Op verschillende blogs (Margreet, Andre, Wilfred en Willem) zie ik zaken voorbij komen over ICT-competenties. Andre gaat in op de ICT-eindtermen zoals ze in Vlaanderen worden benoemd. Margreet koppelt het aan de discussie die op 3 oktober door Ict op school in het kader van Di-beter wordt georganiseerd en gaat specifiek in op webwijsheid. Wilfred gaat in op het feit dat jongeren ICT-competent moeten worden. Verder verwijst Willem nog naar een bericht op de scholenlijst waar een van de listeres graag een lijstje wil opstellen over ICT-vaardigheden.
Mijn mening
Ik vind het aardig om te zien op welke verschillende manieren gesproken wordt over ICT-competenties. Soms worden ze smal geïntepreteerd soms breed. Soms gericht op één doelgroep. Soms op meerdere tegelijkertijd. Als ik het zelf heb over ICT-competenties dan heb ik het over de competenties waar studenten van de Pabo aan moeten werken. De ICT-competenties die we hebben opgesteld zijn afgeleid van de SBL-competenties.
Het gaat dan om de competenties: Interpersoonlijk, Pedagogisch, Vakinhoudelijk en didactisch, Organisatorisch, Samenwerken met collega’s, Samenwerken met de omgeving en Reflecties. We hebben voor deze indeling gekozen omdat dit de zaken zijn waar elke leerkracht mee te maken krijgt. Uitgangspunt hierbij was: hoe kunnen we hier met ICT bij aansluiten. Ik vind dit, daarom, een mooie indeling.
In de opleiding
In de opleiding proberen we deze punten daarin ook te integreren. Dit jaar zijn we daar mee gestart. In het eerste en tweede jaar ligt de nadruk op aanbod. In het derde en vierde jaar heeft de student de mogelijkheid meer zijn eigen weg te kiezen.
Concreet zijn we in deze periode nu bezig met het thema Signaleren en analyseren van verschillen tussen kinderen. We hebben ook gekeken hoe we daar als ICT aan bij kunnen dragen. In dit thema zijn we begonnen met een startcollege waarin we de theoretische achtergronden over verschillen tussen kinderen en de manieren waarop ICT daarop in kan spelen, uiteen zijn gezet. In het thema staan de SBL-competentie Pedagogisch en Didactisch op een rijtje (zie voor de precieze indicatoren de presentatie). De ICT-competenties die daarbij aan bod komen zijn:
Pedagogisch competenties
1.De student heeft kennis over het aanbod van digitale hulpmiddelen bij observaties en handelingsplannen in het basisonderwijs.
2.De student is bekend met de leefwereld van kinderen en weet welke rol ict daarin speelt
Vakinhoudelijk en didactische competenties
3.De student kan gebruik maken van de mogelijkheden van educatieve software bij het evalueren van activiteiten.
6.De student kan ICT inzetten om tegemoet te komen aan verschillen bij leerlingen.
In de praktijk
Na het startcollege gaan we in drie practica in op de onderwerpen: ontwerpen van onderwijs waarbij je inspeelt op verschillen, educatieve software en leerlingvolgsystemen en kinderportfolio’s.
Hieronder zie je de presentatie zoals ik die in het startcollege heb gegeven.
Na aanleiding van dit startcollege formuleren we vragen voor de kennistoets. In de casustoets en in het portfolio moet de student ook laten zien op welke manier hij/ zij hier mee bezig is geweest.
In de volgende periode
In de volgende periode van het tweede jaar gaan we in op het gebruik van ICT bij vakoverstijgend werken. We willen daarbij aandacht besteden aan onder andere het gebruik van games en internet.
In het eerste jaar besteden we in de volgende periode aandacht aan de vraag op welke manier ICT de ontwikkeling van jonge kinderen beïnvloedt.
Comments
Leave a comment Trackback