In mijn blogpost van 16 februari 2017 over computational thinking benoem ik verschillende definities van computational thinking. Mijn eigen definitie voegde ik daar aan toe:

Het oplossen van problemen waarbij je gebruik maakt van de ideeën uit de informatica.

Later bedacht ik me nog dat dit nog niet compleet was want andersom geldt dit, zeker volgens uitgangspunt van Wing, ook. Wing het noemt dit het automatiseren van abstracties. Waarbij abstracties als het ware de denkkapstok is van de informatica. Als ik mijn eigen definite aanvul met dit uitgangspunt dan kom ik uit op:

Computational thinking is enerzijds het oplossen van problemen waarbij je gebruik maakt van de ideeën uit de informatica en anderzijds het gebruiken van informatica om problemen op te lossen.*

Als ik het heb over ideeën dan bedoel ik zaken zoals algoritmes en patronen. Als ik het heb over problemen dan kan dat slaan op een zakelijke insteek (zoals het uitvoeren van een project) als een creatieve insteek (zoals het maken van een kunstwerk).

Een volgende stap die ik wil zetten in mijn denkproces/zoekproces is het volgende: de voorbeelden die rondom computational thinking worden gegeven vind ik nogal hap-snap. Ik zie nog geen duidelijke lijn in de opbouw van computational thinking. Websites zoals CSunplugged bieden allerlei activiteiten aan maar die staan naar mijn idee nog niet in een lijn. Dat komt misschien omdat ik nog niet goed heb gekeken of mijn kennis nog niet groot genoeg is rondom dit onderwerp. Ik weet bijvoorbeeld ook nog niet of dit überhaupt moet of niet.

Als ik een vergelijking zou maken met rekenen-wiskunde dan lijkt het of de activiteiten die benoemd worden de ene keer gaan over sommen als 3 + 4 dan weer over 34 x 35 en dan weer over de vraag hoeveel seconden er in een dag zitten. Sommen die komen uit verschillende plekken van de leerlijn of zelfs uit verschillende leerlijnen.

De website van Kennisnet en de SLO over de leerlijn programmeren komt al meer in de richting. Zij hebben zich gebaseerd op de SLO die zich weer heeft laten inspireren door ISTE en CSTA. Tijd om me daar verder in te verdiepen.

Een idee dat ik ook heb over CT is om te kijken in hoeverre het zinvol is om dit te koppelen aan een taxonomie zoals die van Bloom. Omdat in de stukken die ik tot nu toe lees het vooral gaat over het onderdeel Computational en nog niet zozeer over het onderdeel Thinking. Een idee dat verder wordt ingegeven door het feit dat ik denk dat je eerst aspecten van computational thinking zou moeten herkennen voordat je in staat bent om er iets mee te doen. En dat idee wordt weer getriggerd doordat ik me in de afgelopen jaren ook bezig heb gehouden met de invoering van Wetenschap en Technologie (W&T) op onze Pabo. Een mooi document dat daarin een belangrijke rol speelt is die van Hanno van Keulen waarin hij laat zien hoeveel W&T in ons dagelijks leven een rol speelt. Bij veel voorbeelden die hij noemt is naar mijn idee moeiteloos CT te koppelen. Dat doet hij in zijn publicatie niet. Daarom ter afsluiting Linda Liukas die dat wel doet 🙂

 

*Aanvulling op mijn definitie van 14 maart 2017 op 12 januari 2018: ideeën zou beter vervangen kunnen worden door het begrip “fundamentele ideeën”. Dit sluit beter aan bij auteurs zoals Schwill (1994), Denning (2004) en Zendler en Spannagel (2008) die benadrukken dat computer science op school zich bezig moet houden met de fundamentele ideeën (of great principles of central concepts) omdat het veld zo dynamisch is.