Al weer een tijdje geleden kreeg ik van Tim Favier een mailtje over de lessen die hij heeft gemaakt rondom Google Earth. Tim is bezig met een promotietraject rondom GIS in het voortgezet onderwijs. Zijn berichtje vind je hieronder.
Google Earth in de Aardrijkskunde les, hoe doe je dat? Sinds kort staan er op EduGIS 10 lesmodules voor aardrijkskunde onderwijs met Google Earth. De lesmodules richten zich op natuurlijke gevaren in de VS, klimaatsverandering en metropolen in de VS. Je kunt deze lesmodule gewoon inladen in Google Earth. Met deze lesmodules kunnen leerlingen zelf aan de slag met Google Earth.
Ook vind je op EduGIS meer informatie over hoe je Google Earth kunt gebruiken in de klas en een groot aantal KMZ bestanden (kaartlagen) die je kan inladen in Google Earth. Zo vind je er KMZ bestanden van Orkaan Katrina, Vulkanen, Gletsjers etc.
Bijna alle studenten van Hogeschool Domstad werken dit jaar met Natschool. Wij hebben dit omgedoopt tot DomstadNet. In DomstadNet verzamelen studenten hun werk in hun portfolio en stellen voor hun assessment een assessmentdossier samen. De structuur van het portfolio is de leeswijzer zoals die al eens eerder besproken heb. Dit jaar geef ik de studenten ook nog een document waarin ik tips geef over hoe ze het beste hun assessmentdossier samen kunnen stellen. Het komt neer op tips die ook gebruikt worden voor schrijven voor het web. In het onderstaande document zie je de tips staan. Ik ben benieuwd of anderen ook dit soort tips/ richtlijnen gebruiken. Ik ben natuurlijk vooral benieuwd naar tips die ik mijn studenten nog niet heb meegegeven. Of vinden jullie dit soort tips helemaal niet handig?
Dit jaar gaan we echt aan de slag met het ICT-lab. Vorig jaar was het jaar van de voorbereidingen. Dit jaar moet het jaar worden van de voorbereidingen. Het ICT-lab is de plek waar wij (Expertisecentrum ICT-Educatie) kunnen experimenteren met (voor ons) nieuwe ontwikkelingen. Om hiermee aan de slag te kunnen hebben we speciaal computers ingericht die zoveel mogelijk aan onze wensen voldoen. Als ik zeg wij, dan bedoel ik dat wij (Centrum voor ICT-Educatie) onze wensen hebben opgegeven en dat de afdeling Middelen Diensten het image heeft gebouwd. Speciale dank gaat daarbij uit naar Ludger Maas en Manu Brakel.
In het onderstaande screenshot is een overzicht van alle programma’s die op de computer staan. Het bijzondere van de inrichting (vind ik) is dat in principe niets is dichtgezet. Moet je op de gewone netwerkcomputers vragen of iets open gezet kan worden (een tijd geleden was dit bijvoorbeeld streaming video) hier kun je alles zelf instellen en zal pas na verloop van tijd besloten worden om zaken dicht te zetten.
De onderwerpen waarmee we als eerste aan de slag gaan is digitale video. Op de opleiding zetten we dit in als middel om te reflecteren (Video-Interactiebegeleiding) en als verwerkingsmiddel (maken van bijvoorbeeld film). We zullen opnames maken in onze eigen lessen en dit verwerken. Daarmee hopen we ervaringen op te doen die we weer kunnen overdragen aan onze collega’s en studenten. Elke (beschikbare) woensdagmiddag hebben we tijd gereserveerd voor het ICT-lab. Aan het eind van het jaar jopen we de eerste resultaten te kunnen publiceren. Dit zullen we doen via de weblog van het ExperiseCentrum ICT-Educatie.
Het jaar is weer begonnen schreef ik in het vorige bericht. Daar ging ik vooral in op de technische aspecten waarmee de studenten te maken krijgen als ze gaan studeren op de Domstad. Als Centrum voor ICT-Educatie onderscheiden we een aantal aspecten van ICT waarmee de studenten te maken krijgen: Domstadvaardigheden, ICT-vaardigheden en ICT-competenties.
Domstadvaardigheden zijn alle vaardigheden die nodig zijn om gebruik te maken van de voorzieningen op de Domstad. Dit betekent zoals in de vorige post al aangegeven: kunnen inloggen op het Netwerk, gebruik maken van de e-mail van de Domstad, leren omgaan met de portal, de ELO, het cijferadministratieprogramma, Sherpa-pro, Surfspot en Teleblik.
Bij ICT-vaardigheden gaat het om de algemene DRO-vaardigheden: werken met WORD, PowerPoint, Excel, de Verkenner, Internet en e-mail. Voor de meeste studenten leveren deze vaardigheden geen problemen meer op. Voor een kleine groep student boden we workshops aan. In het nieuwe programma zijn deze workshops voorlopig vervallen. Erg jammer denk ik omdat opstartproblemen hiermee voorkomen worden.
Belangrijkste vinden wij zijn de ICT-competenties. Hierbij gaat het erom dat studenten leren op welke manier ze ICT in de basisschool voor hun onderwijs kunnen inzetten. Dit jaar gaan we daarbij gebruik maken van de Pabo-tool. Deze tool is eind september klaar en geeft een overzicht van wat een Pabo-student zou moeten kunnen op het gebied van ICT. De ICT-competenties zijn net zoals de SBL-competenties verdeeld over zeven deelgebieden: Interpersoonlijk, Pedagogisch, Vakinhoudelijk en didactisch, Organisatorisch, Samenwerken met collega’s, Samenwerken met de omgeving en Reflectie.
In de eerste twee fasen (majorfase) gebruiken we de Pabo-tool om studenten zicht te geven op de breedte van het gebruik van ICT. De studenten werken in thema’s en leerarrangementen aan verschillende voorgeschreven (ICT-)competenties. In de laatste twee fasen (minorfase) gebruikt de student de tool om te kiezen waarin hij/ zij zich verder wil verdiepen. Centraal staat de Cyclus van Kolb (bij ons vertaalt in: het stellen van een leervraag naar aanleiding van een ervaring, het zoeken van passende theorie, het toepassen van deze theorie in de praktijk en tenslotte hierop reflecteren).
Het woord ICT-competenties kan tot verwarring leiden, heb ik deze week gemerkt. Studenten denken dat het extra competenties zijn en collega’s denken dat we ons boekje te buiten gaan door extra competenties te formuleren. Ik vind het nog steeds een prima term maar zal richting collega’s en studenten waarschijnlijk spreken over specifieke vakcriteria vanuit ICT. Ik vind dit de plek van ICT niet helemaal recht doen (het zou vakoverstijgend moeten werken) maar geeft wel duidelijk weer dat het de specifieke invulling vanuit ICT is voor de algemene competenties zoals elk vak (of leergebied) die heeft geformuleerd. Als iemand nog een betere formulering weet, hoor ik het graag.
Het jaar is weer begonnen. De voorbereidingen hebben veel tijd in beslag genomen. En nog is het werk niet helemaal gedaan. Met de invoering van het nieuwe programma blijven er nog veel dingen te doen. De afgelopen week heb ik colleges en practica gegeven aan de eerste, tweede, derde en vierdejaars studenten.
De eerstejaars hebben kennis gemaakt met het netwerk van de opleiding, de portal en de ELO. Voor het netwerk krijgen alle studenten een persoonlijke inlogcode. Onze afdeling Diensten en Middelen is hier druk mee bezig geweest. Ze hebben zo´n 300 nieuwe logins aangemaakt. Dat betekent dat de studenten kunnen inloggen op ons netwerk en gebruik kunnen maken van de domstadmail. Het betekent ook dat ze toegang krijgen tot de cijferadministratie (12use), een login krijgen voor Surfspot en voor Sherpa-pro.
Om dit allemaal in goede banen te kunnen leiden heeft de afdeling Middelen en Diensten de juiste informatie nodig. Die informatie krijgen ze van STIP (Studenten Informatie Punt). STIP krijgt de gegevens weer aangeleverd van de IBG uit Groningen. Dit jaar hebben we nog geen gebruik gemaakt van Studielink. Het schijnt dat daarmee de gegevens nog sneller op de plek van bestemming kunnen komen. Ik hoop het voor ons. Elk jaar is het weer stress om te zorgen dat alle studenten hun inloggegevens op tijd hebben gekregen. De eerste groep krijgt dan ook steevast in de les zelf zijn inloggegevens.
Als studenten kunnen inloggen op ons netwerk dan kunnen ze gebruik maken van de portal (bedoeld voor de informatie over de opleiding). De portal maakt gebruik van Smartsite. Het is een uitgebreide informatiebron waar verschillende afdelingen de redacteurrechten op hebben. Studenten vinden hier het Officiële Nieuws (van het College van Bestuur of Examencommissie), Onderwijsnieuws (veranderingen in roosters, toetsing) en het Overige Nieuws (aankondigingen van docenten, studenten, activiteiten en derden).
Op de portal is verder nog een menu waarin studenten verder kunnen zoeken naar informatie over de stage, het studielandschap en de roosters. Het plan is om de portal nog her in te richten. Het zal daarmee nog overzichtelijker worden.
Bij het netwerk (Novell) hoort ook de eigen schijfruimte voor de student op het netwerk en de Domstadmail (Outlook Webaccess). Op elke computer in de Domstad kan hij deze schijfruimte bereiken. De omvang is beperkt: 20 MB. De ruimte in de mailbox is 10 MB. In de ELO heeft de student meer opslagruimte.
In Natschool (of DomstadNet zoals wij het noemen) van Threeships maakt de student gebruik van de onderdelen Mijn Lopende Studieroutes, Mijn projecten en Mijn Portfolio. In het onder Mijn Lopende Studieroutes vinden de studenten: de Competentiewebsite, Toetswebsite en de websites van de Studieroutes. De studieroutes geven aan wat de student elk thema te wachten staat. Een thema komt overeen moet een kwartaal en bestaat uit een aantal leerarrangementen.
Elke klas heeft een projectomgeving waarin de klas kan samenwerken. Naast een gezamenlijke werkruimte waar documenten uitgewisseld kunnen worden is er een forum.
In Mijn Portfolio slaan de studenten hun bewijsmaterialen op. Voor het assessment maken de studenten een dossier aan en sturen het op naar de assessor. Dit jaar zullen alle jaren in principe hierbij gebruik maken van het SPIN-model waarbij de leeswijzer centraal staat en waarmee ik vorig jaar al was begonnen met mijn eigen studenten. Dit idee heb ik weer van Andre Hoogmoed van de Hogeschool Rotterdam.
Als ik dit bekijk zo dan maken is de plek die ICT in de opleiding inneemt steeds groter geworden. En dan heb ik nog niet eens genoemd dat ons draadloze netwerk steeds uitgebreider wordt, in alle klaslokalen inmiddels beamers hangen en laptops intensief gebruikt worden in de les door docenten. Of over het feit dat studenten gebruik kunnen maken van de NewsPortal (waarbij ze toegang hebben tot het online archief van de landelijke dagbladen), Teleblik (het online archief van de publieke omroepen) en een zoekmachine voor het studielandschap (dat (binnenkort) vervangen wordt door een nieuw systeem (waarbij ook thuis gekeken kan worden in de collectie van de hogeschool).