Vorige week maandag, 5 oktober, was de laatste bijeenkomst van de serie Plug In, in het kader van de Studium Generale van de Universiteit Utrecht. Deze keer werd de lezing verzorgd door prof. dr. Pieter Winsemius. Een mooie afsluiting van de reeks. Hij begon zijn lezing met de uitspraak:

“de toekomst is niet wat het geweest is.”

Deze uitspraak vond ik zo sterk dat ik dacht: die kan hij nooit zelf bedacht hebben. Misschien stom dat te denken maar ik dacht: laat ik die uitspraak maar eens googlen. Eerst in het Nederlands. Maar de resultaten die ik daar vond, leken mij niet voldoende. Daarom maar eens vertaald in het Engels. Daarmee een nieuwe zoekactie uitgevoerd. Een van de hits was deze blog. Waarin ik las dat Thomas Friedman de Franse poeet Paul Valery citeert met:

“The trouble with our times is that the future is not what it used to be.”

Waarna ik verder zocht op Paul Valery. En via Wikipedia. Zag dat Paul Valery in het Frans schreef. En nu weer met een nieuwe zoekactie zag dat “the future” in het Frans “l’avenir” is. En na deze zoekactie, deze, er uiteindelijk achterkom via deze zoekactie dat de quote oorsponkelijk luidde:

Même l’avenir n’est plus ce qu’il était

Wat me nog niet duidelijk is, is in welke context Valery dit gezegd heeft. Misschien kan iemand me dat nog duidelijk maken.

Maar goed. Dat was slechts de eerste zin uit de lezing van Pieter Winsemius. Een groot deel van de lezing hing hij op aan de sociale binding. De voorbeelden die hij aanhaalde lagen voornamelijk buiten de ICT maar dit nam niet weg dat ik het erg interessant vond.

Bij sociale binding hield hij drie vormen aan waarop binding kan plaatsvinden:

  1. samenbinding
  2. bovenbinding
  3. tegenbinding

Samenbinding is de meest voorkomende vorm van binding. Het is de binding tussen gelijkgestemden. De binding is horizontaal en heeft geen specifiek doel op zich. Hij haalt hierbij onder andere Putman met zijn werk “bowling alone“. Onderstaande citaat komt van de website:

In a groundbreaking book based on vast new data, Putnam shows how we have become increasingly disconnected from family, friends, neighbors, and our democratic structures– and how we may reconnect.

Putnam warns that our stock of social capital – the very fabric of our connections with each other, has plummeted, impoverishing our lives and communities.

Bij de tweede vorm van binding gaat het over een vertikale binding. Hij noemt hierbij als voorbeelden de lokale katholieke kerk in relatie tot de Katholieke Kerk in Rome. Maar ook tussen de locale politieke partijen en de landelijke partijen. Doel van deze verticale binding is onder andere informatie geven, de burger betrekken.

Verticale binding werkt alleen als degene die onder aan staat, zich gehoord serieus genomen voelt. De burge wil ook alleen meewerken aan de vertikale binding als aan die voorwaarden is voldaan.

Winsemius verwees hierbij naar de Powerlaw waarbij weinig mensen over veel macht beschikken en veel over weinig macht.

De derde binding was dus de tegenbinding. De vraag hierbij is hoe je binding krijgt tussen verschillende groepen. Bij deze binding gelden informele regels. Hij geeft als voorbeelden dat er in de openbare ruimte vaak sprake is van informele regels. Hoe je door een druk station loopt wordt door de overheid niet geregeld maar gaat zelden mis. Ook een plekje zoeken op het strand regelt de overheid niet en gaat goed.

Winsemius geeft aan dat hij het belangrijk vindt dat je burgers mee verantwoordelijk moet maken. Hij haalt hierbij de Publieke zaak aan die in discussies gebruik maken van Synthetron. Een digitaal hulpmiddel om in grote groepen te reageren op stellingen en snel te komen tot gezamenlijke besluitvorming.