Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts published in maart, 2007

Een liedje over web 2.0

De assessmenttool van ICT op school is bedoeld om de ICT-competenties voor leerkrachten in beeld te brengen. De assessmenttool richt zich op vier onderdelen: didactisch ICT-gebruik, ICT-gebruik voor lesvoorbereidingen, organisatorisch ICT-gebruik, ICT-gebruik rondom het onderwijs.

De vier onderdelen richten zich daarmee op het gebruik van ICT in de klas en buiten de klas. Op het primair proces en het secundair proces.

Op welke manieren kan dit model op de SBL-competenties gelegd worden? De SBL-competenties zijn:

  • interpersoonlijk;
  • pedagogisch;
  • vakinhoudelijk en didactisch;
  • organisatorisch;
  • samenwerken met collega’s;
  • samenwerken met de omgeving;
  • reflectie en ontwikkeling.

Het onderwerp didactiek komt in beide modellen voor. Het onderwerp samenwerken met collega’s en samenwerking met collega’s lijkt overeenkomsten te hebben met het secundair proces rondom het onderwijs.

Eerst maar eens kijken naar de vakinhoudelijke en didactische competentie en de didactische ICT-competenties.
Als je de twee met elkaar vergelijkt dan zijn er een aantal directe overeenkomsten:

  • Zorgen dat leerlingen gemotiveerd worden
  • Rekening houden met verschillen in niveau, interesse en tempo
  • Inspelen op leerproblemen.
  • Evalueren/ feedback van de activiteit

De overige onderwerpen uit de assessmenttool (begeleiden en uitzoeken educatieve programma’s, begeleiden e-mail en ELO, internet gebruiken om informatie te vinden en te beoordelen, meerwaarde benoemen ICT) worden niet in de SBL-competenties benoemd.

Bij de SBL-competenties komen de volgende punten nog aan bod: leren leren, leren van elkaar, zelfstandigheid bevorderen, kennis over leerstijlen, leerproblemen signaleren, kennis van de leerinhouden van de vak en vormingsgebieden, leerlijnen, kennis van (onderzoeksmatig) ontwerpen van onderwijs, didactieken en didactische leermiddelen, waaronder ict, kent leer- en onderwijstheorieën en bekend met onderwijsarrangementen voor jongere en oudere kind.

De meeste van deze punten zouden een goede aanvulling zijn in de ICT-assessmenttool. Een volgende keer meer over dit onderwerp.

Ik wilde al weer een tijdje opdrachten maken rondom Google Earth. De komende tijd zal ik hier behoorlijk mee in de weer zijn in het kader van een project dat we als Hogeschool Domstad uitvoeren in het kader van de kennisrotonde van ICT op school.

Maar ik wilde nu al weer beginnen. Ik wil kijken hoeveel kleine lessen ik kan maken. Lessen die hoogstens 20 minuten tot een half uur duren. Ik ben in eerste instantie alleen geïnteresseerd in het soort opdrachten dat ik kan maken die interessant zijn. Ik gebruik hiervoor een wiki-omgeving: wikispaces. De wiki wordt een aanvulling op mijn website werkenmetgooogleearth.nl. De wiki is hier te vinden. Het is een andere wiki dan waar ik gewend mee ben te werken. Ik wil daarom ook tegelijkertijd ervaring opdoen met deze wiki.
De eerste opdracht is getiteld: Een dagje Utrecht. Ik gaf het vandaag als voorbeeld voor tijdens de presentatie aan de ICT-coördinatoren van Maarssen/ Vechtsteek en Venen/Houten. De opdracht ziet er een beetje saai uit maar is wel leuk om te doen voor leerlingen (vermoed ik).

Op welke manier kunnen de SBL-competenties gekoppeld worden aan ICT? Oftewel: welke vaardigheden, kennis en attitudes moeten studenten ontwikkelen als leraar basisonderwijs? Dat is een vraag waarin ik me in komende postings mee bezig wil houden. Het is actueel omdat ICT op school van plan is om een assessmenttool te maken voor de Pabo.

Voor iedereen die niet weet wat SBL-competenties zijn: SBL staat voor Stichting Beroepskwaliteit Leraren. In 2004 is de wet BIO (beroepen in het onderwijs) vastgesteld. Hierin is aangegeven dat alle lerarenopleidingen hiermee moeten werken. Hier zie je hoe deze zijn uitgewerkt in 7 competenties: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, samenwerken met collega’s, samenwerken met de omgeving, reflectie en ontwikkeling. Dit zijn competenties die leerkrachten moeten bezitten. Voor het primair onderwijs vind je de uitwerking hier. Per competentie wordt aangegeven wat een leerkracht doet en wat een leerkracht aan kennis moet hebben. Ook zijn per competentie indicatoren aangegeven.

Opleidingen hebben deze competenties vertaald naar hun eigen curriculum. Er zijn uitwerkingen gemaakt om aan de competenties te werken in de verschillende fasen van de opleiding. Ook op Hogeschool Domstad, waar ik werk, hebben ze dit gedaan. Er zijn vier fasen waarin de student aan zijn competenties kan werken: de opleidingsbekwame fase, de beroepstakenbekwame fase, de werkplekbekwame fase en de startbekwame fase. Plat gezegd waren dit eerder jaar 1, 2, 3 en 4.

Het karakteristiek van de opleidingsbekwame fase is dat studenten zich oriënteren op de opleiding. Aan het eind van het jaar moeten studenten een beeld hebben of het beroep iets voor hen is of niet. In de beroepstakenbekwame fase verdiepen studenten zich in vaardigheden en kennisdomeinen (zowel vakinhoudelijk als op metaniveau). De eerste twee fasen heten de majorfase. Hierin krijgt de student een basis. Na de majorfase komt de student in de minorfase. Het kenmerk van de minorfase is profilering.

Bij ons is de minorfase opgedeeld in de werkplekbekwame fase en de startbekwame fase. Bovendien is bij ons is elke fase nog een keer weer opgedeeld in een beroepsminor (soort vervolg van de major) en een profielminor (het echte specialisatiegedeelte).

Kern is dus: 7 competenties waar de student in een aantal fasen mee in aanraking komt.

Specifiek wil ik dus kijken naar welke vaardigheden, kennis en attitudes op het gebied van ICT de student moet verwerven.

Om hiermee een begin te maken wil eerst kijken naar een aantal bestaande producten. Allereerst kijk ik naar de Assessmenttool (didactiek, lesvoorbereiding, organisatorisch, rondom het onderwijs) zoals die al is ontwikkeld. Ik kijk ook naar de vier in balans (visie op onderwijs, kennis en vaardigheden, educatieve software en content, ict-infrastructuur). Een andere interessante bron vind ik het diamantmodel zoals de Vlamingen die gebruiken.

Misschien kennen anderen nog meer interessante bronnen? Het gaat dan om de vraag welke kennis en vaardigheden studenten zouden moeten verwerven. Daarbij zou een onderscheid kunnen worden gemaakt tussen een basisprogramma voor alle studenten en een specialisatieprogramma. Ontwikkelingen zoals de e-coach passen hier ook in. Ik ben benieuwd.

Morgen geef ik een presentatie aan de ICT-coördinatoren van Maarssen/ Vechtsteek en Venen/ Houten in Maartsendijk. In deze presentatie ga ik in op de mogelijkheden van WikiKids, Google Earth en weblogs. Ik zou natuurlijk over elk onderwerp afzonderlijk wel een uur kunnen vertellen maar heb nu voor de drie gezamenlijk één uur. Ik zal me dus moeten inhouden. De presentatie die ik houd, vind je hieronder. Het is vooral bedoeld als leidraad.

Ik laat ook nog verschillende weblogs zien. De adressen vind je hieronder:

WikiKids bestaat nu één jaar. In die tijd is er aardig wat gebeurd. Over de ervaringen tot nu toe gaat dit stuk. Ik licht een aantal belangrijke onderwerpen eruit. Voor de lezer die alleen geïnteresseerd is in de conclusies nu eerst een opsomming van een aantal conclusies (handig als je je eigen wiki wilt beginnen:

  • Samenwerking: stel een gevarieerd team samen
  • Communicatie: communiceer onderling zoveel mogelijk over de werking van de wiki
  • Structuur: laat de structuur organisch tot stand komen
  • Aandacht: pak niet alles tegelijkertijd aan. Leidend is het leerproces van de deelnemers
  • Communicatie en publiciteit: zorg dat zoveel mogelijk mensen je wiki kennen en nodig ze uit
  • Stichting: niet noodzakelijk. Wel als je afhankelijk bent van subsidies
  • Workshop: leer anderen hoe ze moeten werken met je wiki en moedig ze aan.

De start
Op 29 januari 2006 kreeg ik het idee voor een encyclopedie voor kinderen toen ik bezig was om een website te maken in het kader van het WK voetbal in Duitsland. Mijn idee deelde ik via de mailinglist De scholenlijst. Een enthousiaste groep mensen die het idee helemaal zagen zitten. Op die dag kreeg het idee verder vorm en was er een eerste wiki in de lucht.

Samenwerking
Dit is het eerste punt dat ik zou willen benadrukken. Ik denk dat het succes van een wiki afhangt van de mensen die er aan meedoen. Dat klinkt logisch en een open deur. Maar ik bedoel daarmee vooral de diversiteit aan mensen die meedoet. Bij WikiKids zitten mensen die technisch onderlegd zijn, die werken in het (speciaal)basisonderwijs, werken op een lerarenopleiding, als beleidsmedewerker actief zijn, die ervaringen hebben met Wikipedia, die vanuit Kennisnet ondersteuning kunnen bieden. Eigenlijk zijn alle lagen van het onderwijs erbij betrokken. En ook van buiten dragen mensen hun kennis en vaardigheden aan.

Communicatie onderling
Na die eerste zondag ontstond er al snel een projectgroep: mensen die zich daadwerkelijk actief met WikiKids bezig wilde houden. Iedereen die in de projectgroep zat vond het een leuk idee maar had nog nooit met een wiki gewerkt. Dit betekende dat er veel overlegd moest worden. De projectgroepleden kenden elkaar via de Scholenlijst. Het middel “mailinglist” was voor alle betrokkenen een bekend verschijnsel. In eerste instantie hebben we via de Scholenlijst daarom onze ideeën uitgewisseld. Kort daarna zijn we over gegaan op een aparte mailinglist.


Als je kijkt naar de hoeveelheid berichten die hierop verschenen dan is er duidelijk een trend te zien. Tot september 2006 zijn er per maand zo’n 200 berichten geplaatst.

Daarna zie je een flinke afname van de berichten in de mailinglist. Hoe is dit te verklaren? Er zijn (naar mijn idee) twee redenen voor te geven:

  • er is een besloten mailinglist opgezet voor de projectgroep
  • over steeds meer onderwerpen wordt via de wiki gecommuniceerd.

Waarom een besloten mailinglist?
We hebben op een gegeven moment gekozen voor een besloten mailinglist (gmail) omdat we onderwerpen bespraken die alleen de projectgroep aangingen. Die hadden te maken met het verstrekken van eventuele subsidies en dergelijke.

Communicatie via de wiki
Veel onderwerpen bespraken we eerst via de mailinglist. Dit was een medium dat we kenden. Het sloot goed aan (om het zo maar eens te noemen) bij onze beginsituatie. We hadden nog geen ervaringen met het communiceren via de wiki. Dit veranderde door een aantal zaken. Ten eerste werden we nu ondersteund door mensen die wel ervaring hadden met wiki’s. Die vroegen zich af waarom we toch zoveel gebruik maakten van de mailinglist. Ik had vooral het gevoel op dat moment dat we het over nog zoveel basale zaken moesten hebben (inrichting van de wiki, precieze doelen) dat we dit buiten de wiki moesten doen.

De tweede reden is een gevolg van de eerste reden. Op een gegeven moment was de structuur van de wiki redelijk ontwikkeld. Vragen die nu behandeld werden gingen nu veel meer over specifieke artikelen.

Een derde reden was dat we ook een speciale plek hadden gemaakt voor het overleggen. Naar het voorbeeld van Wikipedia waar ze De Kroeg hebben om te overleggen. Bij ons werd dit De Boomhut. Hier konden kinderen met elkaar overleggen. Feit was dat wij als projectgroep en andere betrokken hier met elkaar gingen overleggen. Dit leek ons geen goede zaak: discussies van kinderen en begeleiders die door elkaar zouden lopen. We hebben daarom een tweede overlegplek aangemaakt: Het Clubhuis. Deze plek is voor begeleiders om te overleggen.

Structuur van de wiki
In de loop van de tijd is de structuur van WikiKids steeds duidelijker geworden. In het begin vroegen we ons af of we van te voren een structuur moesten neerzetten of niet. Die structuur ,bedachten we, zou gelijk moeten zijn aan de kerndoelen van het basisonderwijs. En per vak ook zo uitgewerkt. We hebben hier een eerste opzet van gemaakt. Dit bleek toch niet te werken. De uiteindelijke opbouw is natuurlijker verlopen.

We begonnen met artikelen te schrijven. We bedachten daarbij ook in welke categorieën we deze artikelen konden zetten. Hier hebben we verschillende vormen voor bedacht. In eerste instantie dus de kerndoelen. Ik heb ook een onderzoekje gedaan naar de verschillende manieren waarop zoekmachines voor kinderen hun gegevens ontsloten .

Op een gegeven moment heb ik artikelen ingedeeld zoals ze bij de internetwijzer van Sipke Kloosterman waren ingedeeld. Ook hier zijn we weer van afgestapt. Uiteindelijk hebben we gekozen voor de structuur van Schoolbieb. Dit hebben we genomen als basis en breiden dit, waar nodig uit.

Het werken met categorieën was een eerste stap om te komen te ordening. De stap hierna was het werken met portalen. Op een portaal vind je verschillende soorten informatie. Het werken met portalen is nog volop in ontwikkeling op WikiKids. Het eerste portaal dat ontstond was het Onderwijsportaal. Hierop verzamelden we alle stukken die interessant waren voor leerkrachten: achtergrondinformatie, lessen, presentaties, promotiemateriaal e.d.

Daarna ontstond het moderatorportaal. Hierop staan alle taken die een moderator zou moeten kunnen. Ook vind je hier hulpmiddelen voor de moderator. Nu zijn er een aantal portalen in ontwikkeling: de WikiKidsAtlas (Nederland en Vlaanderen) en het Kidsportaal. Het feit dat we nu pas een Kidsportaal hebben bedacht is op zich vreemd maar niet anders gegaan dus. Welke portalen er nog volgen durf ik nog niet te zeggen. Ik ben benieuwd.

Aandacht in de wiki
Vorig jaar begonnen we met de WikiKids. Toen we begonnen waren we allemaal nog onervaren in het werken met wiki’s. Wat erbij zou komen kijken durfden we niet te zetten. In eerste instantie richten we ons op de opzet van de wiki zelf. Daarna verschoof de aandacht naar de technische kant: hoe konden we bepaalde zaken voor elkaar krijgen? Bijvoorbeeld het invoegen van een plaatje, het maken van een link, werken met categorieën e.d.

Van de technische kant verschoof de aandacht naar het vullen van de wiki met artikelen. We wilden graag een beetje vulling hebben zodat anderen er ook makkelijker een bijdragen aan zouden gaan leveren. Daarna kwam het onderwerp structuur aan de orde. Dit is een punt dat nog steeds actueel is.

Om anderen meer bij WikiKids te betrekken werden er ook handleidingen en lessen gemaakt. Die richten zich eerst ook op de technische kant. Langzamerhand verschoof de aandacht naar meer inhoudelijke onderwerpen: hoe zorgen we voor een veilige omgeving, lessen waaronder de factchecker, journalist, typevaardigheid en fotografie. Onderwerpen die typisch zijn voor het werken met een wiki: hoe weet je dat wat er op de wiki staat klopt, hoe kun je een artikel verbeteren en waar moet je rekening mee houden als het gaat over auteursrechten. Met dit laatste punt hebben we een inhaalslag gemaakt en zijn we nu goed bezig.

Communicatie en publiciteit
Wat ik bijzonder vind aan WikiKids is dat als je naar de website toegaat en je bekijkt alleen de voorpagina er weinig lijkt te gebeuren. Maar als je iets dieper kijkt zie je dat het bruist van de activiteiten.

Waar bruist het dan precies? Zoals al eerder gezegd wordt er druk overlegd via de wiki zelf. Die overleggen zijn te vinden in het Clubhuis maar ook via de overlegpagina’s van de artikelen zelf. Die veranderingen kun je heel makkelijk volgen via je RSS-reader en anders via de pagina Recente Wijzigingen.

Deze communicatie is denk ik van levensbelang voor een wiki. Dit zorgt voor een communitygevoel. Dit is belangrijk om iedereen bij het project betrokken te houden. Andere vormen van communicatie vindt plaats via de nieuwsbrief die we uitgeven en waar je je op kunt abonneren.
Publiciteit hebben we ook gekregen. Hier zijn we erg blij mee. Het is belangrijk dat de bekendheid zo groot mogelijk wordt zodat iedereen vanuit zijn eigen invalshoek een bijdrage kan leveren. Kennisnet heeft hierin een belangrijke rol gespeeld waar we hen zeer erkentelijk voor zijn. Bijvoorbeeld door ons de mogelijkheid te geven om op de NOT onszelf officieel te presenteren.

Stichting
Om de continuïteit te garanderen richten we binnenkort de Stichting WikiKids op. Directe aanleiding voor het oprichten is de subsidie die we hebben gekregen van de Open Source en Standaarden in het onderwijs. Vanuit de stichting kunnen we dit geld dan weer op een zinvolle manier inzetten.

Workshops en presentaties
We zijn nu zover dat we zelf workshops en presentaties kunnen verzorgen over WikiKids. Op deze manier hopen we dat nog meer mensen met WikiKids aan de slag zullen gaan.

Eerstejaars studenten hebben de afgelopen week hun werk ingeleverd van de vorige stageperiode. Ze zijn ook aan de slag geweest met Nederlands en ICT. Veel studenten hebben de kinderen elfjes laten schrijven. Kleine gedichtjes die makkelijk aan te leren zijn. Hieronder het voorbeeld van leerlingen van een student.