| |
|
Gemiddeld
( 1 punt) |
Goed
(2 punten) |
Score |
|
Vraag 1
a,b,c |
Leerling denkt dat er meer land is. |
Leerling weet dat er meer water is. |
Leerling weet dat er meer water is en noemt
het juiste percentage. |
0, 1 of 2 |
|
Vraag 2
a,b |
Leerling weet niet aan welke zee Nederland
grenst. |
Leerling heeft gevonden dat het om de North
Sea gaat. |
Leerling weet naast de Engelse naam ook de
Noordzee te noemen. |
0, 1 of 2 |
|
Vraag 3
a,b |
Leerling kan niet vinden aan welke zeeën de
stranden grenzen. |
Leerling heeft 1 van de 3 zeeën goed bij
vraag a. |
Leerling heeft 2 van de 3 zeeën goed bij
vraag a. Leerling heeft vraag b goed beantwoord. |
0, 1 of 2 |
|
Vraag 4
a,b,c |
Leerling heeft vraag a en c fout beantwoord
of niet gemaakt. |
Leerling heeft vraag a goed gemaakt. |
Leerling heeft vraag a goed beantwoord en
kan een goede uitleg geven bij vraag c. |
0, 1 of 2 |
Vraag 5
a,b |
Leerling heeft 3 of minder vragen goed beantwoord. |
Leerling heeft minstens 4 vragen goed beantwoord |
Leerling heeft minstens 6 vragen goed beantwoord. |
0, 1 of 2 |
|
Presentatie |
De presentatie is onoverzichtelijk en zit vol fouten |
De presentatie is overzichtelijk maar er zitten foutjes in |
De presentatie is overzichtelijk en klopt helemaal. |
0, 5 of 10 |
| |
|
|
Totaal score: |
|
Beoordeling