In een vorig bericht schreef ik over de digitale wereld die je verzorgt van het wieg tot het graf. Vandaag leek me een aardig idee om dit verder uit te breiden. Om zo het hele (digitale) leven in beeld te brengen. Ik wil daarbij in eerste instantie gebruik maken van een aantal perspectieven.

Ik ben daarbij door een aantal zaken geïnspireerd. In eerste instantie door het fenomeen social software. Of sociale software. Ten tweede door het begrip multiperspectiviteit zoals dat binnen het aardrijkskundeonderwijs gehanteerd wordt. Ten derde door Wilfried Rubens die vanuit verschillende perspectieven e-learning benadert http://www.te-learning.nl/trends/trends.htm. Dit sprak mij ook aan. Ten vierde vroeg ik me af of het mogelijk was een verdere onderverdeling te maken in de software die we gebruiken.

In eerste instantie dacht ik aan een verdere onderverdeling van social software. Maar dit laat ik maar even rusten. Ik heb een aantal (andere) categorieën benoemd vanuit de bovenstaande bronnen:

  • Sociale software
  • Politieke software
  • Economische software
  • Culturele software
  • Natuurlijke software

Ik probeer hieronder een korte definitie te geven van het soort software. Ook probeer ik een aantal voorbeelden te geven bij het soort software. Ik zie dit vooral als een eerste aanzet. Bij elk soort denk ik aan interactieve websites waar je als individuele bezoeker zelf actie kunt ondernemen. Het gaat dus niet om bedrijven die onderling met elkaar in contact komen.

Social software: Social software zorgt ervoor dat mensen met andere mensen in contact komen. Voorbeelden hiervan zijn weblogs en wiki’s. Over sociale software wil ik nu even niet zoveel zeggen. Dat gebeurt al zo veel. Op http://www.emilychang.com/ wordt al heel veel van dit soort software benoemd.

Politieke software: Politieke software zorgt ervoor dat mensen politieke keuzen kunnen maken. Voor mij het bekendste voorbeeld is de http://www.stemwijzer.nl/ waarbij je als kiezer geholpen wordt een politieke keuze te kunnen maken.

Economische software: Economische software zorgt ervoor dat mensen geldzaken online kunnen regelen. Voor het regelen van je bankzaken kun je tegenwoordig grotendeels online terecht. De rabobank, postbank en abn-amro, om maar een paar te noemen, geven allemaal de mogelijkheid tot Internetbankieren. Een ander voorbeeld van economische software is het online beleggen. https://www.alex.nl/

Culturele software: Culturele software is software waarmee mensen zich op een creatieve manier kunnen uiten op internet. Een snelle zoektocht op Internet via Google levert voor “culturele software” maar 31 hits op. De Waag houdt zich bezig met het ontwikkelen van culturele software. http://connect.waag.org/disc.html

Natuurlijke software Natuurlijke software: ???
Vanuit de multiperspectiviteit van de aardrijkskunde heb ik deze toegevoegd. Wat ik me hierbij moet voorstellen? In eerste instantie dacht ik aan bossen en weilanden. Voor de indeling kon ik hier echter weinig mee. Maar na een tijdje moest ik opeens denken aan “natuur” als een bedekte term voor seks.

Een wat flauw verhaal natuurlijk als iemand een natuurfilm wil kijken en uitkomt bij een erotisch getinte film. Maar eenmaal op dit pad dacht ik aan het feit dat een groot deel van het internet bestaat uit pornowebsites. (Hoe veel? Even gezocht op Internet en kwam daarbij terecht op de website van Forbes die een leuk overzicht met allerlei wetenswaardigheden hebben opgesteld waarbij ze op pagina 7 een percentage van 69% noemen; met een aardige slag om de arm). Naar aanleiding daarvan dus een voorlopige definitie van natuurlijke software:

Natuurlijke software is software waarmee mensen hun seksuele behoeften kunnen bevredigen.

Vraag
Ik ben benieuwd wat anderen van deze indeling vinden. Mist er in dit overzicht een invalshoek misschien? Ken je goede voorbeelden van de verschillende soorten software (voor social software ken ik natuurlijk heel veel goede weblogs en wiki’s; dus die liever niet noemen). Voldoen de genoemde definities?

In een volgend overzicht (dat ik voorlopig maar even 24/7 noem) wil ik in beeld brengen hoe gedurende de hele dag gebruik gemaakt kan worden van ICT (waarbij vooral de nadruk zal liggen op Internet).