Standpunten en schaduwen

 
 


Inleiding

Je krijgt van de meester of juf steeds een afbeelding te zien. Jij overlegt met een klasgenoot wat het antwoord zou kunnen zijn. Je geeft ook steeds een reden waarom je denkt van wel of niet.

De antwoorden vul je op dit werkblad in.

De antwoorden bespreken jullie eerst. Daarna gaan we naar het antwoord kijken.

Je juf of meester heeft het bestand dat je moet gebruiken.

Opdracht 1

  • Zou de man onder de boom de torenklok kunnen zien?
  • Zou de man aan de achterkant van de kerk de torenklok kunnen zien?
  • Zou de man aan de rechterkant de klok kunnen zien?
  • Zou de man aan de linkerkant de klok kunnen zien?

Opdracht 2

  • Welke man zou in schaduw staan om 3 uur smiddags op 13 maart 2009?
  • Op welk tijdstip van de dag zou de man onder de boom in de schaduw staan?
  • En dan man aan de linkerkant van de kerk?

Opdracht 3

De schaduw van de toren is het langst.

  • Probeer dit eens te schatten hoeveel meter de schaduw zou kunnen zijn?

21 juni is de langste dag.

  • Hoe lang zou de schaduw dan om 15:00 zijn?

21 februari is de kortste dag.

  • Hoe lang zou de schaduw dan om 15:00 zijn?