Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts tagged ICT-competenties

Deze week zijn we weer begonnen met de voorbereiding van het nieuwe schooljaar. In ons programma zetten we de samenwerking door die we met de andere vakken zijn aangegaan. Dat levert mooi en betekenisvol onderwijs op. Vandaag hebben we overlegd met onze aardrijkskunde collega over hoe we het onderwerp kaartvaardigheden, dat centraal staat in zijn lessen, kunnen verrijken met ICT. Bij kaartvaardigheden in de bovenbouw draait het om de stappen: inventariseren, visualiseren, analyseren en interpreteren. In de komende weken gaan we kijken hoe we hier ICT in ondersteunend kunnen laten zijn.

In de bespreking die we vandaag met elkaar hadden kwam ook een kaartje voorbij die we als voorbeeld gebruikten in ons gesprek. Het was de onderstaande kaart:

Het is een kaart die je vind als je zoekt op Google Afbeeldingen met de termen klimaat en Frankrijk. Ik moest toen we de kaart gevonden hadden direct denken aan de les die we gegeven hebben in combinatie met Rekenen vorig jaar. Daarbij ging het over kritisch omgaan met getalsmatige informatie die je tegenkomt op internet. De kaart hierboven leent zich ook om kritische vragen bij te stellen waar je wiskundig over kunt redeneren.

Je kunt aan de leerlingen vragen, als ze de kaart bekijken, waar de meeste zon schijnt. Vanuit aardrijkskunde kun je dan gaan kijken wat de verklaring hiervoor zou kunnen zijn. Maar vanuit de rekenen en wiskundedidactiek kun je vragen stellen over wat het betekent dat er in Noord-Frankrijk 1600 uur zonneschijn is. En dat er in Zuid-Frankrijk meer dan 2800 uur zonneschijn is. Wat betekent dat voor de hoeveelheid uren zon per dag? Wat kun je naar aanleiding daarvan zeggen over de dagen dat het zonnig is? Is 1600 uur zon per jaar dan echt weinig? Of is dat eigenlijk nog best wel veel?

Wat voor vragen kun jij nog bedenken naar aanleiding van deze kaart? Ben benieuwd.

Tijdens een bijeenkomst van het Samen Deskundiger Netwerk in Amsterdam zijn we aan de slag gegaan met het zelf scoren van je vordingen op het gebied van de Kennisbasis ICT. ik heb hiervoor een excelbestand gemaakt dat de deelnemers hebben ingevuld. Daarna hebben we over de inhoud van de Kennisbasis gesproken en over de uitkomsten. Deze manier is vooral bedoeld om leerkrachten bewust te maken van de ICT-competenties waaraan ze zouden moeten werken en hoe ze er voor staan.

Delen van spreadsheet vind ik trouwens nog niet zo gemakkelijk. Hieronder zie je voorbeeld van EditGrid. Ben benieuwd hoe dit wordt ervaren. Je kunt de spreadsheet ook invullen in Google Docs. Ben benieuwd of dat een beetje werkt.

Update: Ik heb de bestanden nu ook online op mijn eigen server gezet. Het excelbestand is hier (xls) en hier (xlsx) te downloaden.

Dat is de titel geworden van het artikel dat in de InDruk van het voorjaar 2011 is verschenen. Het is een interview met mij, geschreven door Carla Desain, over de generieke kennisbasis voor het PO waarin ICT is opgenomen.

inDruk-po-voorjaar-2011

Klik je de link naar de kennisbases aan dan zie je dat de pagina niet meer beschikbaar is. Ik begreep dat de HBO-raad er nog een keer naar wilde kijken omdat nog niet duidelijk was hoe de kennisbases een plek kunnen krijgen binnen de opleidingen. Ze zijn namelijk geformuleerd op vakbekwaamniveau (zoals de opdracht was) en niet op startbekwaamniveau (zoals we studenten nu moeten afleveren). Dat gaat dus nog een discussie opleveren wat je van de (generieke) kennisbasis moet kennen na 4 jaar lerarenopleiding. Wordt vervolgd…

Vandaag zag ik via Twitter dat Digilokaal (i.smid) een multimediale prezi heeft gemaakt van de 15 meerwaarde punten die in een vorige post noemde. Een mooie presentatie waarin de punten naar voren komen.

Op de lijst zelf kwamen al waardevolle reacties binnen. Zo noemde Willem van Ravenstein al de zeven pijlers van de digitale didactiek. Verwoord in de meerwaarde zou ik de lijst dan kunnen aanvullen met:

ICT-competent zijn betekent dat je weet dat ICT een meerwaarde heeft om:

  • contacten te leggen met anderen (via mail, chat, videoconference, blog, microblog)
  • om je gedachten te structureren (met een mindmap, flowchart)
  • je te helpen nadenken over je eigen leren (in een procesweblog of wiki bijvoorbeeld)
  • je eigen ontwikkeling in beeld te brengen en anderen vragen daarop te reageren (via een digitaal portfolio en 360-graden feedback)

Volgens mij komen creëren en flexibilisering al terug in de punten die ik eerder noemde.

Arno Coenders noemde punten: tijdwinst, differentiëren (inspelen op zone van naaste ontwikkeling), nieuwe uitdaging voor de leraar

Verwoord in de meerwaarde van ICT krijg je dan het volgende nog.

ICT-competent zijn betekent dat je weet dat ICT een meerwaarde heeft om:

  • tijdwinst te boeken op de voorbereiding van je lessen omdat je materiaal kunt hergebruiken (bijvoorbeeld Wikiwijs)
  • in te spelen op het niveau van de leerling en de leerling een niveau hoger te brengen (educatieve software met diagnostische toetsen)

Peter te Riele geeft tenslotte aan dat je als leraar kritisch moet zijn wanneer je ICT nu wel en niet inzet. Dit komt precies overeen met het onderdeel Attitude uit de Kennisbasis ICT.

Waarom zou je ICT nu gebruiken in je onderwijs? Vanaf volgende week mogen we eerstejaars studenten weer voor het eerst lesgeven in ICT en onderwijs. Voor die gelegenheid heb ik, wat ik zo kon bedenken, de meerwaarde van ICT voor het inrichten van een rijke en krachte leeromgeving op een rijtje gezet. Aanvullingen hierop zijn natuurlijk van harte welkom.

ICT-competent zijn betekent dat je weet dat ICT een meerwaarde heeft om:

  1. een moeilijk onderwerp inzichtelijker te maken (gebruik van simulatie bijvoorbeeld op Rekenweb)
  2. leerlingen te motiveren (laten zien van beeldend materiaal bijvoorbeeld op SchoolTV)
  3. leerlingen te activeren (gebruik maken van een interactieve digibordles met bijvoorbeeld een mindmap)
  4. leerlingen te ondersteunen en laten oefenen met een onderwerp dat ze moeilijk vinden (laten oefenen met educatieve software)
  5. leerlingen uit te dagen met een onderwerp waarin ze uitblinken (laten werken met 3D-tekenprogramma’s, website-editors, robotica en maken van games)
  6. leerlingen zelfstandiger te maken (laten werken met een digiles, webwandeling of webquest)
  7. leerlingen te leren samenwerken (laten werken in een wiki of weblog)
  8. leren persoonlijker te maken (actuele informatie van internet halen of zoeken naar bronnen uit de eigen omgeving, bijvoorbeeld met het programma Google Earth. Ook samenstellen van eigen leeromgeving door bronnen te arrangeren)
    opdrachten authentieker te maken (verwerkingsopdrachten publiceren op bijvoorbeeld website, weblog of andere web 2.0 toepassing)
  9. vakoverstijgend werken te vergemakkelijken waardoor onderwijs meer betekenis krijgt (in een project kan ICT verbindende rol spelen)
  10. leeropbrengsten te verhogen (bijvoorbeeld het gebruik van digitale prentenboeken verhoogt de woordenschatontwikkeling van NT2-leerlingen)
  11. leerlingen voor te bereiden op leven en werken in de eenentwintigste eeuw (samenwerken, informatievaardig en mediawijs zijn)
  12. nieuwe vormen van creativiteit te stimuleren (digitale fotografie, muziek en digitale kunst).
  13. In te spelen op leerstijl (meerdere leerroutes klaarzetten voor leerlingen in ELO)
  14. In te spelen op meervoudige intelligenties (ICT-middelen gebruiken om in te zorgen voor verschillende verwerkingsopdrachten)
  15. Inzicht te krijgen in de vorderingen van leerlingen (met digitale toetsen, digitaal portfolio en (sociaal-emotioneel) leerlingvolgsysteem).

Het is gelukt. We hebben met studenten en medewerkers een lipdub gemaakt als afscheid van ons gebouw in Utrecht aan de Koningsbergerstraat. In de afgelopen maanden zijn we druk bezig geweest met de voorbereidingen en vandaag was het dan zover.



Over de organisatie

De lipdubdag hebben we al een tijd van te voren voorbereid. Hieronder in chronologische volgorde hoe we te werk zijn gegaan.

Oktober
In oktober lieten we aan de studenten in de ICT-bijeenkomsten de lipdub als voorbeeld zien van hoe je ICT kunt toepassen in je onderwijs. We koppelden dit toen aan meervoudige intelligenties.

November
Een paar studenten raken enthousiast en geven aan dat ze ook wel een lipdub op de opleiding willen organiseren. We vormen een lipdubdagcommissie met twee docenten en twee studenten. De eerste stap is andere studenten laten inschrijven om mee te doen. We gebruiken hiervoor de wiki (wikispaces) die studenten al kennen om zich in te schrijven voor gesprekken.

December/ Januari
In december komt de lipdubcommissie weer bij elkaar en bedenkt welke 4 liedjes we aan de studenten gaan voorleggen. De studenten en medewerkers kunnen stemmen op het liedje van hun keuze op de website Easy Poll.

In de mail die we sturen wordt dit als volgt aangekondigd:

The Ting Tings – Shut Up And Let Me Go
ELO – Mr. Blue Sky
Queen – Bohemian Rhapsody
Red Hot Chili Peppers – Californication

The Ting Tings krijgt de meeste stemmen en kiezen we dus uit als liedje.

De week voor de lipdub
Om iedereen in de stemming te brengen voor de lipdub volgt vanaf de laatste week elke dag een mailtje die naar studenten en medewerkers gaat.

Hieronder de inhoud van de mailtjes:

Mail 1

De Lipdubdag komt steeds dichter bij. Vrijdag 4 februari is het zover. Dan gaan we met bijna 100 mensen een spetterende lipdub maken. De voorbereidingen zijn in volle gang. Zo is het nummer gekozen en is het parcours bekend. Beide kun je hier bekijken.

Aan jullie de vraag om na te denken over:
• Waar je wilt gaan staan op de route
• Wat je daar wilt gaan doen
• Wil je prominent voor de camera playbacken of vooral kunstjes op de achtergrond wilt doen.

Je mag zelf bedenken welke “kunstjes” je uithaalt die dag. Denk daarbij ook aan dat in de lipdub duidelijk mag worden dat we een Pabo zijn en dat we vertrekken van de Koningsbergerstraat.

Hou je mail in de gaten want vanaf nu krijg je elke dag een mailtje over de lipdubdag. Tot slot ter inspiratie een lipdub van een middebare school uit Utrecht.

Groeten,

De Lipdubdagcommissie

Mail 2

Nog drie nachten slapen en dan is het zover. De lipdubdag. In deze mail alvast wat meer over het verloop van de dag de tekst die van het liedje en nog een leuke lipdub.

Hoe ziet het programma er precies uit?

8:45 – 9:00 inloop in 2.42
9:00 – 9:45 Introductie op de dag met oa organisatorische zaken
9:45 – 10:15 Droog oefenen
10:15 – 10:45 Warming-up in de gymzaal. Oefenen met zelfbedachte yell.
10:45 – 11:00 Korte pauze
11:00 – 11:30 Laatste voorbereidingen op de eigen plaats
11:30 – 12:30 Filmpopnames (meerdere takes als nodig is)
12:30 – 13:00 Lunch (zelf verzorgen graag)
13:00 – 13:30 Filmvertoning in 2.42

De tekst van het liedje (ook op youtube te bekijken)

Hey!
Shut up and let me go.
This hurts, I tell you so.
For the last time you will kiss my lips,
Now shut up and let me go.
Your jeans were once so clean,
I bet you changed your wardrobe since we met.

Now, oh so easily you’re over me
Gone is love
It’s you that ought to be holding me
I’m not containable
This love now
It’s not sustainable

I ain’t freaking
I ain’t faking this
I ain’t freaking
I ain’t faking this
I ain’t freaking
I ain’t faking this
Shut up and let me go
Hey!

Shut up and let me go
This hurts, what I can’t show
For the last time you had me in bits
Now shut up and let me go
For fear of living in regret
I changed this one when we first met

Now oh so easily you’re over me
Gone is love
It’s me that ought to be moving on
You’re not adorable
I was something unignorable.

I ain’t freaking
I ain’t faking this
I ain’t freaking
I ain’t faking this
I ain’t freaking
I ain’t faking this
Shut up and let me go
Hey!

Oh love, hold this.
Hey!

Hey!

Shut up and let me go
This hurts, I told you so
For the last time you will kiss my lips
Now Shut up and let me go
Hey!

Tot slot nog een leuke lipdub

Dit keer van Beeld en Geluid in Hilversum.

Tot de volgende mail en tot vrijdag.

De lipdubcommissie

Mail 3

Dag allemaal,

Nog twee nachten slapen en dan is het lipdubdag! De voorbereidingen zijn in volle gang en er het is steeds duidelijker hoe het er uit gaat zien. Vandaag hebben we de route nog een keer doorgelopen en en doorgedacht.

De rode draad van de lipdub
Belangrijk thema van de lipdbub is De Verhuizing van Domstad naar Amersfoort. We willen daarom ook verhuisdozen gebruiken die we steeds meer vullen met materiaal dat we willen meenemen naar Amersfoort. De verhuisdozen zie je in de lipdub dan op verschillende plekken in de route terugkomen. Jullie kunnen alvast bedenken wat je in de dozen kunt stoppen.

Materialen
Om de boel op te vrolijken tijdens de route kun je allerlei spullen meenemen. Denk hierbij aan ballonnen, slingers, serpentines en muziekinstrumenten.

Yell
De lipdub eindigt met een yell. Aan jullie de vraag om alvast na te denken over een afsluitende yell. Gaan we tijdens de dag nog verder aan werken.

Nog een leuke lipdub (inclusief The making of…)

Met vriendelijke groeten,

De lipdubcommissie

Mail 4

Dag allemaal,

Morgen is het zover. Om 9:00 begint in 2.42 de dag van de lipdub. Vanavond heb je nog even tijd om je tekst door te nemen en je spullen bij elkaar te zoeken. Om een beeld te geven van wat je morgen te wachten staat, hebben we in deze laatste mail nog een the making of… van een lipdub. Verder is het handig om te weten dat de tekst uitgedeeld wordt (zover je die nog niet kent natuurlijk) en hebben we voor iedereen een programma.

Making of…
De making of
met vriendelijke groeten,

De lipdubdagcommissie

PowerPoint
De PowerPoint die we hebben laten zien aan het begin van de dag.

De kennisbasis van de overige vakken voor het PO staat online. Zo ook de generieke kennisbasis waar ik samen met collega’s van andere Pabo’s aan heb gewerkt. Ik heb hierbij vooral gekeken naar de inbreng van ICT. Uitgangspunt hierbij waren de documenten die ik de loop van de tijd heb geschreven en op mijn blog heb gepubliceerd.
Ik ben erg benieuwd naar de reacties van collega’s op het model dat we als generieke kennisbasis hebben ontwikkeld en de manier waarop ICT hierin is opgenomen.

Kennisbasis_Generiek

Het rapport “Elke docent competent, Resultaten van de inventarisatie ict-competenties voor docenten” is afgerond door Kennisnet. Het rapport geeft een compleet beeld van de ICT-competenties zoals die er zijn.

Rapport Ict-Competenties

Die vraag krijg ik vaak van studenten. Eerste, tweede, derde en vierdejaars studenten willen weten of ze ICT op de juiste manier hebben toegepast. Het antwoord op die vraag is voor mij afhankelijk van het jaar waarin de studenten zitten. Ik verwacht meer van een vierdejaars student dan van een eerstejaars student.
De vraag is daarbij natuurlijk hoe ik bepaal wat voldoende is voor een eerstejaars en wat voldoende is voor een vierdejaars. De werkwijze die ik daarbij kies is, naar mijn idee, redelijk eenvoudig. Ik kijk namelijk naar de algemene eisen die aan een student worden gesteld in dat jaar en koppel hier ICT aan. Hoe gaat dat in zijn werk in de praktijk? Uitgangspunt hierbij zijn de volgende zaken: studenten moeten werken aan de Kennisbasis ICT, studenten moeten bewijzen maken die aansluiten bij de competenties zoals we die voor elk jaar hebben geformuleerd, studenten moeten in elk assessment laten zien dat ze met ICT zijn bezig geweest.

Kennisbasis ICT
Tot nu toe werkten wij met de ICT-competenties zoals die in de Pabotool beschreven zijn. Vanaf het volgende semester gaan we werken met de Kennisbasis ICT zoals die door ADEF is geformuleerd. Wel met de aantekening dat ik deze nog niet compleet vind en die ik daarom heb aangevuld met de modellen zoals ik dat in vorige posts hebben laten zien.

Bewijzen maken die aansluiten bij de competenties
We hebben als opleiding een competentiegericht curriculum. Dat houdt in dat studenten werken aan de SBL-competenties. Hiervan is een vertaling gemaakt naar onze eigen opleiding en zijn deze op vier niveaus uitgewerkt (opleidingsbekwaam, beroepstakenbekwaam, werkplekbekwaam en startbekwaam.
De zeven SBL-competenties zijn: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, samenwerken met collega’s, samenwerken met de omgeving en reflectie en ontwikkeling.

Laten zien dat ze aan ICT hebben gewerkt
Studenten maken voor hun assessment verschillende producten (bewijzen). In het eerste en tweede jaar zijn dit bewijzen die verschillende competenties aantonen (in het eerste jaar losse competenties en in het tweede jaar al meer competenties in samenhang) en waarbij de student gebruikt maakt van de vakspecifieke criteria. Ze leggen ook een leergebieddossier aan waarin ze voor de verschillende vakken moeten laten zien wat ze gedaan hebben. In deze onderdelen laten studenten zien hoe ze aan ICT hebben gewerkt. In het derde en vierde jaar komen daar de leervragen en de onderzoeken die studenten doen bij. ook maken de studenten een groepsoverzicht en groepsplan waarmee ze leerlingen in beeld krijgen en op niveau kunnen bedienen.  In de bewijzen, leervragen en/ of onderzoeken moeten studenten aantonen dat ze ICT hebben toegepast.

Hoe gaat dit dan precies in zijn werk? Ik werk dit hieronder per jaar uit.

Jaar 1

Een student heeft ICT toegepast en wil dit opvoeren als bewijs in het assessment van het eerste jaar. De eerste vraag die dan gesteld wordt, is: aan welk onderdeel van de Kennisbasis ICT heb je hiermee gewertk? De tweede vraag luidt: Op welke manier sluit je hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment? De derde vraag is: Hoe heb je ICT verbonden aan een vak dat je hebt gegeven?

Idealiter zou het antwoord er van een student er dan bijvoorbeeld zo uit kunnen zien.

Ik heb een les gegeven waarbij ik gebruik heb gemaakt van ICT in de inleiding en verwerking. Het was een les aardrijkskunde waarbij ik in de inleiding het digibord heb gebruikt met het programma Google Earth en de leerlingen daarna aan het werk heb gezet met een webwandeling. In de inleiding heb ik met behulp van het programma Google Earth de voorkennis geactiveerd over het onderwerp dat aan bod kwam en heb aardrijkskundige begrippen behandeld zodat ik tegemoet kwam aan de eerste stap uit de geografische vierslag (waarnemen). Als verwerkingsvorm heb ik de webwandeling ingezet omdat ik leerlingen actief de begrippen wilde laten verwerken.

Ik heb hiermee gewerkt aan de Kennisbasis ICT aan de onderdelen Algemene didactiek (voor aanvang van een les de benodigde ICT middelen op juiste werking getest heeft), Presenteren (een digitaal schoolbord effectief en efficiënt kan gebruiken bij diverse didactische werkvormen),  Individueel werken (ICT optimaal en gericht integreren binnen de verschillende vakgebieden). Ik werk hiermee aan competentie 3 waarin de vakinhouden en didactiek centraal staan. ik heb ICT verbonden aan het vak aardrijkskunde waarbij ik rekening heb gehouden met de geografische vierslag en het niveau van kaartvaardigheden van mijn groep.

 Jaar 2

Een student heeft ICT toegepast en wil dit opvoeren als bewijs in het assessment van het tweede jaar. De eerste vraag die dan gesteld wordt, is: aan welk onderdeel van de Kennisbasis ICT heb je hiermee gewertk? De tweede vraag luidt: Op welke manier sluit je hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment? De derde vraag is: Hoe heb je ICT verbonden aan een het onderwijs dat je hebt gegeven?

Idealiter zou het antwoord er van een student er dan bijvoorbeeld zo uit kunnen zien.

Ik heb een project uitgevoerd waarin ik in de verschillende fasen van het project ICT heb toegepast. Tijdens de inleiding heb ik samen met de leerlingen een woordspin gemaakt op het digibord, daarna mocht een deel van de kinderen met behulp van een webquest zich verdiepen in een van de onderwerpen. Zij hebben als eindproduct een artikel geschreven. Een ander deel van de klas heeft de informatie vewerkt in een documentaire. We hebben ook nog gemaild met een expert die veel over het onderwerp wist. Alle producten zijn uiteindelijk op onze klassenweblog gezet. Door middel van de woordspin heb ik de voorkennis geactiviteerd van de leerlingen en heb ik gezamenlijk ideeën verkend om verder in te verdiepen. Ik sluit daarmee aan op algemeen onderwijskundige principes zoals die naar voren komen in het DI-model. Ook heb ik met de woordspin gewerkt aan de eerste stap uit het Big6 model waarmee ik aandacht besteed aan de informatievaardigheden van leerlingen en hen zodoende mediawijs maak. Daarna heb ik door middel van de verschillende verwerkingsopdrachten rekening gehouden met de verschillende leerstijlen en intelligenties van de kinderen in mijn klas. Ik betrek op die manier ook inhouden uit het vak Nederlands (zakelijk stellen) en beeldende vorming (videobewerking) bij mijn project. De weblog biedt voor de klas een mooi overzicht van de activiteiten die we gedurende het hele jaar hebben gedaan en hier kunnen we op het eind van het jaar op reflecteren.

Ik heb hiermee gewerkt aan de kennisbasis ICT op de volgende manier: Informatievaardigheden (voor leerlingen geschikte en betrouwbare digitale leerbronnen kan selecteren, passend bij hun leeftijd, sociaal-emotionele en morele ontwikkeling;  leerlingen kan leren om informatie doelmatig en doeltreffend te zoeken en te vinden; de student kent het begrip mediawijsheid en kan leerlingen hierin begeleiden). Algemene didactiek (ICT middelen in verschillende, daarvoor geschikte, onderwijssituaties/-activiteiten kan gebruiken en zijn keus kan beredeneren onder andere vanuit de behoeften en uitdagingen van de kennissamenleving; digitale leermiddelen kan inzetten om leerlingen te motiveren en stimuleren;  rekening houdt met verschillen in niveau, interesse, leerstijl en werktempo van leerlingen bij het geven van opdrachten. Presenteren (een digitaal schoolbord effectief en efficiënt kan gebruiken bij diverse didactische werkvormen). Samenwerken en communiceren (zijn leerlingen de regels van verantwoorde elektronische communicatie – één op één en in groepen – kan bijbrengen; kan omgaan met diverse (a)synchrone manieren om een expert op afstand in te zetten). Individueel werken ((educatieve) programma’s kent en gebruikt voor individueel werken;  ICT optimaal en gericht kan integreren binnen de verschillende vakgebieden. Begeleiden en evalueren (zijn leerlingen kan begeleiden bij het gebruik van internet zodat leerlingen in staat zijn relevante informatie te vinden en te beoordelen op kwaliteit en betrouwbaarheid; leerlingen kan begeleiden bij het onderzoek doen naar en analyseren van onderwerpen met behulp van een digitale leeromgeving; ICT kan gebruiken om metacognitie tot stand te brengen en het leren van elkaar te stimuleren, bijvoorbeeld in een digitaal portfolio of een weblog;

Ik sluit hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment. Ik werk aan competentie 3 en voer die in samenhang met competentie 4 uit door het uitvoeren een project. In het project hou ik rekening met de eisen die gesteld zijn vanuit onderwijskunde en wereldoriëntatie. Bij de verwerking van de webquest houdt ik rekening met de eisen die vanuit Nederlands zijn gesteld aan het schrijven van zakelijke teksen. Bij het maken van de documentaire kijk ik naar de eisen die hier vanuit beeldende vorming aan worden gesteld.

Jaar 3

Een student heeft ICT toegepast en wil dit opvoeren als bewijs in het assessment van het derde jaar. De eerste vraag die dan gesteld wordt, is: aan welk onderdeel van de Kennisbasis ICT heb je hiermee gewertk? De tweede vraag luidt: Op welke manier sluit je hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment? De derde vraag is: Hoe heb je ICT verbonden aan een het onderwijs dat je hebt gegeven?

Idealiter zou het antwoord er van een student er dan bijvoorbeeld zo uit kunnen zien.

Ik loop dit jaar bij de kleuters en heb me verdiept met behulp van een leervraag in het onderwerp beginnende geletterdheid omdat ik merkte naar aanleiding van mijn groepsoverzicht dat leerlingen in mijn groep hier op uitvallen. Ik heb daarom het onderwerp beginnende geletterdheid verder uitgediept en gekeken op welke manier ik hier ICT bij kan inzetten. Ik heb hiervoor een lessenserie ontwikkeld waarbij ik verschillende middelen inzet die tegemoet komen aan de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid. Voor ICT heb ik ervoor gekozen om met de kinderen een digitaal letterboek te maken waarin ze voorwerpen fotograferen die beginnen met een specifieke letter.

In een andere leervraag heb ik gekeken naar rekenen bij de kleuters en specifiek naar begrippen die te maken hebben met het ruimtelijk inzicht omdat uit de toetsen, die ik heb bekeken voor het groepsoverzicht, blijkt dat ze dat nog moeilijk vinden. Ook hier heb ik verschillende middelen ingezet die het ruimtelijk inzicht versterken. Zo heb ik de fotocamera gebruikt waarmee ze de begrippen in beeld konden brengen.

In mijn onderzoek (dat op schoolniveau moet worden uitgevoerd) heb ik gekeken hoe de educatieve software voor spelling en rekenen effectiever ingezet kan worden in de middenbouw. Leraren merken dat ze dit nog niet goed in de vingers hebben.

Ik heb hiermee gewerkt aan de Kennisbasis ICT op de volgende manier: Professionele attitude, instrumentele vaardigheden, algemene didactiek, individueel werken, begeleiden en evalueren en toetsen. De competenties waar ik aan heb gewerkt zijn: competentie 2, 3, 4, 5, 6 en 7. De vakken waarmee ik bezig ben geweest zijn Rekenen, Nederlands, Onderwijskundig en Pedagogiek en Onderzoeksvaardigheden.

Jaar 4

Een student heeft ICT toegepast en wil dit opvoeren als bewijs in het assessment van het vierde jaar. De eerste vraag die dan gesteld wordt, is: aan welk onderdeel van de Kennisbasis ICT heb je hiermee gewertk? De tweede vraag luidt: Op welke manier sluit je hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment? De derde vraag is: Hoe heb je ICT verbonden aan een het onderwijs dat je hebt gegeven? De vierde vraag luidt: op welke manier sluit het gebruik van ICT binnen je onderwijs aan bij de visie op onderwijs die je hebt ontwikkeld in de loop van de vier jaar?

Idealiter zou het antwoord er van een student er dan bijvoorbeeld zo uit kunnen zien.

Ik heb een pedagogisch groepsoverzicht en groepsplan gemaakt omdat de sfeer in de klas nog niet in orde was. Ik heb voor muziek een leervraag uitgewerkt omdat ik hier zelf nog te weinig mee gedaan heb en er op school te weinig aandacht voor is. Ik heb ook een leervraag uitgewerkt voor bewegingsonderwijs omdat ik vorig jaar de specialisatie bewegingsonderwijs heb gevolgd en me nog meer wilde toeleggen op differentiatie. Tot slot heeft de school mij gevraagd om te kijken naar het gebruik van digiborden in de onderbouw.

In het pedagogisch groepsoverzicht en groepsplan heb ik zowel gekeken naar de interactie tussen kinderen in de klas als ook online. Leerlingen uit mijn klas zitten namelijk na schooltijd veel op internet en ik wil weten wat ze daar doen. Als onderdeel van het verbeteren van de sfeer in de klas heb ik daarom een lespakket gebruikt dat ingaat op de gevolgen van digitaal pesten.

Voor de leervraag muziek heb ik de methode van school (die wel aanwezig was maar niet werd gebruikt) bekeken en lessen die hierin stonden verrijkt met ICT-opdrachten. Voor één les bijvoorbeeld waarin het ging over de invloed van muziek op de sfeer heb ik de leerlingen een kort filmpje laten maken waaronder ze steeds een ander soort muziekje moesten zetten.

In de leervraag voor bewegingsonderwijs heb ik gekeken hoe ik video als reflectiemiddel kon inzetten voor leerlingen die moeite hebben met samenspelen tijdens een balspel.

Voor mijn onderzoek naar het gebruik van digiborden in de onderbouw heb ik me verdiept in de verschillende soorten digiborden, voor en nadelen daarvan op een rijtje gezet als het gaat om gebruik bij de kleuters en dit overlegd met de onderbouwcoördinator. Naar aanleiding van dit overleg hebben we een keuze gemaakt voor het digibord dat wij het meest geschikt vinden voor de kleuters. Met de juffen uit de onderbouw gaan we nu kijken op welke we de scholing het beste kunnen laten plaatsvinden.

Ik heb hiermee gewerkt aan de Kennisbasis ICT op de volgende punten: Professionele attitude, Instrumentele vaardigheden, Didactiek en arrangeren en ontwikkelen. De vakken die ik hierbij heb ingezet zijn: Onderwijskunde en Pedagogiek, Muziek, Bewegingsonderwijs, Onderzoeksvaardigheden.

Hoe relateer ik dit aan mijn visie op onderwijs? Ik wil gedifferentieerd lesgeven om leerlingen op hun eigen niveau zich te laten ontwikkelen. ICT biedt hier de mogelijkheden voor. Ik wil leerlingen zelfstandig kunnen laten werken. ICT biedt ook hier de mogelijkheden voor. Ik wil leerlingen laten samenwerken. Ook hier biedt ICT mogelijkheden. Ik vind het ontwikkelen van meta-vaardigheden bij leerlingen belangrijk. Ook hier biedt ICT mogelijkheden voor.

In de voorbeelden die ik hierboven noem heb ik de ideale situatie geschetst naar aanleiding van de context van de opleiding waar ik werk. In andere contexten ziet die ideale situatie er waarschijnlijk weer anders uit. Of de context waarin ik functioneer ideaal is om zo goed mogelijk de Kennisbasis ICT te implenteren is een vraag waarvan ik het antwoord overlaat aan iedereen die bovenstaande leest.

Vandaag was de eerste dag van de onderwijsdagen 2010 (#owd2010). Mijn programma zag er als volgt uit: keynote bijwonen van Curtis Johnson, lezing van Wilfred Rubens, rondje beursvloer, zelf een presentatie verzorgen en afsluitend naar de keynote van Michiel Muller.

Curtis Johnson
Is schrijver van het boek Disrupting Class. In zijn keynote ging hij in op de manier waarop disruptive technology te werk gaat. In het kort komt het neer op het opkomen van een nieuw product dat het oude product vervangt. Niet omdat het nieuwe product direct beter is maar omdat het zaken wel gemakkelijker maakt. Een ander kenmerk is dat het snel beter wordt en dan ook beter dan de bestaande producten. Een laatste kenmerk is dat het de “middle man” uitschakelt. Een intermediair die er voor zorgt dat je krijgt wat je wilt. Hier maakte hij een mooie vergelijking met telefoonoperatoren die je doorverbinden met de andere kant van de lijn, monniken die er voor zorgen dat teksten vermenigvuldigd werden.
Hij gaf hierbij ook aan dat de oude producten niet verdwijnen maar wel een andere functie krijgen in het dagelijks gebruik. Een mooi voorbeeld hiervan vond ik was rijden in een rijtuig voortgetrokken door een paard. Kan natuurlijk nu met de auto maar een paardenritje is toch weer romantischer.
Johnson gaf aan dat de school twintigste eeuws is. Waarbij net gedaan wordt of kennis schaars is (terwijl het in overvloed aanwezig is), worden aparte cursussen aangeboden (terwijl problemen multidimensionaal zijn), waarbij we ons richten op preformance problemen (in plaats van op motivatieproblemen), waarin studenten allemaal hetzelfde zijn (in plaats van erg verschillend) en waarin standaardisatie het uitgangspunt is (in plaats van radical personalisation).
Tot slot gaf Johnson aan hoe je ruimte kon bieden aan disruptive innovation. Twee zaken zijn hier in ieder geval voor nodig volgens hem: een aparte ruimte waarin geëxperimenteerd kan worden en autonomie.

Presentatie Wilfred Rubens
De presentatie van Wilfred ging over motivatie en leren. Hij benoemde 9 manieren om mensen te motiveren:

  1. autonomie (daar is ie weer)
  2. doelgerichtheid (betekenisvol en authentiek)
  3. betrokkenheid (meesterschap)
  4. sociale verbondenheid (social presence)
  5. perceptie van interactie
  6. publiceren
  7. privacy
  8. progressie zien
  9. gebruikersvriendelijkheid

Een boek dat Wilfred aanhaalde was het boek Drive van Daniel H. Pink.

Tijdens de sessie werd ook met een backchannel gewerkt en was er gezorgd voor een zaalmicrofoon. Daarvoor had Wilfred ondersteuning van twee mensen. Ik vond het knap om te zien hoe het in de presentatie verwerkt was. Het leverde vooral een mogelijkheid op om vragen vanuit de zaal te stroomlijnen. Willem Karssenberg die de backchannel monitorde deed dit prima. Als spreker heb je namelijk geen tijd om de vragen die interessant zijn er uit te filteren. Er waren niet veel mensen die thuis via de backchannel reageerden volgens mij.
Zelf weet ik niet of ik de backchannel zou durven inzetten. Je moet wel heel goed de lijn van je verhaal kunnen vasthouden. Dat gebeurde gelukkig wel.

Rondje beursvloer
Na de eerste presentatieronde ben ik de beursvloer opgegaan. Daar gekeken bij de Surface tafel met daarop educatieve software van het bedrijf Onwijs. Die hadden mooie software gemaakt voor touchoppervlaktes waar je met meerdere mensen tegelijkertijd aan kunnen werken. Een mooie manier om leren bij een groep leerlingen te stimuleren.
Ik heb ook nog gekeken bij de stand van de HU die samen met Presentations2Go een onderzoek deden naar taggen van weblectures. Mooie ontwikkelingen waar we binnen ons eigen onderwijs ook maar naar moeten gaan kijken.

Eigen presentatie
In de ronde van 14:45 tot 15:30 mocht ik zelf een presentatie verzorgen. Deze ging over de vraag wat, wie en hoe je ICT in de lerarenopleiding kan inbedden. Gelukkig was er genoeg belangstelling voor de presentatie. Vond het ook erg leuk om te geven en met anderen van gedachten te wisselen. De presentatie die ik gaf staat hieronder. Daaronder vind je het overzicht dat ik samen met mijn collega Don Zuiderman heb gemaakt van ons programma tot nu toe.
Vond het fijn om te zien dat er verschillende collega’s van de HU bij aanwezig waren. Morgen hebben we tijdens de lunch afgesproken om met elkaar te praten over de onderwijsdagen.

Programma Overzicht ICT

Michiel Muller
De afsluitende keynote was van Michiel Muller. Hij vertelde een verhaal over ondernemerschap. Een aansprekend verhaal waarin hij duidelijk maakte hoe hij met Route Mobiel, Tango en BiedenenWonen zich als innovatieve ondernemer heeft gedragen.
Hij liet in zijn presentatie ook de creatiespiraal van Marinus Knoope zien. Die kende ik nog niet maar zag mooie overeenkomsten met de cyclus van Kantelende Kennis die we bij het lectoraat gebruiken.

Vooral de stappen Geloven en Volharden spraken me erg aan. Ergens achter gaan staan, houdt dit voor mij in, en daar dan ook helemaal voor gaan. Niet half bakken maar echt met overtuiging.