Het Weer

 
 


Inleiding Opdracht Handelingen Bronnen Beoordeling Leerkracht

Afsluiting

Je hebt het volgende geleerd over het weer:

  • Je weet wat je kunt aflezen aan een weerkaart

  • Je weet dat men 4 verschillende meetinstrumenten gebruikt om het weer te kunnen voorspellen. Je kunt er minstens 2 noemen.

  • Je weet waar de afkorting KNMI voor staat.

  • Je kunt vertellen hoe de waterkringloop loopt.

  • Je weet wat de evenaar is en je kunt minstens 2 landen noemen die op de evenaar liggen.

  • Je weet wat het broeikaseffect is.

  • Je kunt uitleggen wat voor rol kroosvaren kan spelen in het broeikaseffect.

  • Je kunt vertellen wat de gevolgen zijn van het broeikaseffect.