mijn collega van Hogeschool Domstad, Sijmen Cozijnsen, nauw betrokken is. Een stukje van hun post:
Donderdag 23 april bezocht een team van zeven kinderen uit groep 7 van de Daltonschool Rijnsweerd, samen met hun expert Sijmen Cozijnsen van de Hogeschool Domstad, Beeld en Geluid. Hier werd de aftrap gegeven voor het project Geluidenbox van de Basisuniversiteit: een organisatie die slimme kinderen de mogelijkheid geeft om onderzoek te doen op uiteenlopende technische onderwerpen. Dat doen ze samen mèt en onder begeleiding vàn experts uit de wetenschap of het bedrijfsleven.
Deze klus is Sijmen op het lijf geschreven, moet ik zeggen. En ik ben dan ook erg benieuwd wat hier uitkomt.
Afgelopen koninginnedag stond ik samen met mijn vriendin op de vrijmarkt in Amersfoort met onze minibioscoop. In de bioscoop draaiden drie films die we zelf hadden gemaakt: Amersfoort in 750 beelden, de triller (!) en de musiccall (!). Laten we zeggen dat we veel lol hebben gehad bij het maken van de filmpjes. En ook de reacties van het publiek waren leuk.
De minibioscoop was gemaakt van een grote doos. In de doos stond een laptop waaraan we met een splitter twee koptelefoons konden vastmaken. Omdat we geen stroom hadden, moesten we werken met twee laptops. De ene keer was dat een Windowsmachine en de andere keer een Macbook. Het was opvallend dat de Macbook bijna twee keer zo lang in leven bleef.
De filmpjes zelf hebben we gemaakt in Windows MovieMaker en in iMovie. De film over Amersfoort hebben we gemaakt in MovieMaker. De andere twee in iMovie dus. Ik was erg blij dat ik bij iMovie net versie 9 van iLife te pakken had gekregen. Want in die versie kon ik geluid en beeld splitsen. Iets dat in versie 8 nog niet mogelijk was.
Deze week kwam ik toevallig langs een Franse versie van WikiKids: Wikimini. Een bijzondere wiki moet ik zeggen: qua lay-out en techniek springt ie er echt uit vind ik. In de lay-out wordt aardig wat flash gebruikt. Dit geeft het een vlot uiterlijk. In de techniek hebben ze ook aanpassingen gemaakt in de mediawikisoftware. Dit wordt duidelijk als je een eigenlijk pagina maakt:
Als je een artikel gaat maken dan krijg je in de Editmode een mooi menuutje waarin je de gebruikelijke functies kunt vinden.
Wat in WikiKids (en andere wiki’s die van de mediawikisoftware gebruik maken) lastig is, het maken van een tabel is hier opgelost.
Ook het invoegen van een afbeelding is hier iets eenvoudiger. Je zoekt de naam op van de afbeelding en kunt het invoegen.
Wat ik leuk vind is dat ze ook rekening houden met het feit dat een school een project zou willen starten rondom het schrijven van een artikel en dat ze dit ook aan kunnen geven.
Tot slot geven ze verwijzingen naar andere bronnen die ook over dit onderwerp gaan.
Zo kun je je eigen artikel nog beter maken.
Wiki’s voor kinderen in andere talen op een rijtje: