Deze week hebben we de tweede bijeenkomst gehad met onze tweedejaars studenten van de Pabo van Hogeschool Utrecht in Utrecht en Amersfoort rondom Computational Thinking en Programmeren. In deze bijeenkomst stond de didactiek centraal van programmeren. Hieronder de presentatie die we hebben gebruikt in de les.



Na afloop was ik nog niet echt tevreden en dacht ik: dat moeten we volgend jaar anders aanpakken. Waar zat dat in?

De opzet van de bijeenkomst was als volgt: achtergronden geven over programmeerdidactiek, een verdiepingsopdracht geven op basis van de MOOC die studenten volgen, praktische tips geven in de klas, een voorbeeld geven van een lesidee, bronnen geven van lesideeën en nog een keer een unplugged activiteit.

Op papier klinkt die opzet heel aannemelijk. Maar de studenten begonnen zenuwachtig te worden over de les die ze moeten gaan geven op de basisschool. Veel van hen willen graag in de stageweek (volgende week) met de les aan de slag. En ze voelen zich nog onzeker over de manier waarop ze die les zouden moeten geven. Liever hadden ze meer tijd willen hebben voor het uitwerken van de lesideeën tot lessen waarin ze voldoen aan de uitgangspunten van goed programmeeronderwijs waarbij ze aandacht besteden aan computational thinking.

Zelf was ik ook nog niet tevreden omdat ik achteraf dacht: de link die we leggen met de andere vakken had veel beter gemoeten. Sterker nog: als we zeggen dat creative computing het uitgangspunt is (en dat zou bij deze onderwijseenheid heel goed passen) dan moeten de vakken waarin we die creativiteit willen stimuleren veel meer centraal staan. Bijvoorbeeld het vak Nederlands als het gaat over het stelonderwijs, Beeldende vorming als het gaat over Interactieve Kunst of Muziek als het gaat over muziek maken.

Dan draaien we de lessen veel meer om. Dan gaan we aan de slag met een stelopdracht voor Nederlands, waarbij we programmeren als middel gebruiken en computational thinking inzetten als denkstrategie. Heel concreet zou je dan bijvoorbeeld kunnen denken aan laten maken van een interactieve rondleiding. Het doel van de les is het maken van de interactieve rondleiding, de toolbox die je inzet zijn je programmeervaardigheden (waarbij je in de les heel specifiek aandacht besteed aan een programmeerconcept zoals bijvoorbeeld genoemd in het Computing Onderwijs) en waarbij Computational Thinking wordt ingezet om het denkproces hierbij te ondersteunen.

Ik ben erg benieuwd hoe andere Pabo’s hier mee aan de slag zijn! Hoor het graag!