Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts published in november, 2011

Van onze verslaggever – Utrecht
Uit onderzoek (Dummer, 2012) blijkt dat papieren schoolboeken gevaarlijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen. “Een inhoudsanalyse laat zien dat papieren schoolboeken op alle fundamentele educatieve elementen voor leermiddelen, een onvoldoende scoren,” alsdus de onderzoeker.
In het onderzoek is gekeken naar verschillende punten: inhoud, adaptiviteit, gebruiksvriendelijkheid voor de leerling en inzetbaarheid voor de leerkracht. Op alle vier onderdelen scoren schoolboeken onvoldoende.

Inhoud
Voor het onderdeel inhoud is gekeken op welke manier gebruik is gemaakt van de verschillende media. In schoolboeken komen slechts twee soorten media voor: tekst en afbeeldingen. Papieren schoolboeken laten de media audio, video en intelligentie links liggen. “Een gemiste kans,” volgens de onderzoeker die hierbij wijst op de cognitieve multimedia theorie van Mayer (1998) waarmee duidelijk wordt dat een leermiddel waarin auditieve en visuele informatie elkaar versterken, zorgt voor een verminderde cognitieve load bij leerlingen. “Papieren schoolboeken maken het leren onnodig lastig”, alsdus Dummer.

Adaptiviteit
Op het onderdeel adaptiviteit scoren papieren schoolboeken ook onder de maat. Teksten en afbeeldingen liggen vast en opdrachten kun je niet meer aanpassen. “Om een simpel voorbeeld te geven: voor leerlingen met dyslexie zou het erg prettig zijn als je het lettertype zou kunnen aanpassen. Met papier lukt dit niet. Ook het voorlezen van de teksten lukt niet.” Ook teksten vergroten of zinsconstructies aanpassen op het AVI-niveau ligt met papieren schoolboeken moeilijk. “Extra instructie door middel van een animatie of video is ook onmogelijk”, zegt Dummer. “Van een leraar wordt verwacht dat hij in het kader van opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken zijn instructie aanpast op het niveau van een leerling. Maar hoe moet die leraar dat nou doen als een van zijn belangrijkste hulpmiddelen nog stamt uit de middeleeuwen. Het enige dat in de loop van de tijd is aangepast is dat de hoeveelheid tekst ten opzichte van de afbeeldingen is verminderd. Noem dat maar vooruitgang!”

Gebruiksvriendelijkheid
Op het onderdeel gebruiksvriendelijkheid voor de leerling scoren schoolboeken ook onder de maat. De enige mogelijkheden die in schoolboeken zijn te vinden zijn: het gebruik van duidelijke titels en tussenkopjes en een index. Volgens Dummer is dat laatste een hopeloos ouderwets systeem. “Je moet eerst achter in het boek kijken en hopen dat de auteur zo vriendelijk is geweest om het lemma dat je wilt onderzoeken op te nemen. Dan moet je handmatig de bladzijden omslaan om te kijken of de uitwerking van dat lemma ook past bij jouw informatiebehoefte.” In boeken kun je geen gebruik maken van de zoekfunctie CTRL-F of CMD-F. Ook is het in boeken niet mogelijk om je eigen stukjes tekst te taggen zodat je die later weer gemakkelijk terug kunt vinden.
Een ander punt dat de gebruiksvriendelijkheid niet te goede komt heeft meer betrekking op de papieren werkboeken en schriften die als packagedeal bij de papieren schoolboeken worden geleverd. Leerlingen weten niet of de oefeningen die ze maken nu goed zijn of niet. Het papieren werkboek en schrift zijn niet in staat om directe feedback te geven. Daarmee zorgen de papieren leermiddelen voor onnodige verwarring en tijdverlies.

Inzetbaarheid
Op het onderdeel inzetbaarheid voor de leraar scoren papieren schoolboeken ook onvoldoende. Op verschillende punten zijn de uitkomsten zorgelijk. Distributie en innemen van papieren schoolboeken in de klas gaan ten koste van de onderwijstijd. Ook is het voor de leraar niet mogelijk om de teksten en afbeeldingen in de papieren schooboeken aan te passen op de schoolomgeving of de klassensituatie. “Inspelen op de actualiteit of de interesses van de leerlingen worden daarmee bemoeilijkt.”
Hebben de leerlingen het werk gemaakt dan moet de leraar zelf nog tijd investeren om het gemaakte werk na te kijken en te beoordelen. De tijd die een leraar hiermee kwijt is kan hij niet investeren in de voorbereiden van nieuwe lessen.

Reactie uitgevers
Gevraagd is aan uitgevers om te reageren op het onderzoek van Dummer. Uitgevers geven aan in te spelen op de vraag uit de markt. Zolang leraren genoegen nemen met de papieren schoolboeken zien ze geen reden om het concept te veranderen, laten ze via een woordvoerder weten.
Ze geven bovendien aan dat er verschillende randmaterialen beschikbaar zijn gesteld om aan de nadelen van de papieren schoolboeken tegemoet te komen.
Dummer in reactie hierop geeft aan dat hij het jammer vindt dat uitgevers het businessmodel belangrijker vinden dan de ontwikkelingen van kinderen. Hij stelt voor om accijnzen te heffen op de verspreiding van schoolboeken. “Net zoals alcohol en tabak zijn papieren schoolboeken slecht voor de ontwikkeling van kinderen. Blootstellen aan de schadelijke gevolgen hiervan zou eigenlijk verboden moeten worden. Maar het heffen van accijnzen levert de staatskas natuurlijk ook het nodige op.” Oppositiepartijen hebben aangekondigd hier kamervragen over te stellen. Wordt vervolgd…

Dummer, G. (2012). Papieren schoolboeken zijn slecht voor de ontwikkeling van kinderen. Utrecht: in eigen beheer
Mayer, R. E.; R. Moreno (1998). “A Cognitive Theory of Multimedia Learning: Implications for Design Principles”. http://www.unm.edu/~moreno/PDFS/chi.pdf.

OWD 2011

1 comment

In deze post beschrijf ik mijn bevindingen van de Onderwijsdagen 2011, georganiseerd door SURF en Kennisnet. Ik zal daarbij de volgende onderwerpen bij langs lopen: de app, het edubloggerdiner, de opzet van het programma, dag 1, dag 2 en twittergebruik.

De app
Dit jaar kon je voor het eerst gebruik maken van een app op je mobiele telefoon om te kijken wat je te wachten staat. Ingangen zijn: het programma, keynotes ne thema’s. Verder wordt uitgelegd wat je op het netwerkplein kunt vinden, krijg je informatie over de onderwijsdagen in het algemeen, blijf je op de hoogte van de laatste nieuwtjes en zie je een lijst van deelnemers. Ook kon je met behulp van de app gebruik maken van een zogenaamde Friend Locator.
Het idee van de app vind ik een prachtig vernieuwende manier om de Onderwijsdagen nog toegankelijker te maken. SURF en Kennisnet zijn met hun tijd meegegaan door het aanbieden van deze app. Over de meeste onderdelen ben ik dan ook erg tevreden. Bijvoorbeeld de Alerts die je krijgt op het moment dat er iets verandert in het programma. Ook het bekijken van de deelnemerslijst is op een handige manier gedaan.
Het onderdeel Friend Locator kwam naar mijn idee niet goed uit de verf. Ik vind het voor deze paar dagen te omslachtig om hier gebruik van te maken. Beter was het geweest om, a la Facebook, iedereen standaard aangemeld te laten zijn bij Friend Locator. Wil je er geen gebruik van maken dan geef je dit aan. Verder kan Friend Locator tot op dertig meter nauwkeurig iemand lokaliseren. Niet echt heel precies als je in een gebouw bent.
Een ander minpunt van de app, die anderen volgens mij ook al naar voren hebben gebracht, is dat je er niet je programma op samen kunt stellen. Dat was voor mij in eerste instantie de reden om de app te downloaden. Ik vond het daarom ook jammer te ontdekken dat die functionaliteit niet aanwezig was.
Volgend jaar moet de organisatie dus zeker weer een app gaan uitbrengen. Misschien dat ze er dan FourSquare in kunnen integreren.

Het edubloggerdiner
Al voor de achtste keer gaat het Edublog/ Edubloggerdiner vooraf aan de onderwijsdagen. Het is een evenement waar ik graag bij ben. De mensen die er komen zijn op een innovatieve manier met ICT en onderwijs bezig en is dus een inspirerende groep. Vanaf 2006 ben ik er bij aanwezig geweest. Het is leuk om tijdens het diner een vaste groep bekenden tegen te komen. Nog leuker is het om ook steeds weer nieuwe gezichten te zien. Sinds 2008 kun je je aanmelden via deze wiki. Een paar cijfers op basis van deze wiki:

Weet je de ontbrekende cijfers dan kun je die zelf aanvullen.

De opzet van het programma
Een paar dingen waren opvallend aan de opzet van het programma. Belangrijkste die er voor mij uitspringen waren de publieke stemming en de Silent Speeches. Iedereen kon zich van te voren inschrijven om een eigen presentatie te komen verzorgen op De Onderwijsdagen. Er was dit jaar nog meer plek hiervoor dan in voorgaande jaren. Zo kun je als deelnemer invloed uitoefenen op de inhoud van de onderwijsdagen. Een mooi initiatief. De Onderwijsdagen krijgen zo kenmerken van een unconference. Dit zou je naar mijn idee nog meer kunnen doorzetten door ook vormen op De Onderwijsdagen zelf te kiezen die hierbij passen zoals een TeachMeet.
De Silent Speeches vond ik een creatieve vorm om ook tijdens de lunch informatie te verkrijgen. Ik heb er echter geen gebruik van gemaakt omdat ik liever met collega’s wilde spreken. En dan vormen de grote koptelefoons toch een behoorlijke barrière.
Verder zijn er een aantal zaken die voor De Onderwijsdagen al zo vanzelfsprekend zijn dat je vergeet dat ze bijzonder zijn: videoregistraties, twitterstream, weblog met gastbloggers en linkedIngroep. Andere (Nederlandse) congressen kunnen hier een voorbeeld aan nemen.

Dag 1
Ik zal per dag beschrijven wat me het meest is bijgebleven. Dus verwacht geen complete verslagen van de sessies. Wat ik belangrijk vond zal ik hier weergeven.

Keynote Erik Duval
In de keynote van Erik Duval spreekt hij onder andere over Open Content en Open Learning. Nu kende ik al wel het fenomeen Open Content maar Open Learning en de term MOOC was voor mij nieuw. MOOC staat voor Massive open online course. Een voorbeeld van een MOOC is Change. Opgezet door George Siemens, Stephen Downes, and Dave Cormier. Inmiddels werken hier meer dan 30 experts aan mee. Belangrijkste leeractiviteiten zijn: aggregate, remix, repurpose en feed forward. Een mooi initiatief om in de gaten te houden. Zouden we bijvoorbeeld in Nederland ook een MOOC kunnen opzetten?

Het belangrijkste onderdeel van de keynote van Erik Duval was het onderwerp Learning Analytics. Op basis van cijfers over het leergedrag van studenten bepalen wat handige vervolgstappen zijn. Learning Analytics vindt zijn inspiratie buiten het onderwijs in onder andere applicatie zoals RunKeeper waarmee je op basis van je hardloopprestaties feedback krijgt over het vervolg.
In het onderwijs zijn we op weg om op basis van deze techniek ook te gaan werken. Denk maar aan de leerlingvolgsystemen die nu al alle informatie netjes voor je kunnen verzamelen. Een volgende stap is dat ze ook suggesties doen voor het vervolg.



Weblecture in het MBO
De eerste presentatie die ik heb gevolgd was getiteld: Weblecture in het MBO. In deze presentatie werden zeven scenario’s gepresenteerd om met weblectures in het MBO aan de slag te gaan:

  1. uitleg basisbegrippen
  2. demonstratie
  3. intro project
  4. compacte les
  5. uitleg moeilijke opgave
  6. showcase
  7. live volgen lessen

Mooi om de mogelijkheden zo op een rijtje te zien. Mogelijkheid 7 werd voor het MBO minder geschikt geacht. In de presentatie werd regelmatig verwezen naar Collegerama van de TU Delft. In dit kader kan natuurlijk ook de website weblectures.nl niet ongenoemd blijven. Op de pagina Canon vind je een overzicht van de didactische mogelijkheden van weblectures.

Augmented Reality in the spotlights
Dit was de tweede sessie van deze dag voor mij. Er werden zeven manieren gepresenteerd voor augmented reality:

  1. Zichtbaar maken van informatie
  2. Zichtbaar maken van onderliggende structuren
  3. Storytelling/ Role Playing
  4. Ontdekkend leren
  5. 3D modelleren
  6. Gaming
  7. Marketing

Een voorbeeld dat ik nog niet kende was het programma Guubes. Hieronder zie je een video wat de mogelijkheden er van zijn:




Of je het hiermee ook al direct in het onderwijs kunt gebruiken vraag ik me af.

E-merge: Haal meer uit Osiris met E-coach!
Dit was de titel van de derde sessie. Op de hogeschool gebruiken we Osiris en zoeken we naar een manier om studenten goed te kunnen volgen en makkelijk over kunnen dragen aan een nieuwe SLB’er. De optie e-coach is dan een goede mogelijkheid.


Keynote Bas Haring
De afsluitende keynote van de eerste dag was van Bas Haring. Hij belichtte drie voorspellingen: er zou meer fragmentarisch leren plaats gaan vinden, delen van informatie zou ten koste gaan van creativiteit en ICT biedt goede mogelijkheden voor het doen van onderzoek door jonge mensen. De hele keynote is hier te bekijken.



Bij fragmentarisch leren moest ik denken aan informeel leren. In de stelling dat delen ten koste zou gaan van creativiteit kan ik me niet zo vinden.

Dag 2

De beste balans van Nederland
Op de tweede dag mocht ik, samen met Alfons ten Brummelhuis, Annette Kil en Paul Kirschner, zitting nemen in een panel in de sessie De beste balans van Nederland. In deze sessie presenteerden drie scholen hun vier in balans. Wij mochten hier verhelderende vragen stellen en hen feedback geven. Erg leuk om de verschillende scholen te horen en om hier feedback op te mogen geven.

Online modules voor ICT-docentprofessionalisering
In de sessie Online modules voor ICT-docentprofessionalisering werden de resultaten gepresenteerd vanuit het MarchET project. MarchET staat voor Make Relevant Choices in Educational Technology. Er zijn vier modules ontwikkeld: samen kennis opbouwen, kennis en inzicht peilen, begeleiden op afstand en onderwijstoepassingen web 2.0.

Keynote Hans Aarsman
Hans Aarsman is de Sherlock Holmes van de fotografie. Hij ziet foto’s als bewijsmateriaal dat je kunt bestuderen. En dat doet hij op een verrassende manier. Zoals anderen teksten bestuderen zo doet hij dat met foto’s.



ICT-organisatie van de Sterrenschool
De presentatie van de Sterrenschool vond ik inspirerend. De 5 sterren van de sterrenschool zijn:

  1. Het hele jaar open van 7 tot 7
  2. Kinderen leren in 1 klimaat
  3. Maatwerk voor ieder kind
  4. Nadruk op rekenen, taal en lezen
  5. Binding met de buurt

Maatwerk voor ieder kind noemen ze binnen de Sterrenschool een “gepersonaliseerde leerreis”. Vanuit ICT gezien draait het hierbij om vier kernen: digitale leeromgeving, informatieoverzicht, planning boekingssysteem en een administratief systeem voor individueel leersysteem.

Hieronder een filmpje van het concept:



ikkhan.nl
In deze laatste sessie stond de Khanacademy centraal en de Nederlandse variant in ontwikkeling hierop. Naar aanleiding daarvan zelf maar eens aan de slag gegaan met sommen op de Khanacademy zelf.

Het werkt verslavend. En houdt direct alle vorderingen bij. In het filmpje hieronder legt Khan zelf uit hoe het werkt.

Keynote Russell Prue
De afsluitende keynote werd gegeven door Russel Prue. Een druk mannetje dat op vermakelijke manier vertelt over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT en Onderwijs.




Twittergebruik
Dit jaar was ik voor het eerst in staat om met mijn mobiel op een eenvoudige manier te twitteren. Hieronder een paar statistieken van The Archivist

Top-gebruikers

Bronnen

En van Tweetstats.com komen de volgende plaatjes:

Tweettimeline

De Tweetcloud

In deze post wil ik de beginnende samenwerking beschrijven tussen de sectie van Natuuronderwijs en onze sectie bij het gezamenlijk ontwerpen van een les voor onze tweedejaars studenten waarin natuuronderwijs en ICT samenkomen. Het is namelijk de eerste keer dat we een gezamenlijke les gaan vormgeven.

Belicht vanuit de T van TPACK
We zijn als sectie ICT en onderwijs met bijna alle vakken een samenwerking aangegaan. In die samenwerking proberen we verschillende aspecten van het gebruik van ICT aan bod te laten komen. Zo proberen we de kennisbasis ICT voor studenten te verweven in ons programma. We laten zien hoe je ICT inzet in het kader van je instructie, in kader van de verwerking en in kader van toetsing.
In het thema waarin we gaan samenwerken met Natuuronderwijs staat projectmatig werken centraal. Voor projectmatig werken mag je trouwens ook thematisch werken, vakoverstijgend werken, vakintegrerend werken of vakdoorsnijdend werken lezen. Natuurlijk zijn hier allemaal weer verschillen tussen maar aan die discussie wil ik hier even geen aandacht aan besteden. We gebruiken in dit thema een eenvoudig model waarmee je de verschillende fasen van projectmatig werken kunt benoemen: introductie, informatiefase, verwerkingsfase, presentatie/ afsluiting en evaluatie. Dit model wordt door alle vakken in dit thema aangehouden. Vanuit ICT proberen we met de verschillende vakken aandacht te besteden aan de verschillende fasen. De meeste nadruk ligt op de informatiefase (kennis laten maken met het informatievaardighedenmodel en de relatie met overige werkvormen waarmee leerlingen het internet kunnen inzetten om informatie te verwerven) en de verwerkingsfase (aangepaste digitale taxonomie van Bloom en meervoudige intelligenties).
Ons eerste idee was om binnen dit thema op het gebied van ICT en Natuuronderwijs aan de slag te gaan met Lego Mind Storms. Lego Mind Storms past naar ons idee goed binnen de scoop van Natuuronderwijs waar namelijk ook techniek onder valt. Een ander idee dat we hebben is het gebruik van de e-sense. Een digitale sensor om metingen te gaan doen. Lego Mind Storms en de e-sense zijn middelen waarmee leerlingen op een onderzoekende manier mee aan de slag kunnen gaan. Ze zijn bezig met natuuronderwijs, techniek en ICT. Tegelijkertijd biedt dit mogelijkheden voor rekenen: verwerken van de resultaten in tabellen en grafieken. Past naar ons idee dus goed in projectmatig werken.

Belicht vanuit de CK van TPACK
Vanuit de sectie Natuuronderwijs zijn er andere overwegingen die een rol spelen. Die overwegingen zet ik hier op een rijtje. De eerste overweging is de beperkte hoeveelheid tijd die er op de basisschool is voor het vak natuuronderwijs. Op het rooster van de meeste basisscholen staat natuuronderwijs gewoon ingepland maar het komt nogal eens voor dat die tijd verdwijnt omdat het opgaat aan andere zaken. Een tweede overweging is de breedte van het vak natuuronderwijs. Er zijn veel thema’s die aan bod moeten/ kunnen komen. Een derde overweging is de beperktheid in middelen van veel basisscholen. Een vierde overweging zijn de accenten die de sectie Natuuronderwijs zelf wil leggen in het aanbod van het vak. Dit accent is gericht op duurzaamheid.
Deze overwegingen zorgen er voor dat de ideeën over het werken met Lego Mind Storms en de e-sense niet direct heel enthousiast worden ontvangen. Het werken met Lego Mind Storms en de e-sense kost tijd. Het is maar een klein onderdeel van het vak natuuronderwijs. Het kost geld om de materialen aan te schaffen. En het is niet direct gericht op duurzaamheid.

Terug naar de T van TPACK
Omdat het voorstel nog niet heel enthousiast werd ontvangen ben ik verder gaan kijken naar de mogelijkheden van ICT en Natuuronderwijs. Een aantal bronnen kwam ik hierbij tegen die ik heb verzameld op mijn diigo-pagina over Natuuronderwijs en ICT:

In een vervolgoverleg noemde de collega bij het onderwerp duurzaamheid ook het GLOBE Program. GLOBE staat voor Global Learning and Observations to Benefit the Environment. En is een:

worldwide hands-on, primary and secondary school-based science and education program. GLOBE’s vision promotes and supports students, teachers and scientists to collaborate on inquiry-based investigations of the environment and the Earth system working in close partnership with NASA, NOAA and NSF Earth System Science Projects (ESSP’s) in study and research about the dynamics of Earth’s environment.

Het heeft als doel:

to engage students in measuring, investigating, and understanding the climate system in their local communities and around the world.

Het is een uitgebreid programma voor zowel basisschool als voortgezet onderwijs. We moeten gezamenlijk kijken of we hier iets mee kunnen doen.

Wordt vervolgd…
Het programma is dus nog niet klaar. Er moet nog meer overleg plaatsvinden. Ideeën genoeg. Nu nog zorgen voor een concretisering op lesniveau. Ideeën van anderen zijn natuurlijk van harte welkom.