Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts tagged ICT-competenties

Na het aanvullen van de kennisbasis ICT van ADEF met de Pabotool en de Kernconcepten ICT heb ik ook nog gekeken naar de volgende modellen: TDA, Teach There, U-teacher, Unesco ICT standards. Dit resulteerde in de volgende versie van de Kennisbasis-ICT:

Kennisbasis-ICT November 2010

Als je wilt weten hoe ik te werk ben gegaan hierbij dan kun je het volgende werkdocument er op nalezen:

Kennisbasis ICT Plus Plus Plus

Waar ik vooral benieuwd naar ben is wat anderen hier van vinden. Passen de aanvullingen in de lijst? Wordt de lijst hiermee niet te lang?

Vandaag was ik aanwezig bij twee bijeenkomsten waarin het onderwerp ICT-competenties een belangrijke rol speelde. ‘s Ochtends was ik in Zoetermeer bij Kennisnet waarbij we een bijeenkomst hadden met de opleidingsdocenten ICT en onderwijs van de Pabo’s. ‘s Middags was ik in Utrecht bij een bijeenkomst van Kennisnet waarin werd gesproken met verschillende partijen die betrokken zijn bij het onderwijs en die iets kunnen zeggen over de manier waarop vanuit hun doelgroep tegen ICT in het onderwijs wordt aangekeken. Beide interessante bijeenkomsten.

Ik vond het erg prettig om met collega’s van andere Pabo’s te praten over wat ons bezig houdt bij het implementeren van ICT in de opleiding. Duidelijk is dat er een spanningsveld is in het geïntegreerd of het apart aanbieden van ICT. Ik denk dat we het liefste zien dat ICT geïntegreerd wordt aangeboden maar dat we bang zijn dat de collegaopleiders hier niet toe in staat zijn. ‘s Ochtends noemde een van de collega’s dat zij op hun opleiding werken met ICT-vakcoaches (Nelly Lemmens van de HAN bracht dit in) en ‘s middags hoorde ik van Anna Tomson, informatiemanager aan de HvA de term TPACK-competente teams. Beide gaan eigenlijk uit van hetzelfde idee. Gezamenlijk kijk je of je ICT integreert in het onderwijs. Hier kijken zowel de opleidingsdocent ICT en onderwijs als de opleidingsdocent van een vak en vakoverstijgend naar. Het leek me een mooie constructie om te werken aan de implementatie van ICT in het opleidingsonderwijs.

Afgelopen periode hebben we hier toevallig zelf ook ervaring mee opgedaan in onze eigen opleiding. We hebben aanbod verzorgd samen met de collega’s Rekenen, Taal en Onderwijskunde en pedagogiek. Ik heb gemerkt dat dit een omslag in het denken is voor zowel de collega’s als voor onszelf. Collega’s zien nu de mogelijkheden van ICT in het onderwijs en wij sluiten nog beter aan op het andere aanbod (wat we al probeerden in onze eigen lessen hiervoor).

Wel merk ik dat de manier waarop we nu werken het aanbod erg versnippert en het erg puzzelen is om te kijken of de punten die in de samenwerking niet aan bod kunnen komen nog wel een plek krijgen. Gelukkig houden we daarvoor ook nog aparte lessen waarin we daar aandacht aan kunnen besteden.

Wie een ideale constructie bedacht heeft mag het zeggen. Of bovenstaande de beste manier is durf ik niet te zeggen. Hoor graag hoe anderen hier over denken.

Afgelopen jaar ben ik bezig geweest met het schrijven van een boek voor Pabostudenten. Het boek heeft als titel ICT voor de klas en is een basisboek dat een overzicht geeft van de uitgebreide mogelijkheden om met ICT je onderwijs te verrijken. In april 2011 komt het boek uit. Deze week kreeg ik alvast de cover te zien van het boek.

In het boek staan de volgende hoofdstukken:

  • ICT in de wereld om je heen
  • Opgroeien in een gemedialiseerde wereld
  • Leren en professionaliseren
  • Het digibord
  • Rijke leeromgevingen vormgeven
  • ICT op maat
  • ICT en projectmatig werken
  • Mediawijsheid
  • Informatievaardigheden
  • ICT op schoolniveau

Meer informatie zal in de komende tijd vast nog wel volgen.

Welke mogelijkheden bieden ICT om aan de slag te gaan met meervoudige intelligenties en leerstijlen? Die vraag stond centraal in de bijeenkomst die we samen met de collega’s van Onderwijskunde en pedagogiek hebben gegeven. Als openingsfilmpje hebben we hiervoor het lipdubfilmpje van de Dr. Boschschool gebruikt.



De vragen die de studenten daarna moesten beantwoorden waren:

  • wat zijn de kenmerken van een lipdub?
  • aan welke intelligenties kun je aandacht besteden met deze opdracht
  • hoe kun je leerlingen vanuit hun leerstijl hieraan een bijdrage laten leveren?

Studenten werden erg enthousiast van het filmpje en ik ben benieuwd of het ook navolging krijgt (we hopen zelf ook een lipdub te maken met de hogeschool; zo’n zeventig studenten hebben zich hier inmiddels voor opgegeven). In de bijeenkomst zelf moesten studenten daarna zelf lessuggesties bedenken bij verschillende ICT-middelen. Zelf kwamen ze ook nog met de flashmob filmpjes die je ook regelmatig op YouTube voorbij ziet komen.



Afgelopen week heb ik samen met mijn collega Don Zuiderman en de collega’s van de sectie Rekenen een bijeenkomst verzorgd aan de tweedejaars studenten waarin we de mogelijkheden van het digibord aan bod hebben laten komen als het gaat om het houden van een interactieve nabespreking.  Kunst bij de interactieve nabespreking is om de antwoorden van de leerlingen te gebruiken bij je verdere uitleg van de som. Mogelijkheden van het digibord zijn om materiaal van te voren klaar te zetten en interactief materiaal te gebruiken. Die twee moet je op elkaar zien af te stemmen. In dit bestand (op Wikiwijs) zie je hoe we dat geprobeerd hebben. Basis is het materiaal dat studenten, die de instructie moesten geven, zelf hebben bedacht. Het notebook-bestand is niet bedoeld om zo direct in de klas te gebruiken maar om je ideeën te geven welke mogelijkheden je hebt.

Na afloop van de les was de behoefte om meer te weten van de mogelijkheden van het digibord alleen maar meer geworden.

Hoe kun je ICT binnen Engels op de basisschool toepassen? Daar hebben we deze periode met de tweedejaars studenten naar laten kijken. We hebben daarvoor een digibordles gemaakt waarin we als uitgangspunt het vierfasenmodel hebben genomen en daarin bij elke fase laten zien hoe je daar ICT bij kunt inzetten.

De les is gemaakt in het programma ActivInspire. De les is samengesteld door Don Zuiderman en mijzelf. Het is daarbij aardig om te kijken wat wel makkelijk werkt en wat niet. Zo is het toevoegen van een link op een pagina niet zo gemakkelijk als in PowerPoint. En aan de andere kant heb je weer meer mogelijkheden om interactiviteit toe te voegen in je presentatie. In de presentatie zelf maken we hiervoor gebruik van bestaande flipcharts die door leraren zijn gemaakt in het kader van Engels aan anderstaligen.

Het bestand is geplaatst op Wikiwijs zodat het makkelijk vindbaar is voor anderen.

Vandaag samen met mijn collega, Don, een les voorbereid die we volgende week, samen met collega Taal, aan de tweedejaars gaan geven. In deze post vertel ik over de making of de taalquest Wanted.

De les staat in het teken van de mogelijkheden die je hebt om bij Engels ICT in te zetten. We zijn daarbij uitgegaan van het vier fasenmodel zoals ze dat bij Engels gebruiken: introductiefase, inputfase, oefenfase en overdrachtsfase. Voor de vierde fase heb ik een taalquest gemaakt. Uitleg over het maken van een taalquest vind je op taalquest van Kennisnet.

Daar legt Gerard Westhoff uit wat de voorwaarden zijn voor het maken van een goede taalquest. Naast dat het moet voldoen aan de regels van de webquest (leerlingen stappen in een rol, werken naar een eindopdracht toe waarbij ze de informatie uit internetbronnen halen) moet je dus ook rekening houden met de achtergrond van het leren van een vreemde taal. In de handreiking schrijft hij over taalquest voor beginnende sprekers van een vreemde taal:

TalenQuests die voor beginners of lagere klassen worden ontwikkeld hebben speciale kenmerken, zoals:

  • als bron kan ook semiauthentiek materiaal worden gebruikt
  • het product mag grotendeels bestaan uit “kant en klare” formules
  • het verwerken van de input in de vreemde taal betekent in dit geval vooral: formules knippen en plakken

Bijvoorbeeld:

  • het thema is: verjaardag vieren
  • de taak is: ga naar een Franse websites met e-card, kies er één en stuur de card met een bericht naar een leeftijdegnoot in Frankrijk
  • de bronnen zijn: andere teksten van e-cards, voorbeelden uit de leergang, voorbeelden van verjaardagskaarten
  • het product is: een kaart met verjaardagswensen

In de taalquest (of talenquest) die ik heb gemaakt staat het onderwerp “Gezicht” centraal. Leerlingen moeten een compositietekening maken van een overvaller. Het onderwerp gezicht (lichaam) is een van de onderwerpen die worden genoemd op tule die geschikt is voor het basisonderwijs. Alle onderwerpen op een rijtje:

  • kennismaken met
  • wonen
  • vrijetijdsbesteding en hobby’s
  • eten en drinken
  • tijdsaanduiding
  • beschrijven van personen
  • op straat
  • in de winkel
  • in de klas
  • feesten
  • het weer

Nadat ik de taalquest had bedacht heb ik die gemaakt in Google Sites. In Google Sites heb ik gezocht naar een webquest sjabloon. Ik vond een van Bart Van den Driessche die onder andere op Klascement actief is. Dit sjabloon heb ik gecombineerd met een thema van Google zelf. Tot slot heb ik nog een lerarenpagina aangemaakt zodat ik ook enige achtergrondinformatie kon toevoegen.

Op de openingspagina van de taalquest heb ik een plaatje toegevoegd van Sherlock Holmes. Dat plaatje vond ik door op Google Afbeeldingen te zoeken. Daarbij heb ik de geavanceerde optie gebruikt waarbij ik de keuze voor “gelabeld voor hergebruik” heb gekozen. Dit plaatje is afkomstig van Wikimedia Commons en staat in het Publieke Domein en kan ik dus zo gebruiken.

Nu was de taalquest bedacht, gemaakt en stond het online. Het enige wat ik nog moest doen was zorgen dat anderen het zouden kunnen vinden. Daarom ben ik op Wikiwijs ingelogd en heb daar het als bron aangemeld.

Kennis

  • Ik ken de opbouw van een webquest
  • Ik weet wat de extra eisen zijn een taalquest
  • Ik ben bekend met de opbouw van een les Engels op de basisschool
  • Ik weet in welke fase een taalquest ingezet kan worden binnen een les Engels op de basisschool
  • Ik weet dat er op afbeeldingen die ik wil gebruiken op internet geen copyright mag zitten
  • Ik weet waar ik moet zoeken om afbeeldingen te vinden waarop geen copyright zit
  • Ik weet dat ik met Google Sites eenvoudig een website kan bouwen
  • Ik weet dat ik op Wikiwijs materialen kan delen met andere gebruikers

Vaardigheden

  • Ik kan met Google Sites een website maken
  • Ik kan screenshots maken van een webpagina
  • Ik kan hyperlinks koppelen aan een afbeelding
  • Ik kan op Wikiwijs een bron delen

Attitude

  • Ik ben bereid om educatief materiaal te delen met andere leraren
  • Ik ben bereid om geen auteursrechten te schenden

De les die we volgende week hebben duurt 50 minuten. Daarin laten we van al de vier fasen zien hoe je ICT kunt gebruiken. De taalquest is daar een onderdeel van. Dat wordt dus een uitdaging.

Dat is de titel van de column die ik heb mogen schrijven voor Surfspace deze maand. Als je wilt weten waarom die 5 of 6 jaar moet duren volgens mij, moet je dus naar de surfspace-site toe. Ook als je het er zeker niet mee eens bent, moet je de column maar lezen. Ben benieuwd of je alternatieven kunt bedenken.

Deze week liet een van de studenten van Hogeschool Domstad een digitaal prentenboek zien dat hij met z’n klas gemaakt had. Een leuke uitwerking.



Vandaag was de tweede bijeenkomst van ICT voor studenten die de profielminor Schoolontwikkeling en Innovatie hebben gekozen. In de eerste bijeenkomt heb ik uitgelegd dat ik vooral wilde kijken naar de vraag wat kinderen zouden willen leren. En dat ik van daar uit mijn bijeenkomst voor de tweede keer zou samenstellen.
Dat heb ik gedaan. In de presentatie hieronder zie je op de tweede dia de resultaten van de inventarisatie die ik heb gehouden onder studenten. Wat denken zij dat kinderen willen leren? En op de derde dia de antwoorden van de leerlingen zelf.
Ik heb ze voor deze bijenekomst geordend met een Wordle. Daarbij is het zo dat woorden die vaker genoemd worden ook groter worden weergegeven. In de presentatie kom ik hier op terug.


Als ik de Wordles bekijk dan zijn deze uiteindelijk in 1 woord samen te vatten: divers.

En de vraag die je hierbij kunt stellen is: op welke manier kun je met ICT inspelen op die diversiteit aan onderwerpen?

Ik heb daarbij de studenten een aantal stappen laten doorlopen:

  1. Denk voordat je aan ICT-toepassingen gaat denken, eerst na over je onderwijsvisie.
  2. Besef je wat de breedte is van de mogelijkheden als het gaat over ICT.
  3. Bedenk ook dat als je wilt kijken of het werkt wat je doet, je dit ook vastlegd
  4. Stel ook vast of je school hier al klaar voor is. Zijn alle zaken op orde?

Met de opdrachten in de presentatie hoop ik dat dit gelukt is. (Lees ook nog de post over de eerste bijeenkomst van vorig jaar)