Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts tagged kennisbasis ICT

Het rapport “Elke docent competent, Resultaten van de inventarisatie ict-competenties voor docenten” is afgerond door Kennisnet. Het rapport geeft een compleet beeld van de ICT-competenties zoals die er zijn.

Rapport Ict-Competenties

Die vraag krijg ik vaak van studenten. Eerste, tweede, derde en vierdejaars studenten willen weten of ze ICT op de juiste manier hebben toegepast. Het antwoord op die vraag is voor mij afhankelijk van het jaar waarin de studenten zitten. Ik verwacht meer van een vierdejaars student dan van een eerstejaars student.
De vraag is daarbij natuurlijk hoe ik bepaal wat voldoende is voor een eerstejaars en wat voldoende is voor een vierdejaars. De werkwijze die ik daarbij kies is, naar mijn idee, redelijk eenvoudig. Ik kijk namelijk naar de algemene eisen die aan een student worden gesteld in dat jaar en koppel hier ICT aan. Hoe gaat dat in zijn werk in de praktijk? Uitgangspunt hierbij zijn de volgende zaken: studenten moeten werken aan de Kennisbasis ICT, studenten moeten bewijzen maken die aansluiten bij de competenties zoals we die voor elk jaar hebben geformuleerd, studenten moeten in elk assessment laten zien dat ze met ICT zijn bezig geweest.

Kennisbasis ICT
Tot nu toe werkten wij met de ICT-competenties zoals die in de Pabotool beschreven zijn. Vanaf het volgende semester gaan we werken met de Kennisbasis ICT zoals die door ADEF is geformuleerd. Wel met de aantekening dat ik deze nog niet compleet vind en die ik daarom heb aangevuld met de modellen zoals ik dat in vorige posts hebben laten zien.

Bewijzen maken die aansluiten bij de competenties
We hebben als opleiding een competentiegericht curriculum. Dat houdt in dat studenten werken aan de SBL-competenties. Hiervan is een vertaling gemaakt naar onze eigen opleiding en zijn deze op vier niveaus uitgewerkt (opleidingsbekwaam, beroepstakenbekwaam, werkplekbekwaam en startbekwaam.
De zeven SBL-competenties zijn: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, samenwerken met collega’s, samenwerken met de omgeving en reflectie en ontwikkeling.

Laten zien dat ze aan ICT hebben gewerkt
Studenten maken voor hun assessment verschillende producten (bewijzen). In het eerste en tweede jaar zijn dit bewijzen die verschillende competenties aantonen (in het eerste jaar losse competenties en in het tweede jaar al meer competenties in samenhang) en waarbij de student gebruikt maakt van de vakspecifieke criteria. Ze leggen ook een leergebieddossier aan waarin ze voor de verschillende vakken moeten laten zien wat ze gedaan hebben. In deze onderdelen laten studenten zien hoe ze aan ICT hebben gewerkt. In het derde en vierde jaar komen daar de leervragen en de onderzoeken die studenten doen bij. ook maken de studenten een groepsoverzicht en groepsplan waarmee ze leerlingen in beeld krijgen en op niveau kunnen bedienen.  In de bewijzen, leervragen en/ of onderzoeken moeten studenten aantonen dat ze ICT hebben toegepast.

Hoe gaat dit dan precies in zijn werk? Ik werk dit hieronder per jaar uit.

Jaar 1

Een student heeft ICT toegepast en wil dit opvoeren als bewijs in het assessment van het eerste jaar. De eerste vraag die dan gesteld wordt, is: aan welk onderdeel van de Kennisbasis ICT heb je hiermee gewertk? De tweede vraag luidt: Op welke manier sluit je hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment? De derde vraag is: Hoe heb je ICT verbonden aan een vak dat je hebt gegeven?

Idealiter zou het antwoord er van een student er dan bijvoorbeeld zo uit kunnen zien.

Ik heb een les gegeven waarbij ik gebruik heb gemaakt van ICT in de inleiding en verwerking. Het was een les aardrijkskunde waarbij ik in de inleiding het digibord heb gebruikt met het programma Google Earth en de leerlingen daarna aan het werk heb gezet met een webwandeling. In de inleiding heb ik met behulp van het programma Google Earth de voorkennis geactiveerd over het onderwerp dat aan bod kwam en heb aardrijkskundige begrippen behandeld zodat ik tegemoet kwam aan de eerste stap uit de geografische vierslag (waarnemen). Als verwerkingsvorm heb ik de webwandeling ingezet omdat ik leerlingen actief de begrippen wilde laten verwerken.

Ik heb hiermee gewerkt aan de Kennisbasis ICT aan de onderdelen Algemene didactiek (voor aanvang van een les de benodigde ICT middelen op juiste werking getest heeft), Presenteren (een digitaal schoolbord effectief en efficiënt kan gebruiken bij diverse didactische werkvormen),  Individueel werken (ICT optimaal en gericht integreren binnen de verschillende vakgebieden). Ik werk hiermee aan competentie 3 waarin de vakinhouden en didactiek centraal staan. ik heb ICT verbonden aan het vak aardrijkskunde waarbij ik rekening heb gehouden met de geografische vierslag en het niveau van kaartvaardigheden van mijn groep.

 Jaar 2

Een student heeft ICT toegepast en wil dit opvoeren als bewijs in het assessment van het tweede jaar. De eerste vraag die dan gesteld wordt, is: aan welk onderdeel van de Kennisbasis ICT heb je hiermee gewertk? De tweede vraag luidt: Op welke manier sluit je hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment? De derde vraag is: Hoe heb je ICT verbonden aan een het onderwijs dat je hebt gegeven?

Idealiter zou het antwoord er van een student er dan bijvoorbeeld zo uit kunnen zien.

Ik heb een project uitgevoerd waarin ik in de verschillende fasen van het project ICT heb toegepast. Tijdens de inleiding heb ik samen met de leerlingen een woordspin gemaakt op het digibord, daarna mocht een deel van de kinderen met behulp van een webquest zich verdiepen in een van de onderwerpen. Zij hebben als eindproduct een artikel geschreven. Een ander deel van de klas heeft de informatie vewerkt in een documentaire. We hebben ook nog gemaild met een expert die veel over het onderwerp wist. Alle producten zijn uiteindelijk op onze klassenweblog gezet. Door middel van de woordspin heb ik de voorkennis geactiviteerd van de leerlingen en heb ik gezamenlijk ideeën verkend om verder in te verdiepen. Ik sluit daarmee aan op algemeen onderwijskundige principes zoals die naar voren komen in het DI-model. Ook heb ik met de woordspin gewerkt aan de eerste stap uit het Big6 model waarmee ik aandacht besteed aan de informatievaardigheden van leerlingen en hen zodoende mediawijs maak. Daarna heb ik door middel van de verschillende verwerkingsopdrachten rekening gehouden met de verschillende leerstijlen en intelligenties van de kinderen in mijn klas. Ik betrek op die manier ook inhouden uit het vak Nederlands (zakelijk stellen) en beeldende vorming (videobewerking) bij mijn project. De weblog biedt voor de klas een mooi overzicht van de activiteiten die we gedurende het hele jaar hebben gedaan en hier kunnen we op het eind van het jaar op reflecteren.

Ik heb hiermee gewerkt aan de kennisbasis ICT op de volgende manier: Informatievaardigheden (voor leerlingen geschikte en betrouwbare digitale leerbronnen kan selecteren, passend bij hun leeftijd, sociaal-emotionele en morele ontwikkeling;  leerlingen kan leren om informatie doelmatig en doeltreffend te zoeken en te vinden; de student kent het begrip mediawijsheid en kan leerlingen hierin begeleiden). Algemene didactiek (ICT middelen in verschillende, daarvoor geschikte, onderwijssituaties/-activiteiten kan gebruiken en zijn keus kan beredeneren onder andere vanuit de behoeften en uitdagingen van de kennissamenleving; digitale leermiddelen kan inzetten om leerlingen te motiveren en stimuleren;  rekening houdt met verschillen in niveau, interesse, leerstijl en werktempo van leerlingen bij het geven van opdrachten. Presenteren (een digitaal schoolbord effectief en efficiënt kan gebruiken bij diverse didactische werkvormen). Samenwerken en communiceren (zijn leerlingen de regels van verantwoorde elektronische communicatie – één op één en in groepen – kan bijbrengen; kan omgaan met diverse (a)synchrone manieren om een expert op afstand in te zetten). Individueel werken ((educatieve) programma’s kent en gebruikt voor individueel werken;  ICT optimaal en gericht kan integreren binnen de verschillende vakgebieden. Begeleiden en evalueren (zijn leerlingen kan begeleiden bij het gebruik van internet zodat leerlingen in staat zijn relevante informatie te vinden en te beoordelen op kwaliteit en betrouwbaarheid; leerlingen kan begeleiden bij het onderzoek doen naar en analyseren van onderwerpen met behulp van een digitale leeromgeving; ICT kan gebruiken om metacognitie tot stand te brengen en het leren van elkaar te stimuleren, bijvoorbeeld in een digitaal portfolio of een weblog;

Ik sluit hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment. Ik werk aan competentie 3 en voer die in samenhang met competentie 4 uit door het uitvoeren een project. In het project hou ik rekening met de eisen die gesteld zijn vanuit onderwijskunde en wereldoriëntatie. Bij de verwerking van de webquest houdt ik rekening met de eisen die vanuit Nederlands zijn gesteld aan het schrijven van zakelijke teksen. Bij het maken van de documentaire kijk ik naar de eisen die hier vanuit beeldende vorming aan worden gesteld.

Jaar 3

Een student heeft ICT toegepast en wil dit opvoeren als bewijs in het assessment van het derde jaar. De eerste vraag die dan gesteld wordt, is: aan welk onderdeel van de Kennisbasis ICT heb je hiermee gewertk? De tweede vraag luidt: Op welke manier sluit je hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment? De derde vraag is: Hoe heb je ICT verbonden aan een het onderwijs dat je hebt gegeven?

Idealiter zou het antwoord er van een student er dan bijvoorbeeld zo uit kunnen zien.

Ik loop dit jaar bij de kleuters en heb me verdiept met behulp van een leervraag in het onderwerp beginnende geletterdheid omdat ik merkte naar aanleiding van mijn groepsoverzicht dat leerlingen in mijn groep hier op uitvallen. Ik heb daarom het onderwerp beginnende geletterdheid verder uitgediept en gekeken op welke manier ik hier ICT bij kan inzetten. Ik heb hiervoor een lessenserie ontwikkeld waarbij ik verschillende middelen inzet die tegemoet komen aan de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid. Voor ICT heb ik ervoor gekozen om met de kinderen een digitaal letterboek te maken waarin ze voorwerpen fotograferen die beginnen met een specifieke letter.

In een andere leervraag heb ik gekeken naar rekenen bij de kleuters en specifiek naar begrippen die te maken hebben met het ruimtelijk inzicht omdat uit de toetsen, die ik heb bekeken voor het groepsoverzicht, blijkt dat ze dat nog moeilijk vinden. Ook hier heb ik verschillende middelen ingezet die het ruimtelijk inzicht versterken. Zo heb ik de fotocamera gebruikt waarmee ze de begrippen in beeld konden brengen.

In mijn onderzoek (dat op schoolniveau moet worden uitgevoerd) heb ik gekeken hoe de educatieve software voor spelling en rekenen effectiever ingezet kan worden in de middenbouw. Leraren merken dat ze dit nog niet goed in de vingers hebben.

Ik heb hiermee gewerkt aan de Kennisbasis ICT op de volgende manier: Professionele attitude, instrumentele vaardigheden, algemene didactiek, individueel werken, begeleiden en evalueren en toetsen. De competenties waar ik aan heb gewerkt zijn: competentie 2, 3, 4, 5, 6 en 7. De vakken waarmee ik bezig ben geweest zijn Rekenen, Nederlands, Onderwijskundig en Pedagogiek en Onderzoeksvaardigheden.

Jaar 4

Een student heeft ICT toegepast en wil dit opvoeren als bewijs in het assessment van het vierde jaar. De eerste vraag die dan gesteld wordt, is: aan welk onderdeel van de Kennisbasis ICT heb je hiermee gewertk? De tweede vraag luidt: Op welke manier sluit je hiermee aan op de competenties die getoetst worden in het assessment? De derde vraag is: Hoe heb je ICT verbonden aan een het onderwijs dat je hebt gegeven? De vierde vraag luidt: op welke manier sluit het gebruik van ICT binnen je onderwijs aan bij de visie op onderwijs die je hebt ontwikkeld in de loop van de vier jaar?

Idealiter zou het antwoord er van een student er dan bijvoorbeeld zo uit kunnen zien.

Ik heb een pedagogisch groepsoverzicht en groepsplan gemaakt omdat de sfeer in de klas nog niet in orde was. Ik heb voor muziek een leervraag uitgewerkt omdat ik hier zelf nog te weinig mee gedaan heb en er op school te weinig aandacht voor is. Ik heb ook een leervraag uitgewerkt voor bewegingsonderwijs omdat ik vorig jaar de specialisatie bewegingsonderwijs heb gevolgd en me nog meer wilde toeleggen op differentiatie. Tot slot heeft de school mij gevraagd om te kijken naar het gebruik van digiborden in de onderbouw.

In het pedagogisch groepsoverzicht en groepsplan heb ik zowel gekeken naar de interactie tussen kinderen in de klas als ook online. Leerlingen uit mijn klas zitten namelijk na schooltijd veel op internet en ik wil weten wat ze daar doen. Als onderdeel van het verbeteren van de sfeer in de klas heb ik daarom een lespakket gebruikt dat ingaat op de gevolgen van digitaal pesten.

Voor de leervraag muziek heb ik de methode van school (die wel aanwezig was maar niet werd gebruikt) bekeken en lessen die hierin stonden verrijkt met ICT-opdrachten. Voor één les bijvoorbeeld waarin het ging over de invloed van muziek op de sfeer heb ik de leerlingen een kort filmpje laten maken waaronder ze steeds een ander soort muziekje moesten zetten.

In de leervraag voor bewegingsonderwijs heb ik gekeken hoe ik video als reflectiemiddel kon inzetten voor leerlingen die moeite hebben met samenspelen tijdens een balspel.

Voor mijn onderzoek naar het gebruik van digiborden in de onderbouw heb ik me verdiept in de verschillende soorten digiborden, voor en nadelen daarvan op een rijtje gezet als het gaat om gebruik bij de kleuters en dit overlegd met de onderbouwcoördinator. Naar aanleiding van dit overleg hebben we een keuze gemaakt voor het digibord dat wij het meest geschikt vinden voor de kleuters. Met de juffen uit de onderbouw gaan we nu kijken op welke we de scholing het beste kunnen laten plaatsvinden.

Ik heb hiermee gewerkt aan de Kennisbasis ICT op de volgende punten: Professionele attitude, Instrumentele vaardigheden, Didactiek en arrangeren en ontwikkelen. De vakken die ik hierbij heb ingezet zijn: Onderwijskunde en Pedagogiek, Muziek, Bewegingsonderwijs, Onderzoeksvaardigheden.

Hoe relateer ik dit aan mijn visie op onderwijs? Ik wil gedifferentieerd lesgeven om leerlingen op hun eigen niveau zich te laten ontwikkelen. ICT biedt hier de mogelijkheden voor. Ik wil leerlingen zelfstandig kunnen laten werken. ICT biedt ook hier de mogelijkheden voor. Ik wil leerlingen laten samenwerken. Ook hier biedt ICT mogelijkheden. Ik vind het ontwikkelen van meta-vaardigheden bij leerlingen belangrijk. Ook hier biedt ICT mogelijkheden voor.

In de voorbeelden die ik hierboven noem heb ik de ideale situatie geschetst naar aanleiding van de context van de opleiding waar ik werk. In andere contexten ziet die ideale situatie er waarschijnlijk weer anders uit. Of de context waarin ik functioneer ideaal is om zo goed mogelijk de Kennisbasis ICT te implenteren is een vraag waarvan ik het antwoord overlaat aan iedereen die bovenstaande leest.

Vandaag was de eerste dag van de onderwijsdagen 2010 (#owd2010). Mijn programma zag er als volgt uit: keynote bijwonen van Curtis Johnson, lezing van Wilfred Rubens, rondje beursvloer, zelf een presentatie verzorgen en afsluitend naar de keynote van Michiel Muller.

Curtis Johnson
Is schrijver van het boek Disrupting Class. In zijn keynote ging hij in op de manier waarop disruptive technology te werk gaat. In het kort komt het neer op het opkomen van een nieuw product dat het oude product vervangt. Niet omdat het nieuwe product direct beter is maar omdat het zaken wel gemakkelijker maakt. Een ander kenmerk is dat het snel beter wordt en dan ook beter dan de bestaande producten. Een laatste kenmerk is dat het de “middle man” uitschakelt. Een intermediair die er voor zorgt dat je krijgt wat je wilt. Hier maakte hij een mooie vergelijking met telefoonoperatoren die je doorverbinden met de andere kant van de lijn, monniken die er voor zorgen dat teksten vermenigvuldigd werden.
Hij gaf hierbij ook aan dat de oude producten niet verdwijnen maar wel een andere functie krijgen in het dagelijks gebruik. Een mooi voorbeeld hiervan vond ik was rijden in een rijtuig voortgetrokken door een paard. Kan natuurlijk nu met de auto maar een paardenritje is toch weer romantischer.
Johnson gaf aan dat de school twintigste eeuws is. Waarbij net gedaan wordt of kennis schaars is (terwijl het in overvloed aanwezig is), worden aparte cursussen aangeboden (terwijl problemen multidimensionaal zijn), waarbij we ons richten op preformance problemen (in plaats van op motivatieproblemen), waarin studenten allemaal hetzelfde zijn (in plaats van erg verschillend) en waarin standaardisatie het uitgangspunt is (in plaats van radical personalisation).
Tot slot gaf Johnson aan hoe je ruimte kon bieden aan disruptive innovation. Twee zaken zijn hier in ieder geval voor nodig volgens hem: een aparte ruimte waarin geëxperimenteerd kan worden en autonomie.

Presentatie Wilfred Rubens
De presentatie van Wilfred ging over motivatie en leren. Hij benoemde 9 manieren om mensen te motiveren:

  1. autonomie (daar is ie weer)
  2. doelgerichtheid (betekenisvol en authentiek)
  3. betrokkenheid (meesterschap)
  4. sociale verbondenheid (social presence)
  5. perceptie van interactie
  6. publiceren
  7. privacy
  8. progressie zien
  9. gebruikersvriendelijkheid

Een boek dat Wilfred aanhaalde was het boek Drive van Daniel H. Pink.

Tijdens de sessie werd ook met een backchannel gewerkt en was er gezorgd voor een zaalmicrofoon. Daarvoor had Wilfred ondersteuning van twee mensen. Ik vond het knap om te zien hoe het in de presentatie verwerkt was. Het leverde vooral een mogelijkheid op om vragen vanuit de zaal te stroomlijnen. Willem Karssenberg die de backchannel monitorde deed dit prima. Als spreker heb je namelijk geen tijd om de vragen die interessant zijn er uit te filteren. Er waren niet veel mensen die thuis via de backchannel reageerden volgens mij.
Zelf weet ik niet of ik de backchannel zou durven inzetten. Je moet wel heel goed de lijn van je verhaal kunnen vasthouden. Dat gebeurde gelukkig wel.

Rondje beursvloer
Na de eerste presentatieronde ben ik de beursvloer opgegaan. Daar gekeken bij de Surface tafel met daarop educatieve software van het bedrijf Onwijs. Die hadden mooie software gemaakt voor touchoppervlaktes waar je met meerdere mensen tegelijkertijd aan kunnen werken. Een mooie manier om leren bij een groep leerlingen te stimuleren.
Ik heb ook nog gekeken bij de stand van de HU die samen met Presentations2Go een onderzoek deden naar taggen van weblectures. Mooie ontwikkelingen waar we binnen ons eigen onderwijs ook maar naar moeten gaan kijken.

Eigen presentatie
In de ronde van 14:45 tot 15:30 mocht ik zelf een presentatie verzorgen. Deze ging over de vraag wat, wie en hoe je ICT in de lerarenopleiding kan inbedden. Gelukkig was er genoeg belangstelling voor de presentatie. Vond het ook erg leuk om te geven en met anderen van gedachten te wisselen. De presentatie die ik gaf staat hieronder. Daaronder vind je het overzicht dat ik samen met mijn collega Don Zuiderman heb gemaakt van ons programma tot nu toe.
Vond het fijn om te zien dat er verschillende collega’s van de HU bij aanwezig waren. Morgen hebben we tijdens de lunch afgesproken om met elkaar te praten over de onderwijsdagen.

Programma Overzicht ICT

Michiel Muller
De afsluitende keynote was van Michiel Muller. Hij vertelde een verhaal over ondernemerschap. Een aansprekend verhaal waarin hij duidelijk maakte hoe hij met Route Mobiel, Tango en BiedenenWonen zich als innovatieve ondernemer heeft gedragen.
Hij liet in zijn presentatie ook de creatiespiraal van Marinus Knoope zien. Die kende ik nog niet maar zag mooie overeenkomsten met de cyclus van Kantelende Kennis die we bij het lectoraat gebruiken.

Vooral de stappen Geloven en Volharden spraken me erg aan. Ergens achter gaan staan, houdt dit voor mij in, en daar dan ook helemaal voor gaan. Niet half bakken maar echt met overtuiging.

Na het aanvullen van de kennisbasis ICT van ADEF met de Pabotool en de Kernconcepten ICT heb ik ook nog gekeken naar de volgende modellen: TDA, Teach There, U-teacher, Unesco ICT standards. Dit resulteerde in de volgende versie van de Kennisbasis-ICT:

Kennisbasis-ICT November 2010

Als je wilt weten hoe ik te werk ben gegaan hierbij dan kun je het volgende werkdocument er op nalezen:

Kennisbasis ICT Plus Plus Plus

Waar ik vooral benieuwd naar ben is wat anderen hier van vinden. Passen de aanvullingen in de lijst? Wordt de lijst hiermee niet te lang?

Ter voorbereiding op mijn presentatie aanstaande dinsdag op de onderwijsdagen 2010 van SURF en Kenniset heb ik nogmaals gekeken naar de kennisbasis ICT. In een vorige post liet ik al zien hoe deze set van ADEF gemakkelijk aangevuld kan worden met ontbrekende competenties vanuit de Pabotool. In een tweede ronde heb ik gekeken welke competenties nog niet aan bod kwamen als ik de kernconcepten erbij pak zoals ik die heb geformuleerd voor de generieke kennisbasis van de HBO-raad. Combineer ik die dan krijg ik het volgende lijstje:

kennisbasis-ICTplusplus

In blauw staan de punten die ik vanuit het document kernconcepten ICT heb aangevuld. Duidelijk is dat ook de ontbrekende punten zich makkelijk laten opnemen in het bestaande model. Volgens mij is dit wel een redelijk compleet model voor wat betreft de kennisbasis ICT. Ben benieuwd hoe anderen hier over denken.

Al eerder maakte ik de vergelijking tussen de kennisbasis ICT en de Pabotool. Toen gaf ik al aan dat hier behoorlijk wat overlap in zit. Nu heb ik de punten die wel in de Pabotool maar niet in de Kennisbasis ICT in de laatste toegevoegd. Je krijgt dan onderstaande Kennisbasis ICT. In rood is aangegeven wat uit de Pabotool nog niet voorkwam in de Kennisbasis ICT.

kennisbasis ICTplus

Vandaag was ik aanwezig bij twee bijeenkomsten waarin het onderwerp ICT-competenties een belangrijke rol speelde. ‘s Ochtends was ik in Zoetermeer bij Kennisnet waarbij we een bijeenkomst hadden met de opleidingsdocenten ICT en onderwijs van de Pabo’s. ‘s Middags was ik in Utrecht bij een bijeenkomst van Kennisnet waarin werd gesproken met verschillende partijen die betrokken zijn bij het onderwijs en die iets kunnen zeggen over de manier waarop vanuit hun doelgroep tegen ICT in het onderwijs wordt aangekeken. Beide interessante bijeenkomsten.

Ik vond het erg prettig om met collega’s van andere Pabo’s te praten over wat ons bezig houdt bij het implementeren van ICT in de opleiding. Duidelijk is dat er een spanningsveld is in het geïntegreerd of het apart aanbieden van ICT. Ik denk dat we het liefste zien dat ICT geïntegreerd wordt aangeboden maar dat we bang zijn dat de collegaopleiders hier niet toe in staat zijn. ‘s Ochtends noemde een van de collega’s dat zij op hun opleiding werken met ICT-vakcoaches (Nelly Lemmens van de HAN bracht dit in) en ‘s middags hoorde ik van Anna Tomson, informatiemanager aan de HvA de term TPACK-competente teams. Beide gaan eigenlijk uit van hetzelfde idee. Gezamenlijk kijk je of je ICT integreert in het onderwijs. Hier kijken zowel de opleidingsdocent ICT en onderwijs als de opleidingsdocent van een vak en vakoverstijgend naar. Het leek me een mooie constructie om te werken aan de implementatie van ICT in het opleidingsonderwijs.

Afgelopen periode hebben we hier toevallig zelf ook ervaring mee opgedaan in onze eigen opleiding. We hebben aanbod verzorgd samen met de collega’s Rekenen, Taal en Onderwijskunde en pedagogiek. Ik heb gemerkt dat dit een omslag in het denken is voor zowel de collega’s als voor onszelf. Collega’s zien nu de mogelijkheden van ICT in het onderwijs en wij sluiten nog beter aan op het andere aanbod (wat we al probeerden in onze eigen lessen hiervoor).

Wel merk ik dat de manier waarop we nu werken het aanbod erg versnippert en het erg puzzelen is om te kijken of de punten die in de samenwerking niet aan bod kunnen komen nog wel een plek krijgen. Gelukkig houden we daarvoor ook nog aparte lessen waarin we daar aandacht aan kunnen besteden.

Wie een ideale constructie bedacht heeft mag het zeggen. Of bovenstaande de beste manier is durf ik niet te zeggen. Hoor graag hoe anderen hier over denken.

Op 9 en 10 november zijn De Onderwijsdagen weer van Surf en Kennisnet. Een mooi programma. Zowel de keynotespeakers als de sessies die al zijn ingepland. Daarnaast kun je stemmen op de open sessie. Daar doe ik, net als vorig jaar, ook aan mee. Er zijn zo’n 50 kandidaten die meedingen waarvan de helft een plek krijgt.

Mijn sessie gaat over de kennisbasis ICT. Vorig jaar heb ik hierover een verkennende sessie gehouden. Afgelopen jaar heb ik meegedaan aan de ontwikkelingen rondom de kennisbasissen voor de Pabo,  die in gang zijn gezet door de HBO-raad. ICT is hierbij opgenomen in de generieke kennisbasis. De manier waarop dit is gedaan staat in deze sessie ter discussie.

Wil je dus dat deze sessie doorgaat, stem dan op mij!

Dat is de titel van de column die ik heb mogen schrijven voor Surfspace deze maand. Als je wilt weten waarom die 5 of 6 jaar moet duren volgens mij, moet je dus naar de surfspace-site toe. Ook als je het er zeker niet mee eens bent, moet je de column maar lezen. Ben benieuwd of je alternatieven kunt bedenken.

Dit jaar ben ik actief betrokken bij het ontwikkelen van de generieke kennisbasis van de Pabo´s. Deze kennisbasis maakt onderdeel uit van de ontwikkeling van de kennisbasissen van de Pabo´s. Afgelopen jaar is er al een kennisbasis ontwikkeld voor Nederlands en een kennisbasis voor rekenen. Nu zijn de andere vakken ook aan de beurt. Of zij op dezelfde manier behandeld zullen worden als Nederlands en rekenen is nu nog niet duidelijk. Naast de kennisbasis voor de vakken is er dus ook een generieke kennisbasis. Hierin zitten onder andere de vakken onderwijskunde, pedagogiek en psychologie. ICT is dus ook in deze generieke kennisbasis opgenomen. In eerdere berichten schreef ik hier al over.
Nu heb ik weer een slag gemaakt hierin. Het resultaat is een overzicht van zo´n 28 competenties waarvan ik denk dat een student die aan het eind van de lerarenopleiding basisonderwijs zou moeten beheersen.

Kernconcepten ICT Voor de Generieke Kennisbasis

Ik heb voor deze kernconcepten gebaseerd op 6 modellen die ik hieronder op een rijtje heb gezet:

Vergelijkingstabel

Als je wilt weten hoe ik precies te werk ben gegaan om tot de bovenstaande kernconcepten te komen dan moet je dit onderstaande document lezen. Hierin beschrijf ik de stappen die ik heb doorlopen.

Komen Tot Kernconcepten ICT

Ik ben erg benieuwd hoe anderen hier over denken. Mee eens? Helemaal niet mee eens? Ik hoor het graag.