Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts tagged kennisbasis ICT

Het model van de digitale didactiek van Robert Jan Simons (2002) wil antwoord geven op de vraag: hoe en onder welke condities kan ICT worden ingezet in het onderwijs? Waarbij het niet alleen gaat om het leren van ICT-competenties, maar ook om het leren werken met ICT in een “leercontext”.

In de onderstaande tabel zie je het soort bijdragen dat Simons ziet voor ICT met daarbij voorbeeldactiviteiten. Deze voorbeeldactiviteiten zijn niet specifiek gericht op het basisonderwijs of met het oog op ICT-competenties geformuleerd. Toch wil ik deze punten opnemen in het overzicht omdat het indirect wel aangeeft wat er van een leraar verwacht wordt als hij dit zou moeten kunnen.

Tabel Digitale didactiek

De vraag hierbij in eerste instantie is: wat is uit de bovenstaande tabel ook geschikt voor de vorming van de generieke kennisbasis onderdeel ICT voor de Pabo’s?

Om dit te verkennen zet ik achter de tweede kolom nog een derde met voorbeeldactiviteiten vertaald naar het basisonderwijs zodat ik zelf wat meer grip op de zaken krijg.

Tabel Digitale Didactiek_aanvulling

De derde kolom kun je zien als denkoefening om, zoals ik al zei, grip te krijgen op de digitale didactiek. Bij een aantal punten vind ik het lastig om iets te bedenken. Daar heb ik ??? neergezet:

  • Relaties leggen – groepen in stand houden (is dit gedurende het proces of juist na een samenwerkingsperiode?)
  • Relaties leggen – op elkaar aansluiten (gaat het hier over het gebruik maken van elkaars sterke kanten?)
  • Transparant maken – Processen achter het leren verhelderen (gebeurt dit door de lerende zelf in bijvoorbeeld een weblog? Of geldt door voor een begeleider? Of als combinatie of toch nog weer anders?)
  • Competenties centraal stellen – Curriculum Vitae (volgens wordt dit in het basisonderwijs niet gedaan).

Als ik naar aanleiding hiervan de modellen in 1 tabel zet dan krijg je het onderstaande resultaat. Vergelijking Pabotool en Ken is Basis ICT Met ICT Assessment Tool Tabel
Voor een groot deel komen de modellen naar mijn idee met elkaar overeen. In het ene model wordt uitvoeriger stilgestaan bij een aantal punten dan in andere modellen. En natuurlijk is elk model vanuit zijn eigen invalshoek en met zijn eigen bedoeling geschreven.
Bedoeling van mij is om te komen tot kernconcepten voor ICT die opgenomen kunnen worden in de generieke kennisbasis zoals die voor de lerarenopleiding basisonderwijs wordt opgesteld. Vanuit deze tabel hoop ik hier in ieder geval een stap in de goede richting te hebben gezet.

Een vergelijking van de Pabtool/Kennisbasis ICT en de 4 in balans is natuurlijk niet helemaal correct. De vier in Balans draait niet om de ICT-competenties van leraren maar gaat over de implementatie van ICT in het onderwijs. De vier in balans bestaat uit de volgende 6(!) punten:

  1. Visie
  2. Deskundigheid
  3. Digitaal leermateriaal
  4. ICT-infrastructuur
  5. Samenwerking en ondersteuning
  6. Leiderschap

Die 6 punten moeten leiden tot didactisch gebruik van ICT voor leraren. Onder deskundigheid staan de volgende punten die te vergelijken zijn met de ICT-competenties zoals genoemd in de Pabool en Kennisbasis ICT:

  • Communiceren via ICT met leerlingen
  • Gebruik van de computer als didactisch hulpmiddel
  • Gebruik van leerlingvolgsysteem
  • Organiseren van lessen waarin ICT wordt gebruikt
  • Met de klas werken aan project met verschillende ICT-toepassingen
  • Gebruik van educatieve apparatuur
  • Integreren van ICT in het onderwijs
  • Beoordelen bruikbaarheid educatieve programmatuur
  • Gebruik electronische leeromgeving
  • digitaal lesmateriaal van internet aanpassen voor in de les

In vergelijking met de Pabool/Kennisbasis ICT en de ICT-assessmenttool is dit een grovere indeling. Alle punten komen dan ook verschillende manieren terug in de andere modellen.

Een derde model dat in omloop is, naast de Pabotool en de Kennisbasis ICT is de ICT-assessmenttool. Ook deze heb ik nu opgenomen in de tabel om te kijken wat de overlap en wat de verschillen zijn.
Als je een vergelijking maakt met de Pabotool/Kennisbasis ICT dan zie je een grote overlap. Van de 39 punten uit de ICT-assessmenttool komen 4 niet expliciet in de Pabotool of de Kennisbasis ICT aan bod:

  1. ICT inzetten om leerlingen te motiveren (didactiek)
  2. Ik kan leerlingen begeleiding gegeven bij e-mailen (didactiek)
  3. Ik kan leerlingen begeleiding geven bij het werken met een ELO (didactiek)
  4. Ik kan de tijd waarin leerlingen gebruik maken van ICT optimaal organiseren door bijvoorbeeld een rooster of roulatieschema te maken (organisatorisch)

In de onderstaande tabel staan de drie modellen naast elkaarVergelijking Pabotool en Kennisbasis ICT Met ICT-Assessmenttool Tabel

In een tweede vergelijking tussen de Pabotool en de Kennisbasis ICT (zie hier voor de eerste vergelijking) heb ik eerst gekeken of er punten zijn uit de Kennisbasis ICT die niet zouden kunnen gelden voor het PO. Die heb ik niet gevonden. Alle punten van VO zijn ook bruikbaar in het PO. Daarna heb ik gekeken welke punten uit de Kennisbasis ICT ontbreken (dus punten die wel in de Pabtool voorkomen). Dat zijn er nog wel een aantal. Die heb ik onder elkaar gezet en daarbij aangegeven waar die in de Kennisbasis ICT van ADEF zouden passen naar mijn idee.

Vergelijking Tussen Pabotool en Kennisbasis ICT 2                                                     

De vraag hierbij natuurlijk is of die specifiek zouden zijn voor het PO. Ik denk het zelf niet maar word graag tegengesproken als dat wel zo zou zijn.

Ik heb een enquête opgesteld voor opleiders die zich bezig houden met ICT en onderwijs. Bedoeling van deze enquête is om in beeld te krijgen hoe ICT op de verschillende Pabo’s is geregeld en hoe opleiders hier tegen aan kijken. Resultaten van de enquete zullen worden meegenomen in de discussie rondom de kennisbasis van Pabo’s. Zelf ben ik lid van de groep generieke kennisbasis waarin ICT ook is opgenomen.

Verder vind ik het belangrijk dat opleiders zelf ook een beeld krijgen van hoe ICT en onderwijs is georganiseerd op andere Pabo’s. Welke overeenkomst en verschillen er zijn. Dit zorgt voor een verdere professionalisering van onszelf.

Het invullen van de enquête kost ongeveer een kwartier. De resultaten zal ik in ieder geval op mijn blog publiceren. Ook probeer ik de resultaten mee te nemen naar het VELON-congres waar ik op dinsdag 9 maart een workshop hou over het opleiden van leerkrachten van de toekomst voor de toekomst.

Via deze post hoop ik al een deel van de opleiders te bereiken. Met de vraag aan allen die dit lezen verder het te verspreiden onder opleiders die het niet op deze manier onder ogen komen.

Een aantal jaren geleden heb ik meegewerkt aan de ontwikkeling van de Pabotool waarin de ICT-competenties van studenten zijn opgenomen. Deze Pabotool is in het kader van Samen Deskundig van Kennisnet ontwikkeld. Hierin zijn de ICT-ompetenties geordend volgens de SBL-competenties zoals die in de wet BIO (of voor de wettekst) zijn vastgelegd.
Vorig jaar is door ADEF (Algemeen DirecteurenOverleg Educatieve Faculteiten) ook een kennisbasis-ICT ontwikkeld. Deze heb ik nu vergeleken met elkaar.

Voor ik het programma inhoudelijk met elkaar ga vergelijken nog een paar opmerkingen vooraf. Het bevreemde mij enigszins moet ik zeggen dat er opeens nog een document boven tafel kwam waarin ICT-competenties voor studenten zijn geformuleerd. Waarom is er niet verder gebouwd op hetgeen er al lag?
Het verbaasde mij ook dat dit geïnitieerd werd vanuit het ADEF. Een club die ik tot die tijd nog niet kende (maar daar kon ADEF natuurlijk niets aan doen, gebrek aan mijn eigen kennis). Over ICT en onderwijs gingen tot nu toe naar mijn idee voor het PO, VO en MBO Kennisnet en voor het HBO en WO Surf. Waarom heeft ADEF dit opgepakt en niet Kennisnet of Surf?

Goed. Waarom überhaupt een vergelijking tussen deze twee documenten? Omdat ik denk dat ICT-competenties over meerdere lerarenopleidingen hetzelfde zijn. Er zullen hier en daar misschien accentverschillen liggen maar het overgrote deel zal naar mijn idee gelijk zijn. Ik vergelijk de twee om te kijken in hoeverre mijn idee klopt. Ik vergelijk het ook omdat ik denk dat er gewoon 1 set ICT-competenties voor leraren moet komen. Er zijn al zoveel verschillende modellen in omloop dat studenten door de bomen het bos niet meer zullen zien.

In de eerste vergelijking heb ik geprobeerd om alle ICT-competenties van de Pabotool te linken aan de ICT-competenties van ADEF. Links en rechts staan nog gaten en is de verhouding een beetje scheef. Dat betekent dat sommige competenties nog niet in het ene overzicht of in het andere overzicht staan. En het betekent dat sommige zaken (voornamelijk bij de kennisbasis van ADEF) verder zijn uitgewerkt.

In een volgende post wil ik komen tot 1 lijst waarin de ICT-competenties uit beide lijsten zijn opgenomen. Daarna kan gekeken worden welke competenties nog ontbreken vanuit andere modellen.
Ik houd me daarbij in eerste instantie aan de indeling zoals die voor de Pabotool is opgesteld (dus volgens de SBL-competenties). Hoor graag of daar onoverkomelijke bezwaren tegen zouden bestaan.

Na het vaststellen van zo’n competentielijst zijn we er natuurlijk nog niet. Hiermee heb je namelijk nog geen opleidingsdidactiek opgezet. En daar ben ik toch nog wel naar op zoek. Ideeën van anderen zijn daarbij natuurlijk meer dan welkom.


Vergelijking Tussen Pab Otool en Kennsibasis ICT

Vandaag ben ik verder gegaan met het uitwerken van de leraardingen. De lijst is nog niet helemaal compleet maar ik wilde toch al concreter kijken naar hoe ik de uitwerking vorm zou kunnen geven. Dit is te zien op de wiki leraardingen.wikispaces.com

Ik heb om te beginnen een eenvoudig voorbeeld genomen om mee te beginnen: het webpad. Van het webpad heb ik het volgende beschreven:

  • Wat is het?
  • Hoe zet ik het in?
  • Waar vind ik praktische bronnen
  • Hoe maak ik het zelf?
  • Welke theorie kan ik daar over vinden?
  • Aan welke competenties werk ik?

Met deze indeling heb ik een koppeling gemaakt met het TPACK-model en het gekoppeld aan de competenties.

De meeste onderdelen van de leraardingen zullen op deze manier uitgewerkt kunnen worden. De leraardingen kunnen onderscheiden worden in een aantal fasen: de opstartfase (1 tot en met 5), de hoofdfase (6 tot en met 27) en de afsluitfase (28). De termen zijn nog niet erg gelukkig gekozen vind ik maar ik doe het er voorlopig maar even mee. Ideeën zijn van harte welkom. Dat geldt ook voor de uitwerking zoals ik die voor de leraardingen (5 tot en met 27) heb gemaakt.

Opstartfase
1. stel je zelf online voor en deel je ervaringen
2. abonneer je op je studiegenoten
3 onderzoek de impact van ICT op het leven van kinderen.
4. onderzoek het ICT-gebruik van je school
5. laat ICT voor je werken

Hoofdfase
6. doe met leerlingen een webpad
7. gebruik het digibord
8. stel regels op (digitaal pesten en netiquette, privacy)
9. maak een digitaal prentenboek
10. maak een digitaal letterboek
11. Tussenevaluatie
12. schrijf gezamenlijk een artikel op een wiki
13. begeleid je leerlingen bij het zoeken op internet.
14. geef leerlingen een digitale zoekopdracht
15. gebruik Google Earth
16. maak een weblog met leerlingen
17. maak een game met leerlingen
18. maak een website met leerlingen
19. maak een webquest met leerlingen
20. maak een film met leerlingen
21. Tussenevaluatie
22. maak een podcast met leerlingen
23. gebruik educatieve software
24. gebruik ondersteunende software
25. gebruik het leerlingvolgsysteem of digitaal portfolio
26. pas de digitale taxonomy van Bloom toe
27. verzorg passend onderwijs voor je leerlingen

Afsluitfase
28. formuleer je eigen visie op ICT en onderwijs en vertel het anderen

Een filmpje over kinderen van de 21ste eeuw over de 21ste eeuw. Ben benieuwd wat de antwoorden van Nederlandse kinderen zouden zijn.


The decade according to 9-year-olds from allison louie-garcia on Vimeo.

Fijn dat er zo veel reacties komen op de 30 leraardingen. Nog jammer genoeg niet van collega-opleiders maar die zijn hiermee ook uitgedaagd een bijdrage te leveren. De reacties tot nu toe vind ik zeer waardevol. Ik zal de verschillende reacties hieronder bij langs lopen. Van te voren wil ik al vast opmerken dat ik in de komende tijd de 30 leraardingen langs de meetlat wil leggen van alle andere bronnen die ik tot nu toe heb gevonden en die in deze post staan vermeld. Inclusief de bron die Jan Jacobs noemde van de Unesco.

Willem Karssenberg doet als suggestie om op 1 te beginnen met het laten formuleren van de visie op onderwijs door de studenten en dit aan het eind weer te doen. Ik vind dit een goed voorstel. Punt 1 zou aangepast kunnen worden:

stel je zelf online voor en deel je ervaringen

Een student komt daarmee online, geeft aan hoe hij/zij tegen ICT en onderwijs aankijkt en wat ie tot nu toe zelf hiermee gedaan heeft. Dit sluit mooi aan bij de lijn die we zelf al hanteren. Studenten werken vanaf het begin van de opleiding al aan hun visie op onderwijs. Op Hogeschool Domstad gebruiken we daar een aantal beroepsrollen voor als kapstokken. Voor de leraardingen zou die algemener geformuleerd kunnen worden.

Elke Das geeft aan dat punt 29 veranderd zou kunnen worden van meervoudige intelligenties naar gebruik de interesses van je leerlingen. Ik ben het met Elke eens dat ik dan aanvaardbaarder wordt voor mensen die Gardner niet aanhangen. Maar het is denk ik niet helemaal hetzelfde. Bij de eerste formulering ligt de sturing bij de leerkracht. Bij de tweede meer bij de leerling. Dat is niet erg trouwens. Misschien is het nog wel meer gewenst.
Waar het mij om gaat bij dit punt is dat studenten rekening houden met de leerlingen die ze in de klas hebben. Hierbij gaat het om differentiatie. En differentiëren kun je in tempo, ontwikkelingsniveau, didactiek, leerstijl. Kortom je verzorgd passend onderwijs aan je leerlingen. Dit punt zou ik daarom veranderen in:

verzorg passend onderwijs voor je leerlingen

Hiermee speel ik ook in op de ontwikkelingen rondom passend onderwijs waar het basisonderwijs straks (nu al) mee te maken krijgt. Studenten leren op Hogeschool Domstad inmiddels hoe ze groepsoverzichten en groepsplannen moeten maken. ICT nemen ze hierin ook in mee als een van de mogelijkheden die ze hebben om te differentiëren in de klas.

Annet Smith zou punt 3 en 4 graag verduidelijkt zien. Punt 3 gaat over interview je leerling. Hiermee bedoel ik een interview naar het gebruik van ICT door de leerlingen. Of nog scherper: de rol die ICT speelt in het leven van kinderen. Zo krijgen studenten goed in beeld wat ICT voor invloed heeft op het leven van kinderen. Het is belangrijk om daarover bewustwording te creëren. Dit punt zou daarmee als volgt kunnen luiden:

onderzoek de impact van ICT op het leven van kinderen.

Klinkt misschien wat melodramatischer dan een interview maar geeft ook aan dat studenten eerst hierover zullen moeten lezen en naar aanleiding daarvan een interview moeten opstellen.

Punt 4 gaat over interview je school. Hiermee wil ik vooral bereiken dat studenten zicht krijgen op het gebruik van ICT in de school. Wat zijn de technische voorzieningen maar natuurlijk ook: wat zijn de pedagogische en didactische keuzes die een school gemaakt heeft. Aangescherpt zou dit punt als volgt luiden:

onderzoek het ICT-gebruik van je school

Punt 5: laat ICT voor je werken. Daarmee bedoel ik dat je gebruik maakt van de tools die voorhanden zijn om het allemaal gemakkelijker te maken. Wat ook wel wordt genoemd: lifehacking. Het houdt in ieder geval in dat studenten elkaar kunnen volgen en hun eigen berichten kunnen posten. Daarvoor moeten ze weten wat RSS is, welke mogelijkheden ze hebben om online te posten (weblog, twitter, youtube, flickr, scribd, slideshare) en informatie te verzamelen (bijvoorbeeld delicious). Omdat hier veel punten onder vallen en ik die niet allemaal in de opdrachttitel wel benoemen laat ik dit punt zo staan.

Punt 12. Schrijf een artikel op een wiki. Dit is een hele concrete opdracht. Doel van een wiki is samenwerking. Dit punt wilde ik zelf al aanvullen tot:

schrijf gezamenlijk een artikel op een wiki

Wat ik het belangrijkste bij dit punt vind, is dat studenten ervaren dat je online kunt samenwerken. Een artikel schrijven op een wiki is een mooie vorm waarin dit kan. Studenten komen hier op een natuurlijke manier ook in aanraking met het onderwerp auteursrecht. Bovendien zijn er mooie mogelijkheden tot differentiëren (zoeken van informatie, schrijven van teksten, zoeken of maken van foto’s en opmaak van het artikel). Tot slot laat je met deze formulering zien dat hiermee ook mogelijkheden zijn om dit te integreren binnen het vak Nederlands. Bijdragen is veel breder. Mijn ervaring vanuit WikiKids leert dat bij het schrijven van een artikel al genoeg komt kijken.

Punt 13. De formulering van Annet is beter. Dus:

begeleid je leerlingen bij het zoeken op internet.

Punt 17. Hier staat expres: maak een game. Dit kan al heel laagdrempelig met een programma zoals GameStudio. Dit kun je daarna net zo groot maken als je zelf wilt. Gebruik een game is echt iets anders vind ik. Die valt meer onder punt 23 (gebruik educatieve software). Bij het maken van een game vind ik het belangrijk dat studenten zien welke denkprocessen bij leerlingen gestimuleerd moeten worden om tot een goede game te komen. Logisch denken staat hierbij erg centraal. Naast alle andere vaardigheden die hierbij natuurlijk aan bod komen.

Punt 25 en 26. Volgens mij zouden die samengevoegd kunnen worden met punt 29:

verzorg passend onderwijs voor je leerlingen.

Voor mij houdt passend onderwijs in dat je leerlingen die moeite hebben met leren ondersteunt en leerlingen die meer uitdaging nodig hebben op hun niveau bedient.

Tenslotte het punt van Margreet. Dit kan volgens mij opgenomen worden in punt 1 en in punt 3. Het gaat om bewustwording van je eigen digitale identiteit en om te kijken hoe dat bij je leerlingen is. In de uitwerking van de opdracht moet dit worden opgenomen.

De aangepaste punten luiden daarmee als volgt:

1. stel je zelf online voor en deel je ervaringen
2. abonneer je op je studiegenoten
3 onderzoek de impact van ICT op het leven van kinderen.
4. onderzoek het ICT-gebruik van je school
5. laat ICT voor je werken
6. doe met leerlingen een webpad
7. gebruik het digibord
8. stel regels op (digitaal pesten en netiquette, privacy)
9. maak een digitaal prentenboek
10. maak een digitaal letterboek
11. Tussenevaluatie
12. schrijf gezamenlijk een artikel op een wiki
13. begeleid je leerlingen bij het zoeken op internet.
14. geef leerlingen een digitale zoekopdracht
15. gebruik Google Earth
16. maak een weblog met leerlingen
17. maak een game met leerlingen
18. maak een website met leerlingen
19. maak een webquest met leerlingen
20. maak een film met leerlingen
21. Tussenevaluatie
22. maak een podcast met leerlingen
23. gebruik educatieve software
24. gebruik ondersteunende software
25. gebruik het leerlingvolgsysteem of digitaal portfolio
26. pas de digitale taxonomy van Bloom toe
27. verzorg passend onderwijs voor je leerlingen
28. formuleer je eigen visie op ICT en onderwijs en vertel het anderen

Een vervolgpost 30 leraardingen. In het rijtje dat ik in de vorige post noemde heb ik een paar kleine wijzigingen gemaakt. Zo is nummer 1: het starten van een weblog, vervangen door: kom online en deel je ervaringen. Misschien vindt niet iedereen een weblog de gemakkelijkste manier om online te komen. Misschien is een podcast of vodcast wel de manier. Of voelt iemand zich prettig bij Twitter. Belangrijk is dat anderen jou kunnen volgen. Op wat voor manier maakt nog niet eens zoveel uit, denk ik.

Bij punt 25 heb ik dyslexie veranderd in “help een leerling met leerproblemen”. Daarmee wordt ie iets breder. Gevaar is dat het daardoor niet meer concreet genoeg is en te vaag wordt. Punt 30 heb ik tenslotte veranderd met de toevoeging…en vertel het anderen.

Een punt dat ik nog niet genoemd had is dat bij de uitwerking van elk punt het TPACK-denken in het achterhoofd wordt gehouden. Hier schreef ik al eerder over na de sessie van de owd2009.

Voor de volledigheid hieronder nog een keer de 30 (iets aangescherpte) punten.

1. Kom online en deel je ervaringen
2. abonneer je op je studiegenoten
3. interview je leerlingen
4. interview je school (leerkracht, directeur, ICT-coordinator)
5. laat ICT voor je werken
6. doe met leerlingen een webpad
7. gebruik het digibord
8. stel regels op (digitaal pesten en netiquette, privacy)
9. maak een digitaal prentenboek
10. maak een digitaal letterboek
11. Tussenevaluatie
12. schrijf een artikel op een wiki
13. laat leerlingen zoeken op het internet
14. geef leerlingen een digitale zoekopdracht
15. gebruik Google Earth
16. maak een weblog met leerlingen
17. maak een game met leerlingen
18. maak een website met leerlingen
19. maak een webquest met leerlingen
20. maak een film met leerlingen
21. Tussenevaluatie
22. maak een podcast met leerlingen
23. gebruik educatieve software
24. gebruik ondersteunende software
25. help een leerling met leerproblemen
26. daag een leerling uit
27. gebruik het leerlingvolgsysteem of digitaal portfolio
28. pas de digitale taxonomy van Bloom toe
29. gebruik de intelligenties van je leerlingen
30. formuleer je eigen visie op ICT en onderwijs en vertel het anderen

Ben je het met een aantal punten het niet eens dan hoor ik het graag. Ik ben aan het zoeken naar een opleidingsdidactiek die aan kan sluiten bij zowel competentiegericht opleiden (waar we op Hogeschool Domstad mee te maken hebben) als modulair opleiden. Ideeën van anderen hoor ik graag.