Opdracht 1 |
Je weet niet waar de eerste spoorlijn liep,
en in welk jaar dit was. |
Je weet alleen waar de eerste spoorlijn
liep, het jaar, en de afstand. |
Je weet de afstand, hoe hard, hoeveel km/per
uur, het jaar, en de plaatsen. |
0,
1 of 2 |
Opdracht 2 |
Je weet alleen tussen welke plaatsen de oude lijn liep. |
Je hebt alleen een foto van de oude lijn. |
Je hebt een foto, en je kan vertellen waarom
de oude lijn zo belangrijk voor Nederland is geweest. |
0,
1 of 2 |
Opdracht 3 |
Je weet niets over de spoorlijnen
tegenwoordig in Nederland. |
Je weet waarom er in Nederland in sommige
delen veel spoorlijnen zijn, en in andere delen minder. |
Je weet veel te vertellen over de
spoorlijnen in Nederland. Je hebt zelf een spoorlijn bedacht
om nieuw aan te leggen, en je hebt hier een foto van. |
0,
1 of 2 |