Vandaag kon ik de hele dag presentaties bijwonen en daar heb ik dan ook uitgebreid gebruik van gemaakt.

ICT in beeld
De dag begon met een symposium van drie onderzoeken waarin video werd gebruikt om het gebruik van ICT door leraren in beeld te brengen. In het onderzoek dat Joke Voogt presenteerde kwam een analysemodel aan bod waarin onder andere werd gekeken naar het professioneel redeneren van de leraar. Dat vond ik een mooie insteek omdat je dat eigenlijk wilt: een leraar die weloverwogen keuzes maakt voor de inzet van ICT. In het onderzoeksrapport (2014) wordt Meijer (1999) hiervoor aangehaald die 8 punten hiervoor aanhaalt:

  1. vakkennis
  2. kennis van leerlingen (opgesplitst in gedachten over de individuele leerling en gedachten over leerlingen in het algemeen)
  3. kennis van leerprocessen en begripsvorming bijleerlingen
  4. kennis van doelen
  5. kennis van het curriculum
  6. kennis van instructietechnieken
  7. gedachten over interactie tussen docenten en leerlingen
  8. gedachten over regulering van de les (e.g. tijdbewaking, omgaan met ordeverstoringen

Deze vragen zouden ook gebruikt kunnen worden in de verantwoording van de inzet van ICT in het onderwijs door de studenten. Een mooie kapstok om te kijken of ze ook goed doordacht ICT inzetten.

Conclusies uit het onderzoek zijn in de volgende foto vermeld:

Alfons ten Brummelhuis was bij deze sessie discussiant. Hij reageerde op de onderzoeken door onder ander de kennispiramide te belichten. Ik zag dat deze inmiddels drie lagen heeft gekregen in plaats van vier: idee, praktijk, bewijs.

Digitale geletterdheid
In de tweede sessie van vandaag ging het over digitale geletterdheid. Dit werd van drie kan benaderd: vanuit het pabo-onderwijs, vanuit het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs.

Een mooie uitspraak kwam langs van Gilster die aangeeft dat digital literacy gaat om “mastering ideas” en “not keystrokes”.

De term digital literacy laat zich moeilijk vertalen. Dat liet Jeroen Clemens wel zien in zijn presentatie over de voortgang van zijn promotietraject over digitale geletterdheid, ik bedoel online tekstbegrip of toch online geletterdheid. Er zijn veel termen die langs komen. Dat maakt helderheid over het onderwerp er niet gemakkelijker op.

Uit het onderzoek naar digitale geletterdheid in het basisonderwijs werd mooi duidelijk gemaakt wat het belang is van het aanleren van digitale geletterdheid:

De conclusie uit het onderzoek vond ik wel zorgwekkend:

Het kritisch beoordelen van bronnen lijken leerlingen niet belangrijk te vinden. Ik denk echter wel dat hierin verschillen zijn tussen leerlingen die online ook producenten zijn en leerlingen die in een andere categorie vallen.

Nieuwe media en technologie
In de laatste sessie die ik heb bijgewoond ging Tammy Schellens verschillende onderzoeken bij langs waarin de vraag centraal stond hoe je ICT zou kunnen inzetten in het onderwijs. Een meta-analyse vond zij zinvol omdat de onderwerpen zo verschillend waren dat die moeilijk met elkaar te vergelijken vielen. Ze presenteerde onder andere een onderzoek over inzet van ipads in de klas. Daarbij kwam ze tot de conclusie dat leerlingen toch liever een docentgestuurd programma kregen in plaats van een leerlinggestuurd. Kanttekening daarbij was wel dat de ipad ingevoerd werd in het oude bestaande lessysteem en dat dit ook mede een rol gespeeld kan hebben hierbij.

Verder liet ze zien dat het inzetten van een forum alleen zinvol is als er ook structureringstools worden ingezet die zorgen voor verdieping van de discussie.

Een nieuw begrip voor mij was leerkracht-orchestration. Er wordt een nog groter beroep gedaan op de organisatorische vaardigheden van de leerkracht op het moment dat hij met tabletklassen gaat werken. Daar kan ik me wel het een en ander bij voorstellen.

Twitter
Wil je meer van de tweets zien die ik heb gemaakt en door anderen zijn gemaakt? Zoek dan op de hashtag velon2014.