De ontdekkingsreis

 
 


Inleiding Opdracht Handelingen Bronnen Beoordeling Afsluiting Leerkracht

Inleiding

 "Drie maanden kregen we geen goed voedsel te eten. We aten beschuit die niet langer beschuit was, maar beschuitspoeder waarin wormen kronkelden. Die hadden de beschuit helemaal aangevreten. Alles stonk naar de urine van de ratten. We moesten zelfs, om niet te sterven van de honger, stukken leer (stukken huid van dieren) eten. Dat rukten we van het schip af, waar het was aangebracht om het touwwerk niet te slijten. Deze stukken leer waren zo hard dat we ze vier of vijf dagen in zeewater moesten weken , om ze opnieuw soepel te maken. Daarna kookten we ze zodat deze konden kauwen. En ook waren we soms gedwongen om zaagsel of zelfs ratten te eten. Er werd zo'n jacht gemaakt op die ratten dat ze werden verkocht voor een halve dukaat (een dukaat is een geldstuk) per stuk."