Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts tagged mediawijsheid

Op 27 oktober vindt de Kick-off bijeenkomst plaats van MediaMachtig in Utrecht. MediaMachtig is een stichting, opgericht door Margreet van den Berg, die  als doel heeft leerlingen  bewust te maken van de macht van media door ze het werken met media machtig te maken. Door leerlingen digitale vaardigheden bij te brengen en ze laten werken met media, worden ze zich bewust van de mogelijkheden en bedreigingen van het gebruik ervan.

Tijdens de (gratis) kick-offbijeenkomst, van 14:30 tot 17:00 op de Lerarenopleiding basisonderwijs HU Domstad, Koningsbergerstraat 9, in Utrecht, krijg je meer uitleg over Stichting MediaMachtig en de manier waarop je subsidies kunt indienen en wordt er gesproken door Remco Pijpers en 5 enthousiaste  leraren uit het basisonderwijs, die al veel ervaring hebben met mediawijsheid. Een inspiratiebijeenkomst dus ook.

Voor de bijeenkomst moet je je opgeven. Dat doe je met dit formulier.

Een digidicht in Ahead, een digitale zoom space zoals prezi dat ook is.

Een crossmultimediaal totaalconcept is een werkvorm waarin leerlingen kennismaken met alle aspecten die te maken hebben met het bedenken, produceren en uitbrengen van een mediaproductie. Een mediaproductie is bijvoorbeeld een film. Als je een film maakt met leerlingen zijn leerlingen met verschillende onderwerpen bezig: het bedenken van een verhaal, het maken van een script, acteren, filmen, monteren.

Bij een crossmultimediaal totaalconcept ben je dan nog niet klaar. Als de film af is, moet de film aan de man worden gebracht. Dit kun je op verschillende manieren doen. Je houdt interviews met de spelers, met de regisseur, cameramensen, mensen van geluid en licht. De interviews komen in een tijdschrift te staan waarin ook een fotoshoot van de spelers en de crew staat. De film moet op internet ook onder de aandacht worden gebracht en daarom komt er ook een website met daarop een trailer van de film en natuurlijk weer achtergrondinformatie over de film zelf. Er moet ook een poster komen waarop je de film aangekondigt. Hoofdrolspeler treden ook in een radioprogramma.

Tot slot moet je nadenken over de merchandising. Welke voorwerpen uit de film zou je kunnen verkopen? Op welke voorwerpen kun je het hoofd van een hoofdrolspeler zetten? (Wordt de film helemaal populair wordt dan bouw je natuurlijk ook nog een themapark:-)).

Volgens mij is een crossmultimediaal totaalconcept een prima manier om leerlingen mediawijs te maken. Er zijn vast nog meer crossmultimediale totaalconcepten te bedenken. Wie durft?

Ben je verslaafd aan Internet dan kun je in Zuid-Korea naar een speciaal kamp. Hier leer je om weer zonder computer (en games) lol te maken. In Zuid-Korea is van de jongeren zo’n 10 procent verslaafd. In Nederland is dat zo’n 4 procent (bron).

Bron: Frontline.

Omdat ie zo aandoenlijk is:

Vanochtend ontvangen in mijn Inbox. Zonder spamsterretjes. Hmmm.

Wie o wie

1 comment

Ben druk bezig met het schrijven van een boek voor studenten van de lerarenopleiding basisonderwijs over ICT en onderwijs. Een hoofdstuk gaat over mediawijsheid. Ben nu nog druk bezig met het verzamelen van informatie voor dit onderwerp en kwam ook zo langs de website wieowie. Nou wist ik dat er al aardig wat informatie over mij op internet staat (krijg je als steeds berichten op je blog en dergelijke schrijft) maar het is toch wel schokkend als je al die gegevens met elkaar combineert wat voor een gedetailleerd beeld je van iemand krijgt.

Vooral als je de Facts bij Persoonlijke info op een rijtje zet. Nou heb ik “geluk” dat mijn naam redelijk uniek is. Ik ben nog maar weinig andere Gerard Dummer-s tegengekomen. De naam van mijn vriendin heb ik ook ingevoerd. Die krijgt veel minder hits omdat ze niet zo actief is op internet. Maar bovendien gaat het vaak om heel andere personen dan zijzelf.

Dus ik weet niet wat beter is: veel op internet staan met informatie die allemaal klopt of maar weinig op internet staan met informatie die eigenlijk helemaal niet over jou gaat!

Vandaag mocht in Heerhugowaard voor de Kennisambassadeurs een presentatie houden over het onderwerp Taal en ICT. Een breed onderwerp dat ik vanuit de kerndoelen ben ingestoken. De presentatie heb ik gegoten in een Prezi. Voor mij ook weer een mogelijkheid om te kijken wat de mogelijkheden zijn van dit programma. In de prezi hieronder zie je het resultaat.

In de presentatie heb ik het gehad over beginnende geletterdheid en ICT, de mogelijkheden om leerlingen media te laten lezen, te presenteren en te publiceren.
Veel van de onderwerpen die hierbij aan bod komen hebben linken met mediawijsheid. Mediawijsheid is daarmee voor mij een uitbreiding van de doelen waar je bij Nederlands al aan werkte. Namelijk leerlingen leren om de boodschap van een tekst te doorgronden en in staat stellen zelf teksten te produceren. En waar teksten staat kun je nu natuurlijk media lezen.
Elk onderwerp leent zich er natuurlijk voor om weer uitgebreid uit te diepen. Zo hebben we kort stil gestaan bij de mogelijkheden van WikiKids in het kader van Nederlands en mediawijsheid.

Prezi is een prettig programma om in te presenteren. Het is een aardige afwisseling met andere presentatieprogramma’s. Prezi kent (een mens wil toch steeds meer) ook wel zijn beperkingen: een presenter gebruiken bijvoorbeeld zodat je (bij gebrek aan een digibord) niet steeds naast de computer hoeft te zitten, gaat niet (tenminste niet met het model dat ik had). Van afbeeldingen kun je nog geen links maken. Op mijn iMac (waarop ik de presentatie heb gemaakt) moet ik de browser Safari gebruiken. Mac en Firefox schijnt geen gezegende combinatie te zijn voor Prezi. Gemakkelijk (slepend) meerdere objecten tegelijkertijd selecteren kan niet.

Bovenstaande termen wil ik onze tweedejaars studenten uitleggen. Dit in het kader van vakoverstijgend werken en ICT (thema 6). Probleem is dat de termen nogal wat overlap vertonen en op een aantal punten weer verschillen van elkaar. Laat ik hier eens voor mijzelf vaststellen wat ik er onder versta.

Eerst de definities zoals ik die in verschillende bronnen tegenkom:

Informatievaardigheden
In het rapport “Door de bomen het bos, informatievaardigheden in het onderwijs” (2005) geven de schrijvers de volgende definitie van informatievaardigheden:

Wij beschouwen hier informatievaardigheden als het vermogen om met informatie te
werken, dus alles wat te maken heeft met het zoeken, vinden, beoordelen en gebruiken
van informatie en de bijhorende technologie.

Ze komen tot deze definitie na het bespreken van verschillende omschrijvingen uit de literatuur.

Webwijsheid
In de brochure “Wat weten we over webwijsheid in het PO en VO” (2007) geeft Els Kuiper de volgende definitie:

Kritisch met internet omgaan betekent dan: in staat zijn om internetinformatie te lokaliseren, lezen, beoordelen, en verwerken.

Mediawijsheid
De definitie van de Raad voor Cultuur luidt:

Het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld.

Hoe deze in samenhang te zien?

Volgens mij kun je op de volgende manier de termen in samenhang zien (en zal ik dus op die manier aan mijn studenten uitleggen). Informatievaardigheden en webwijsheid zijn naar mijn idee hetzelfde. Twee termen voor een belangrijk onderwerp.

Webwijsheid is gewoon de nieuwe term voor informatievaardigheden. Het is daarmee wel een inperking van de informatievaardigheden natuurlijk. De term impliceert dat je je alleen beperkt tot informatiebronnen op het web. Aan de andere kant zorgt de term er wel voor dat er extra aandacht wordt besteed aan de bijzonderheden van het internet. Als ik een keuze zou moeten maken tussen de twee termen dan wint voor mij informatievaardigheden. In mijn lessen zal ik aangeven dat met informatievaardigheden en webwijsheid in principe hetzelfde wordt bedoeld maar dat informatievaardigheden breder is dan webwijsheid.

En dan de term mediawijsheid? De definitie die de Raad voor cultuur hanteert vind ik erg breed. Wat ik hier vooral uithaal is het “actief bewegen”. Actief bewegen betekent voor mij dat leerlingen niet alleen consumeren maar ook produceren. Dus niet alleen werken met informatie die anderen hebben gemaakt maar zelf ook informatie produceren.

In een presentatie die ik op 12 maart 2008 op de docentendagen van Beeld en Geluid heb gegeven heb ik het onderwerp binnen het kader geplaatst van digitaal werkstukkenonderwijs. Mediawijsheid richt zich op de volgende media: tekst, beeld, video, geluid, animaties, multimedia, games (en robotica) en applets. Bij al deze verschillende media kun je de aloude vragen vanuit begrijpend lezen stellen:

  • Willen ze me informeren?
  • Willen ze me aan het denken zetten?
  • Willen ze me overtuigen?
  • Willen ze me iets laten doen, activeren?
  • Willen ze me amuseren?

De manier om daar achter te komen, is de conclusie die ik trek uit “actief bewegen”, is door zelf te produceren.

Dus kinderen zelf:

  • Artikelen laten produceren op bijvoorbeeld een weblog of wiki
  • foto’s voor een folder te laten maken
  • een video te laten produceren
  • een animatie van de werking te laten maken
  • een website laten samenstellen
  • een game te ontwerpen

Of het zelf maken van een applet mogelijk is, betwijfel ik maar misschien kent iemand een omgeving waarin dat kan.

Hoe passen de termen nu binnen vakoverstijgend werken? ICT biedt mogelijkheden binnen vakoverstijgend werken:

  • Om een onderwerp te introduceren (Introductie)
  • Om kinderen te laten onderzoeken
  • Om te discussiëren en overleggen
  • Om te presenteren

Informatievaardigheden en webwijsheid komt naar voren in de fase van onderzoeken. Mediawijsheid komt vooral naar voren binnen de fase van presenteren. Hoewel hier natuurlijk ook nog overlappen in aanwezig zijn vind ik deze verdeling inzichtelijker. Als leerlingen iets moeten gebruiken van anderen praten we over informatievaardigheden en webwijsheid. Als leerlingen zelf iets moeten produceren spreken we over mediawijsheid.

De afgelopen week heeft mijn collega van Hogeschool Domstad, Jan Bulsink, een aantal interessante posts geschreven over de netwerklerende. Voor deze posts verwijst hij naar Wim Veen over de nieuwe lerende. en combineerde hij dat met input van Mitch Joel. De stappen zoals Jan ze benoemt bij de netwerklerende zijn:

Fase 1: Activering
Fase 2: Identificatie
Fase 3: Groepslid
Fase 4: Profilering binnen de groep
Fase 5: Entiteit

Aangezien Jan op Hogeschool Domstad tegenover mij zit, hadden we deze week over de posts die hij had geschreven. Vond het erg leuk om een bloggende collega te hebben. Daarin hebben we het onderwerp verder verkend. We keken op welke manier deze fasen ook voor het (basis)onderwijs van toepassing zouden zijn. Kun je het met kinderen ook hebben over de netwerklerende? In eerste instantie leek me dit namelijk nogal te ver van de basisschool afstaan. Maar toen moest ik denken aan het onderwerp mediawijsheid. En daarmee kun je de fasen heel mooi invullen met de volgende vragen:

Fase 1: Wat doe je op Internet?
Fase 2: Wat vind je daar precies leuk aan?
Fase 3: Hoe gedraag je je op internet?
Fase 4: Wat vertelt dat over jou?
Fase 5: Hoe ga je nu verder? Verander je iets of laat je zoals het is?

Die opdracht moeten we maar eens aan onze studenten geven. Om zelf te beantwoorden en om met leerlingen van de basisschool aan de slag te gaan. En het is misschien ook goed om die vraag eens aan onszelf voor te leggen. Heb zoiets al een keer gedaan maar nog niet via deze ordening.

Een tijdje geleden heb ik met een student van Hogeschool Domstad gesproken over de manier waarop we op Hogeschool Domstad aandacht besteedden aan ICT. Zij was nog niet blij met de manier waarop we dat deden. Ze vond dat we eigenlijk te weinig aandacht besteden aan de ontwikkeling van kinderen online. In dat eerste gesprek heb ik aangegeven dat we wel aandacht besteden aan bijvoorbeeld netiquette. Maar nu denk ik ook dat ze voor een deel gelijk heeft. Wat we nog te weinig doen is aandacht besteden aan de pedagogische kant van de moderne media. Welke invloed heeft internet op de ontwikkeling van kinderen? Ik denk dat we naast aandacht voor de mogelijkheden van ICT voor het leren ook moeten kijken welke invloed ICT heeft op de lerende. In dit kader zou ik daarom naast mediapedagogiek (waarover een master wordt gegeven in Zwolle) moeten spreken over mediadidactiek. Dit laatste deden we eigenlijk al (educatief gebruik van ICT in het onderwijs) en het eerste zullen we nog meer aandacht moeten geven.
De student stuurde me nog een verslag waarin ze onder andere verwees naar onderstaand filmpje. Over de manier waarop online herdacht wordt maar ook gepest wordt. Wordt vervolgd.